Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
98 ‘Copers’ of krakers? Een bijdrage aan het ontginningsdebat<br />
staan? Maar Van der Linden betoogt juist dat de cope in <strong>Holland</strong> al omstreeks het jaar 1000<br />
in zwang was en ruim een eeuw later in de venen rondom Bremen werd ingevoerd. In een<br />
octrooi voor zes <strong>Holland</strong>se ontginners uit 1113 blijken de kavels daar zelfs op zijn <strong>Holland</strong>s<br />
uitgemeten. 7<br />
Dekker plaatst het begin van de ‘domaniale’ cope-ontginningen in het Kromme Rijngebied<br />
omstreeks dezelfde tijd. In 1139 bijvoorbeeld stond burggraaf Arnold van Utrecht, een<br />
onvrije dienstman van de bisschop, samen met vier mede-copers te boek als eigenaars van<br />
45 hoeven rondom Schalkwijk. De zoon van deze burggraaf inde namens de bisschop de zogeheten<br />
recognitietijns, een vast bestanddeel van elk cope-octrooi, en kreeg daarvoor twee<br />
hoeven in dienstleen. Hij behoefde over deze hoeven zelf geen tijns (doorgaans overigens<br />
een symbolisch bedrag) te betalen. Deze hoeven komen in 1395 voor als een gerechtelijke en<br />
fiscale enclave: de ‘Vrije Hoeven’. Dit minigerecht was leenroerig aan de proost van Oudmunster,<br />
die er wel de tienden hief maar geen tijns. 8 ‘Vrij’ betekent hier dus ‘tijnsvrij’ en zegt<br />
blijkbaar niets over de stand of status van de coper.<br />
Ook in het <strong>Holland</strong>se ontginningsambacht Aarlanderveen heeft zo’n minigerecht bestaan.<br />
Het staat als ‘Vrijhoeven’ nog steeds op de kaart tussen Ter Aar en Aarlanderveen.<br />
Deze enclave onderscheidde zich in nog een ander opzicht van de omringende kavels: de<br />
ontginningsdiepte was er beperkt, net als in het Bremer voorbeeld. Hier dus geen ontginning<br />
in zogeheten ‘vrije’ opstrek. Het recht op vrije opstrek in Aarlanderveen wordt omstreeks<br />
1281 in een grafelijk leenregister beschreven (‘also verre alse die vene gaet wonnen<br />
ende onghewonnen’) en bevestigd in 1332. 9 Voor de Vrijhoeven werd tussen 1289 en 1295<br />
echter een uitzondering gemaakt. Toen kregen enige plaatselijke ‘luden’ hun grond in volle<br />
eigendom tot zes voorlengtes buiten het dorp: precies de afstand tussen de Vrijhoeven en<br />
het land dat op de Rijnlandse waterstaatskaart uit 1615 ‘Nacoope- ofte Coorelant’ heet en op<br />
de kaart van J.J. Beeldsnijder uit 1571 ‘Gravelyckheit van Hollant’. 10 Uit de leenregisters blijkt<br />
dat vrijwel heel Aarlanderveen buiten de Vrijhoeven leenroerig was aan de graaf. Alleen voor<br />
de Vrijhoeven werd net als voor de Schalkwijkse enclave een symbolische recognitietijns betaald.<br />
11<br />
Van der Linden leest de feiten in Aarlanderveen anders. Hij meent dat in heel Aarlanderveen<br />
omstreeks het jaar 1000 nieuwe ‘zesvoorlingen’ zijn uitgezet en dat de omstreeks 1281<br />
gegunde vrije opstrek een uitzondering vormde. De ‘Nacoope’ waarnaar de kaart van 1615<br />
verwijst, zou dan het vervolg zijn op een elfde-eeuwse cope à la Bremen. 12 Maar de ‘Nacoope’<br />
of ‘Coore’ is natuurlijk niets anders dan het octrooi uit 1289-95 waarmee enige ‘luden’<br />
hun recht op ontginning in vrije opstrek opgaven in ruil voor de vrije eigendom van hun hoeven.<br />
De latere naam ‘Vrijhoeven’ geeft aan hoe uitzonderlijk deze ‘vrijheid’ was in vergelijking<br />
met de naastgelegen landerijen, die leenroerig bleven aan de graaf. De aanspraken van<br />
de graaf op al deze veenlanden vloeiden voort uit het zogeheten wildernisregaal. Overigens<br />
is de gewone betekenis van Middelnederlands ‘nacope’ niet ‘nadere cope’, zoals Van der<br />
7 A.C.F. Koch e.a., Oorkondenboek van <strong>Holland</strong> en Zeeland tot 1299 (hierna: OHZ) I nr. 198.<br />
8 Dekker, Kromme Rijngebied 247-257, 486-492; Buitelaar, Ministerialiteit, 26-30.<br />
9 Regesten in Ons Voorgeslacht (hierna: OV) 42 (1987) 395 nr. 10.<br />
10 Afgebeeld in P. Leeflang e.a. (red.), In de Rijn-vaart der Volkeren (Alphen a/d Rijn 1998) 43 respectievelijk <strong>Holland</strong> 36 (2004)<br />
260 afb. 2.<br />
11 OV 42 (1987) 391, nr. 4. De recognitietijns (twee kapoenen of acht stuivers per jaar voor vier hofsteden) werd nog geheven<br />
in 1628.<br />
12 H. van der Linden, ‘Het ontstaan van de dorpen in de Rijnstreek’ in Leeflang e.a. (red.), Rijn-vaart 42-43.