24.09.2013 Views

Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland

Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland

Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

128 Boekbesprekingen<br />

Bezuidenhout. Hoewel daarbij het archief verloren<br />

ging, is het Kok toch gelukt een indringend beeld<br />

te geven van het Hof tijdens de bezettingsperiode.<br />

Hij neemt daarin met beslistheid stelling tegen de<br />

opvatting dat “de rechterlijke macht in haar totaliteit<br />

zich nauwelijks tegen de bezetter heeft durven<br />

verzetten” (blz.. 131), wel vooral ontstaan door<br />

de slappe houding van ’s Lands hoogste rechtscollege,<br />

de Hoge Raad. Bij het Haagse Hof namen<br />

twee raadsheren ontslag wegens de oprichting van<br />

het Vredegerechtshof, dat zij niet ten onrechte als<br />

een aan de Nederlandse rechtsbeginselen vreemd<br />

‘politiek rechtscollege’ beschouwden.<br />

Drie onderwerpen die in de hoofdstukken betreffende<br />

de periode na de Tweede Wereldoorlog<br />

aan de orde komen en daar grote aandacht krijgen,<br />

beschouw ik als de belangrijkste. Vanaf kort na de<br />

bevrijding functioneerde jarenlang naast de ‘normale’<br />

rechtspleging de bijzondere rechtspleging.<br />

Deze nam kennis van vermeende vergrijpen door<br />

wat men aanduidde als ‘foute’ Nederlanders en leden<br />

van de bezettende macht. Onder degenen die<br />

daarbij functies bekleedden, waren velen die ook<br />

deel hadden uitgemaakt van de zittende of staande<br />

magistratuur bij het Haagse Hof. Een prominente<br />

rol onder hen bekleedde mr. J. Zaaijer, als procureur-fiscaal<br />

bij het Bijzonder Gerechtshof in Den<br />

Haag, aanklager in de zaken tegen onder meer<br />

Blokzijl, Mussert en Rauter, tussen 1939 en 1942<br />

ambtenaar OM in Den Haag en advocaat-generaal<br />

bij het Hof aldaar van 1950 tot 1968. Hij is de centrale<br />

figuur in het 12 e hoofdstuk.<br />

Het kwam tot de bouw van een nieuw Paleis van<br />

Justitie (in twee fasen: tussen 1968 en 1974 en tussen<br />

1993 en 1998). Dit bood aanmerkelijk meer<br />

ruimte dan het oude, om accommodatie te kunnen<br />

verschaffen aan alle Haagse gerechten en hun parketten,<br />

behalve de Hoge Raad, hetgeen nodig was<br />

omdat bijvoorbeeld het Hof inmiddels was uitgebreid<br />

met een Belastingkamer.<br />

Het aantal vrouwelijke magistraten in Nederland<br />

nam aanmerkelijk toe (in 1915 was de eerste<br />

vrouwelijke griffier beëdigd, kort na de oorlog<br />

volgde de eerste vrouwelijke rechter). De eerste<br />

vrouwelijke raadsheer in het Haagse Hof is mr.<br />

L.A. Cleveringa, dochter van een raadsheer-plaatsvervanger<br />

in het Haagse Hof die geschiedenis gemaakt<br />

heeft door zijn moedige rede in Leiden op<br />

26 november 1940.<br />

Eén van de charmes van dit boek komt voort uit<br />

de omstandigheid dat het geschreven is door een<br />

insider. Dat maakt het kritische commentaar dat zo<br />

nu en dan, haast terloops en steeds hoffelijk, is ingelast<br />

(bij voorbeeld op blz. 178-179 betreffende de<br />

besluitvorming vóór de bouw van het nieuwe Paleis<br />

van Justitie) des te waardevoller. Sympathiek doet<br />

aan hoe de auteur soms blijkt geeft van zijn verbondenheid<br />

met het onderwerp door uitdrukkelijk de<br />

verdiensten van een beschreven persoon voor het<br />

Hof te beklemtonen. Met name genealogisch geïnteresseerden<br />

zullen gebaat zijn met de achteraan<br />

opgenomen uitvoerige lijsten met persoonsgegevens<br />

betreffende functionarissen bij het Hof. Voor<br />

wie in prosopografie belangstelt, is een extra aantrekkelijkheid<br />

dat daarin aandacht wordt besteed<br />

aan onderlinge verwantschappen.<br />

Tot slot een enkele kritische opmerking. De op<br />

blz. 55 vermelde jhr. Willem van Liere zal wel deel<br />

uitgemaakt hebben van een gezantschap naar Venetië.<br />

Dat de leden van het Haagse Hof zich tegenover<br />

‘foute’ collega’s overeenkomstig gedragen<br />

hebben als hun Amsterdamse ambtsbroeders, zoals<br />

op blz.137 gesuggereerd wordt, lijkt mij niet<br />

meer dan een, overigens plausibele, veronderstelling,<br />

die bij gebrek aan gegevens niet voldoende<br />

kan worden onderbouwd.<br />

Dr.Ph.M.Bosscher<br />

M.-Ch Le Bailly & Chr. M. O. Verhas, Hoge Raad van<br />

<strong>Holland</strong>, Zeeland en West-Friesland (1582-1795). (Hilversum:<br />

Verloren, <strong>2006</strong>), geïll., 94 blz., €10,–,<br />

isbn 90-6550-918-6.<br />

Deze uitgave is de vijfde in een serie procesgidsen<br />

waarvan de totstandkoming wordt begeleid door<br />

een commissie ingesteld door het bestuur van de<br />

Stichting tot Uitgaaf der Bronnen van het Oud-vaderlandse<br />

Recht (Stichting OVR).<br />

De kern van deze procesgids wordt gevormd<br />

door de reconstructie van twee zaken. Eerst een<br />

procesgang in eerste aanleg voor de Hoge Raad,<br />

gevolgd door een procesgang in hoger beroep.<br />

De procesgids begint met een inleiding waar<br />

het ontstaan, de instructie van 1582 en de competentie<br />

van de Hoge Raad worden besproken. Duidelijk<br />

wordt vermeld dat de Hoge Raad die we nu<br />

in ons rechtsstelsel kennen, alleen maar overeenkomst<br />

kent in de naam met de Hoge Raad van<br />

1582-1795. Omdat de lezer niet kan terugvallen op<br />

hedendaagse kennis van het Nederlandse rechtsstelsel,<br />

is dit eerste deel van groot belang om in<br />

korte tijd de later gereconstrueerde procesgangen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!