Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
140 Boekbesprekingen<br />
J.J. Voskuil, die als achttienjarige thuis moest<br />
onderduiken terwijl Duitse militairen het huis<br />
doorzochten. Zijn getuigenis, maar ook die van anderen,<br />
verhaalt van de angst, de onzekerheid, de afvoer<br />
naar het oosten en het werken in de kampen.<br />
In het eerste hoofdstuk wordt een kort beeld geschetst<br />
van Den Haag in oorlogstijd. De ligging<br />
vlak aan de kust werd al snel gevoeld door de bouw<br />
van de Atlantikwall. De wijken die het dichtst aan<br />
de zeekant waren gelegen, werden door de Duitsers<br />
geëvacueerd en gesloopt om één aangesloten<br />
tankversperring te realiseren. Vugs noemt het een<br />
‘groot litteken dwars door de stad.’ Veel bewoners<br />
werden gedwongen hun huizen te verlaten en elders<br />
onderdak te zoeken. Verder is daar natuurlijk<br />
het tragische bombardement op het Bezuidenhout<br />
in maart van het bevrijdingsjaar en de vele lanceringen<br />
van de Duitse V2-raketten. Deze zogenaamde<br />
vliegende bommen richting Engeland<br />
dreigden nog wel eens vroegtijdig neer te storten<br />
met vele doden en gewonden tot gevolg. De bevrijding<br />
liet lang op zich wachten in de residentiestad.<br />
In het tweede hoofdstuk wordt de aanloop van<br />
de eerste razzia’s in het oorlogsjaar 1940 beschreven.<br />
In juni 1940 worden alle Nederlandse werklozen<br />
opgeroepen zich te melden voor arbeid in<br />
Duitsland. In 1941 volgde deze oproep voor alle<br />
Nederlandse arbeiders en wordt ook de juridische<br />
basis gelegd voor de verplichte tewerkstelling.<br />
Deze dwang werd, naarmate de oorlog vorderde,<br />
ook steeds sterker uitgeoefend door het Duitse gezag.<br />
Vooral de moeizame strijd in Rusland, in<br />
1943, deden de Duitse autoriteiten besluiten om de<br />
buitenlandse arbeidsinzet te verhogen en in dat<br />
jaar vonden er in Den Haag ook razzia’s op kleine<br />
schaal plaats. Hoe slechter de strijd zich voor de<br />
Duitsers ontwikkelde, des harder werd de greep op<br />
de samenleving in de bezette gebieden. In 1944, na<br />
de landing van de geallieerden, werd alles op alles<br />
gezet: totale ‘Kriegseinsatz’ ten behoeve van een<br />
Duitse overwinning. Desnoods met geweld. Het<br />
oppakken van mannen in deze periode was ook ingegeven<br />
door de Duitse angst dat groepen mannen<br />
zich konden mobiliseren en samenwerken met de<br />
geallieerden.<br />
Na ‘dolle dinsdag’ werden er plannen gemaakt<br />
om op grote schaal razzia’s in Nederland te houden.<br />
Als eerste was op 10 en 11 november 1944 Rotterdam<br />
aan de beurt. Deze razzia leverde zo’n 50.000<br />
mannen op, een groot succes voor de Duitse autoriteiten.<br />
De razzia in Den Haag kwam daarmee<br />
eigenlijk als een verrassing. Onder de naam opera-<br />
tie ‘Schneeflocke’ werd, als een voorbode van een<br />
lange koude winter, op 21 november 1944 Den Haag<br />
hermetisch afgesloten en ontdaan van een groot<br />
deel van haar mannelijke bevolking. De beschrijving<br />
van deze razzia komt, dankzij de dagboekfragmenten,<br />
huiveringwekkend tot leven. Vooral de<br />
wanhopige zoektocht door het huis om zich te verstoppen<br />
is tekenend: de kelder, misschien in de<br />
kasten of de vliering? Nee, toch onder de grond.<br />
Even zo talrijk zijn de voorbeelden van, al dan niet<br />
succesvolle, verstopplaatsen. Keukenkastjes, ruimtes<br />
boven schuifdeuren, niets werd onbenut gelaten.<br />
Over het optreden van de militairen verschillen<br />
de getuigenissen. De één verhaalt van stampende<br />
laarzen en veel geschreeuw, terwijl de ander getuigt<br />
van onwillige militairen die zich verontschuldigen<br />
voor deze ‘blotsin’ en het huis vluchtig doorzoeken.<br />
Totaalcijfers van de Haagse razzia zijn nooit vastgelegd<br />
maar de opbrengst was minder dan waar de<br />
Duitse autoriteiten op gehoopt hadden.<br />
De opgepakte mannen werden samengebracht<br />
in enkele verzamelplaatsen in de stad. Scholen, de<br />
dierentuin en het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen,<br />
en al snel bleek dat deze onderkomens<br />
niet berekend waren op de komst van zoveel<br />
mannen. Het gebrek aan slaapplaatsen, voedsel en<br />
hygiëne wreekte zich al gauw. Dit leverde vele benauwde<br />
uren op. In de dagen daarna werden de<br />
Hagenaars afgevoerd in rijnaken via Amsterdam<br />
naar Kampen. Daar kon even op adem worden gekomen<br />
in de Van Heutszkazerne vanwaar er een<br />
opsplitsing plaatsvond: één deel werd tewerkgesteld<br />
in Nederland en een ander deel vertrok, onder<br />
meer, naar een werkkamp in Rees, Duitsland.<br />
In het hoofdstuk ‘In Duitsland’ gaat Vugs in op<br />
de leef- en werkomstandigheden in de kampen.<br />
Per plaats kon dit enorm verschillen. In Lingen<br />
werden de mannen ondergebracht in een school<br />
en kon men zich douchen. Anderen werden tewerkgesteld<br />
in het door geallieerden zwaar getroffen<br />
Hamburg en maakten regelmatig de luchtalarmen<br />
en bombardementen mee. Jan Riebroek’s<br />
getuigenis, waarvan Vugs o.a. gebruik maakte,<br />
verhaalt van 95 luchtalarmen in twee maanden<br />
tijd. Tijdens de bombardementen ‘schudde en<br />
dreunde de aarde onder het geweld van de Britse<br />
bommen’. De meeste Haagse mannen kwamen<br />
echter terecht in kamp Rees, een berucht kamp<br />
waar uiteindelijk één op de tien van hen het leven<br />
zou laten. Het werk bestond uit het maken van<br />
loopgraven en tankwallen. Het onderkomen was<br />
zeer pover, een deel was ondergebracht in een