Nota reacties en commentaar - Provincie Groningen

Inspreker Samenvatting zienswijze POP Commentaar en verwerking
loop van voer en mest is in de melkveehouderij vaak beter gesloten dan in de intensieve
veehouderij, waar het voer soms van ver komt en de mest in andere (verder gelegen)
gebieden wordt afgezet. Ook biedt de huisvesting van melkveehouderijbedrijven
meer ruimte voor het inlaten van licht en lucht, hetgeen beter is voor de gezondheid en
het welzijn van de dieren. De trend in de melkveehouderijsector is dat de stallen steeds
opener worden en dat steeds meer rekening wordt gehouden met de bewegingsvrijheid
van de koeien.
Wij vinden het belangrijk dat de melkveehouderij een belangrijke positie blijft houden in
Groningen. In het POP willen wij daarom dit onderscheid laten terugkomen. Wij daarbij
willen eisen stellen aan de ontwikkeling van grootschalige melkveehouderijen op het
punt van de landschappelijke inpassing, zoals dit ook gebeurt bij de uitbreiding van
andere agrarische bedrijven.
G27
Het is onduidelijk waarom het biologisch houden van dieren en het
houden van melkvee, schapen of paarden niet als intensieve veehouderij
worden aangemerkt.
Het biologisch houden van dieren is een duurzame vorm van veehouderij die wij toejuichen.
De beperkingen die wij stellen aan de uitbreiding van intensieve veehouderij
laten wij daarom niet gelden voor biologische veehouderij. Wij beschouwen het houden
van melkvee, schapen en paarden als wezenlijk andere activiteiten dan intensieve
veehouderij. Wij verwijzen hierbij naar ons antwoord op de vorige reactie.
G21, G25 De omschrijving van grondgebonden agrarische bedrijfsvoering is
voor verschillende uitleg vatbaar. Een melkveehouder zou volgens
de ontwerp-POV namelijk kunnen worden gezien als nietgrondgebonden
agrariër, aangezien hij doorgaans zijn koeien een
groot deel van het jaar op stal heeft staan.
Wij beschouwen melkveehouderij als een grondgebonden activiteit, ondanks het feit
dat de koeien een groot deel van het jaar op stal staan. De grond is namelijk in gebruik
voor de voederwinning (gras en/of maïs), voor het uitrijden van mest, voor beweiding
en voor uitloop.
L35
L10
Bestaande intensieve veehouderijbedrijven moeten zich in de buurt
van het oude bedrijf opnieuw kunnen vestigen. Ze kunnen zich niet in
een keer hervestigen, tenzij de provincie hiervoor een speciale regeling
treft ("rood voor rood" of verplaatsing waarbij DLG de gebouwen
overneemt).
Er worden geen nieuwkomers voor intensieve veehouderij toegelaten.
Bestaande intensieve veehouderijen, die vaak vanuit het zuiden
van het land komen, mogen wel uitbreiden. Zij zijn echter in feite de
nieuwkomers in deze streek.
De mogelijkheden voor hervestiging van bestaande intensieve veehouderijen hebben
wij in artikel 4.20 van de POV genoemd. Wij kiezen hierbij niet stimulerende maatregelen
om hervestiging te bevorderen, zoals rood-voor-rood-regelingen.
Wij maken in ons beleid over uitbreiding van bestaande intensieve veehouderijen geen
onderscheid in de afkomst van agrarische ondernemers.
G3, G12 Verzoek om voor het gebied tussen Langeweg, Polderdwarsweg en
Polderweg in Oostwold een uitzondering te maken op het verbod tot
vestiging van een neventak voor intensieve veehouderij in artikel
4.20 van de POV. De Oldambtgemeenten hebben die mogelijkheid
namelijk opgenomen in hun Kadernota buitengebied.
Ook voor het betreffende gebied in Oostwold geldt het verbod op nieuwvestiging van
een neventak voor intensieve veehouderij zoals omschreven in artikel 4.20 van de
POV. Hiervoor gelden ook de rechtstreeks werkende regels (artikel 4.48 van de POV).
84