Nota reacties en commentaar - Provincie Groningen

vervallen. De besturen beschikken nu over een nieuw pakket van instrumenten. Zo kan het provinciebestuur zelfstandig een inpassingplan, projectbesluit of een verordening
vaststellen of een proactieve of een reactieve aanwijzing geven.
De verantwoordelijkheid voor een goede ruimtelijke ordening ligt in beginsel bij de gemeente. Als een ruimtelijk belang het gemeentelijk niveau overstijgt, kunnen provincies of
het Rijk deze verantwoordelijkheid naar zich toe trekken, maar alleen als het uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk is dat deze belangen als nationaal of
provinciaal belang worden aangemerkt.
De wetgever heeft de nationale, provinciale en gemeentelijke belangen niet gedefinieerd , maar laat dit aan de overheden zelf over. Belangen zijn immers afhankelijk van tijd en
plaats en soms ook van de politieke actualiteit of inschatting. Keuzes worden dus mede bepaald door maatschappelijke en sociaal-economische opvattingen, en kunnen ook
politiek en tijdgebonden zijn.
Nationale en provinciale belangen
Nationale ruimtelijke belangen
Het Rijk heeft in juli 2008 in verband met de uitvoering van de nWro de "Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid" vastgesteld. Dit stuk bevat een overzicht van alle nationale
ruimtelijk belangen uit de verschillende PKB's (planologische kernbeslissingen) en de voorgenomen verwezenlijking daarvan.
Verder heeft het Rijk op 15 oktober 2008 een voorlopig ontwerp AMvB Ruimte uitgebracht. Het betreft een ambtelijk werkdocument dat is neergelegd bij het Interprovinciaal
Overleg (IPO) en bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), om provincies en gemeenten in de gelegenheid te stellen mee te denken in het ontwerpproces voor
deze AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur) .
Hoewel in dit stadium nog slechts sprake is van een werkdocument, is duidelijk dat het Rijk een aantal onderwerpen van nationaal belang acht, en die via de provincie en de
provinciale verordening wil borgen. Het gaat hierbij om de volgende belangen:
- bundeling van verstedelijking, locatiebeleid economische activiteiten (bebouwing buiten het bestaand gebouwd gebied, Ruimte voor Ruimte, Rood voor Groen,
locatiebeleid voor bedrijven en voorzieningen, nieuwe vestigingslocaties perifere detailhandel, doorwerking van de SER-ladder)
- ecologische hoofdstructuur (financieel en organisatorische realiseerbaarheid, natuurkwaliteit en spelregels)
- Nationale Landschappen (vastleggen migratiesaldo nul, ‘ja mits, nee tenzij’-principe)
- Waddenzee (hoogte bebouwing, windturbines)
Provinciale ruimtelijke belangen
De provinciale ruimtelijke belangen in het POP en de Omgevingsverordening zijn voor een belangrijk deel gebaseerd op POP2. In verband met de nWro hebben Provinciale
Staten op 23 april 2008 een gedragslijn vastgesteld voor de inzet van provinciale instrumenten voor de doorwerking van het provinciale ruimtelijke beleid (POP2) en de daarmee
samenhangende organisatie en werkwijze. Deze gedragslijn is vastgelegd in de nota 'Invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening’. Daarbij zijn de volgende provinciale
belangen onderscheiden:
195