25.03.2014 Views

BUNDELING: EEN GOUDEN GREEP? - KpVV

BUNDELING: EEN GOUDEN GREEP? - KpVV

BUNDELING: EEN GOUDEN GREEP? - KpVV

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

eeld.” Er bestond tot het begin van de jaren tachtig nog steeds het idee dat de steden in de Randstad<br />

niet teveel moesten groeien. “De Vierde Nota is wat dat betreft een echte omslag: bouwen in<br />

en aan de vier grote steden krijgt prioriteit en de twee mainports krijgen de ruimte om verder te<br />

groeien. Toch zie je nog steeds wel die spanning tussen centrum zoeken en centrum vlieden”, zegt<br />

Leeflang. Het Nederlandse thema van de spanning tussen concentratie en deconcentratie blijft ook<br />

in de jaren negentig actueel. We blijven zowel de grote metropool als het verstrooide urban field<br />

schuwen. “Maar de Vierde Nota heeft er toch voor gekozen om daarbij de centrumzoekende krachten<br />

te accentueren. Dat is het hele punt geweest van de nabijheid van en het draagvlak voor stedelijke<br />

voorzieningen en werkgelegenheid.”<br />

Het derde punt van aanpassing gaat over uitvoerbaarheid, financiering en de afbakening van de verantwoordelijkheid<br />

van de overheid in de ruimtelijke ordening. Niet langer wordt aangenomen dat<br />

de overheid zelf de grootste verstedelijkingsoperaties moet betalen, zoals de formule van VROM<br />

door het samengaan van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening lange tijd gewerkt heeft. “Meer<br />

dan tot nu toe zullen de mogelijkheden voor samenwerking tussen overheid en particuliere sector<br />

worden gebruikt”, stelt de nota. Hans Leeflang denkt dan ook dat het latere succes van de Vinex voor<br />

een groot deel te danken is aan publiek-private samenwerking (pps). “Ineens kregen private partijen<br />

ruimte, en werd er met hen onderhandeld. Het was ook het begin van de verzelfstandiging van<br />

woningcorporaties.”<br />

EUROPESE CONCURRENTIE<br />

De Vierde Nota legt, net als het Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer, een zwaar accent op<br />

internationalisering en de gevolgen daarvan voor de ruimtelijke ontwikkeling. In zekere zin is dit ook<br />

een soort terugkeer naar de allereerste nota’s, zoals in de Tweede Nota waarin Nederland bescheiden<br />

afgebeeld werd als ‘slechts’ een regio in Europees perspectief. In Het Westen ... en overig Nederland<br />

uit 1956 schrijft men meer zelfverzekerd over de Rijn als ‘hartader van Europa’ en de voordelen<br />

van de ‘bij uitstek gunstige verkeersligging’ van Nederland in Europa. Deze gedachte van ambitieuze<br />

toegangspoort tot een groter achterland keert terug, nu geactualiseerd door de vrije markt die in<br />

1992 binnen de Europese gemeenschap zou ontstaan.<br />

Dit leidt meteen tot een tweede hoofdthema van deze nota: concurrentie en concurrentiepositie. Dit<br />

thema werkt op meerdere punten in de nota door: de concurrentie tussen steden onderling, het bieden<br />

van een aantrekkelijk vestigingsklimaat, of de positie van Nederland als distributieland in Europa<br />

en de mainports van de Rotterdamse haven en Schiphol. Het motief van ‘aantrekking’ heeft te<br />

maken met meer algemene economische ontwikkelingen: nieuwe industrieën en bedrijven zijn minder<br />

plaatsgebonden, footloose, en kunnen vrijer kiezen waar ze zich willen vestigen. Dus moet de<br />

stad ook iets van sprankeling kunnen bieden. Niet eerder is in nota’s op zo’n manier over steden en<br />

ruimtelijke ordening gesproken: als objecten die met een eigenmachtig beheersbare aantrekkingskracht<br />

ingezetenen en vooral bedrijven kunnen werven.<br />

57<br />

B U N D E L I N G : E E N G O U D E N G R E E P ?<br />

<strong>BUNDELING</strong> IN EN AAN DE STAD<br />

Vanuit dit perspectief wordt het concept bundeling nu dan ook direct op de stad zelf betrokken: een<br />

compacte stad met stedelijke allure is het streven - hoewel de schaal van onze losse steden zich niet<br />

echt met buitenlandse centra als Parijs, London of Berlijn laat vergelijken. De allure wordt in gang<br />

gezet door de introductie van grote sleutelprojecten in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Maar<br />

ook klinkt ze door in de aanwijzing van ‘stedelijke knooppunten’ en de ‘versterking van centrumposi-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!