Nota reacties en commentaar - Provincie Groningen

schappelijke en cultuurhistorische waarden.
Opmerking [ 87]: gewijzigd
Artikel 4.43 Groene linten
1. Een bestemmingsplan dat van toepassing is op de in bijlage 12, kaart 6a, aangegeven
groene linten stelt regels ter bescherming van de wegbeplanting en daarmee samenhangende
slingertuinen.
2. Deze regels betreffen in ieder geval
a. het behoud van de bestaande wegbeplanting en inrichting van de daarmee samenhangende
slingertuinen;
b. het voorkomen van onnodige kap en het verplichten van herplant.
Artikel 4.44 Waddenzee
Toelichting op artikel 4.44
Een bestemmingsplan dat van toepassing is op de Waddenzee zoals aangeduid in bijlage
5 voorziet niet in:
a. exploratie- of exploitatieboringen naar aardgas; of
b. de aanleg van leidingen buiten de in bijlage 11, kaart 5c aangegeven leidingstroken.
Wij willen geen boringen naar aardgas of leidingen buiten de aangegeven leidingstroken
in de Waddenzee. Wij achten dit niet verenigbaar met de landschappelijke
waarden en natuurwaarden van het gebied. Het gaat hierbij uitdrukkelijk om winning
en proefboringen in de Waddenzee. De winning van aardgas uit de Waddenzee
vanaf het vasteland is wel toegestaan.
Artikel 4.45 Bos- en natuurgebieden buiten de ecologische hoofdstructuur
Toelichting op artikelen 4.45 en 4.46
Voor zover een bestemmingsplan betrekking heeft op gronden die deel uitmaken van de in
bijlage 10, kaart 4, aangegeven bos- en natuurgebieden buiten de ecologische hoofdstructuur,
voorziet het plan niet in wijziging van de bestemming of wijziging ter zake van het
gebruik van de grond ten gevolge waarvan in significante mate afbreuk wordt gedaan aan:
a. het areaal van de tot het bos- en natuurgebied behorende gronden en/of
b. de actuele natuurlijke, landschappelijke en cultuur historische waarden van het bos- of
natuurgebied.
Artikel 4.46 Ontheffingsmogelijkheid artikel 4.45
In dit artikel is de planologische bescherming van bos- en natuurgebieden buiten de
EHS opgenomen, waarbij nauwe aansluiting is gezocht bij het beschermingsregime
ten aanzien van de EHS. Ook hier (vergelijk de toelichting op artikel 4.31) geldt dat
wat in concrete gevallen onder 'in significante mate' moet worden verstaan, van geval
tot geval beoordeeld zal moeten worden. Bij twijfel verdient het aanbeveling in
overleg te treden met de ambtelijke dienst van de provincie.
Voor wat betreft de in artikel 4.46 opgenomen ontheffingsmogelijkheid, verwijzen wij
hier kortheidshalve naar de toelichting op artikel 4.32.
Opmerking [ 88]: gewijzigd
252