BUNDELING: EEN GOUDEN GREEP? - KpVV
BUNDELING: EEN GOUDEN GREEP? - KpVV
BUNDELING: EEN GOUDEN GREEP? - KpVV
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
RUIMTELIJKE ORDENING IN HET WESTEN<br />
In 1956 werden de eerste schreden gezet op weg naar het later beroemd geworden concept van<br />
‘gebundelde deconcentratie’. De Rijksdienst voor het Nationale Plan, sinds 1965 Rijksplanologische<br />
Dienst geheten, spreekt in het korte rapport Het Westen . . . en overig Nederland bezorgd van het<br />
gevaar van “te grote aaneengesloten massa’s” van stedelijke bebouwing, waarbij buitenlandse<br />
metropolen als Berlijn, Parijs en Londen waarschuwende voorbeelden moeten zijn. 7<br />
20<br />
B U N D E L I N G : E E N G O U D E N G R E E P ?<br />
De rapport ‘Het Westen…<br />
en overig Nederland’<br />
uit 1956, startpunt voor<br />
het bundelingsbeleid.<br />
RANDSTAD ZONDER ‘HYPERTROFISCHE GROEI’<br />
Teveel nationale concentratie van stedelijkheid als een zich steeds vergrotend speerpunt was ongewenst,<br />
want “een zo sterke concentratie is voor een goede vervulling van de centrumfunctie eer<br />
schadelijk dan voordelig”, stelt het rapport. Vooral Parijs was een dergelijk waarschuwend voorbeeld<br />
van onbeheerste verstedelijking: “men ziet aan een land als Frankrijk met een hypertrofische groei<br />
van zijn centrale agglomeratie, hoe de verhoudingen ontwricht worden wanneer één centrum een<br />
overmatig deel van alle nationale krachten tot zich trekt”. Aan de andere kant was een losse verspreiding<br />
van talrijke kleinere steden ook geen goede oplossing. Er zouden in de Randstad zoveel<br />
‘satellietsteden’ nodig zijn, dat er onvoldoende ruimte overbleef “indien men tenminste de noodzakelijke<br />
wisselwerking tussen stad en land wil behouden.”<br />
In de jaren vijftig leefde voor het eerst met enige kracht de gedachte dat je het Westen in bestuurlijke<br />
samenhang moest bekijken, zegt Theo Quené, die vanaf 1956 bij de Rijksdienst van het<br />
Nationale Plan werkzaam was, in de jaren zeventig directeur-generaal Ruimtelijke Ordening werd<br />
en later voorzitter van de VROM-raad. “Het Westen moest niet meer alleen vanuit afzonderlijke<br />
organen als de verschillende gemeentes en provincies of het rijk worden bekeken, maar juist<br />
gezamenlijk. Die samenhang was er destijds niet. In de Commissie Westen des Lands waren al<br />
deze lichamen vertegenwoordigd en werd gezocht naar een coördinatie in het bestuur van dit<br />
deel van het land.”<br />
Opmerkelijk is dat het woord Randstad in dit eerste nationale planningsdocument al gebruikt<br />
wordt. Het was overigens toen al een gangbare term voor de verzameling losse steden in het<br />
westen van het land: het woord schijnt midden jaren dertig geïntroduceerd te zijn door Albert<br />
Plesman, de toenmalige directeur van KLM. 8 De Randstad was dan wel geen uitvinding van de<br />
nationale plannen, maar bleek als concept bijzonder richtinggevend in de beleidsrapporten en<br />
nota’s vanaf de jaren vijftig tot op heden.<br />
DREIGEND RUIMTEGEBREK<br />
Het Westen was dan ook het eerste gebied van Nederland waar zich de aandacht op richtte in<br />
de geschiedenis van nationale ruimtelijke ordening. Aan de ene kant moet een ‘te grote samenballing’<br />
van verstedelijking worden vermeden – een probleem dat met de grote bevolkingsgroei<br />
en industrialiserende economie eenvoudig tot onbeheersbare dimensies zou leiden. Er was<br />
sprake van ‘overvolle binnensteden’ en ‘uitgestrekte negentiende-eeuwse wijken met veel te<br />
dichte bebouwing’, terwijl het opkomende forensisme de steden nog meer deed uitdijen. Dat<br />
forensen gebeurde in die tijd voornamelijk per trein. Hiermee dreigt de Randstad buiten de<br />
historische kernen één grote suburb te worden, stelt het rapport, omdat de verschillende steden<br />
aan elkaar gaan groeien en natuurgebieden worden “opgeslokt”. Het aaneengroeien van de<br />
grotere steden in de Randstad zou op die wijze ongewild toch tot een metropool van buitenlandse<br />
dimensies kunnen leiden.