26.09.2013 Views

DE BIJBELSE ROL VAN OUDSTEN EN DIAKENEN IN DE VOLLE ...

DE BIJBELSE ROL VAN OUDSTEN EN DIAKENEN IN DE VOLLE ...

DE BIJBELSE ROL VAN OUDSTEN EN DIAKENEN IN DE VOLLE ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Volgens Efeze 4:11-16 moet het onderricht en de toerusting van de gemeenteleden op<br />

zo een niveau geschieden dat de gemeente een soort kweekvijver wordt van<br />

gekwalificeerde personen die op elk gewenst moment in verschillende bedieningen<br />

zouden kunnen worden aangesteld.<br />

Dit wordt duidelijk geïllustreerd in Handelingen 6:1-6. Wanneer er op een bepaald<br />

moment behoefte is aan personen met een bepaalde kwalificatie voor een bepaalde<br />

bediening, worden die probleemloos uit de (“kweekvijver” van de) gemeente gehaald.<br />

We zien daar mannen als Filippus en Stefanus naar boven drijven die volledig voldoen<br />

aan dienstknechtgerichte kwalificaties. Opmerkelijk is dat zij, ondanks dat, gewoon<br />

actief bleven als discipelen in de gemeente, totdat zij werden aangesteld in de<br />

eerdergenoemde bediening. Niemand duwde hun naar voren en zij duwden zichzelf ook<br />

niet voren. Volgens de zogenaamde bedieninggerichte aanpak, gaan zij pas aan de<br />

slag wanneer er echt een bediening voor hen is; en dan ook niet op het niveau van het<br />

ambt van oudste of diaken.<br />

Kunst (1991:116) ziet in de eigenschappen voor het aanstellen van oudsten in 1<br />

Timotheüs 3 en Titus 1, ook gaven voor de bediening namelijk: bekwaam om te<br />

onderwijzen, het woord der waarheid vasthouden, in staat zijn te vermanen op grond<br />

van de gezonde leer, in staat zijn de tegensprekers te weerleggen.<br />

Verder willen wij ook bij het ontwikkelen van een plan voor het functioneren van het<br />

ambt van oudsten of opzieners voor de gemeente “The Open Door”, zeker nadenken<br />

over de tekst in 1 Timotheüs 5:17: “De oudsten die goede leiding geven, komt dubbele<br />

eerbewijs toe, vooral hun, die zich belasten met prediking en onderricht”.<br />

De tekst laat ons zien dat er oudsten waren die goede leiding konden geven, maar<br />

daarnaast ook bekwaam om te prediken en onderricht te geven. Kennelijk waren er ook<br />

oudsten die misschien niet in staat, waren om te prediken of te onderrichten, maar wel<br />

goed op andere gebieden binnen hun gemeenten.<br />

Zij waren geen predikanten of leraren, maar zij hadden herdersharten. Zij waren<br />

door God in het bijzonder toegerust om zich het lot van de hulpelozen aan te<br />

trekken en de kudde te wijden. Zij waren goede leiders, ondanks het feit dat zij<br />

niet predikten of onderricht gaven (Sjöberg, 1970:28).<br />

98

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!