decreeten

54 9 MAART 1797.
Vryheid,
Gelykheid, Broederfchap.
De Commisfie tot den IFaterftaat
in het Noordelyk gedeelte
dezer Provinte,
aan
Het Provinciaal Committé van
Holland.
MEDEBURGERS !
„ Toen wy ons, ingevolgen het Decreet der Pro-
„ vifioneele Reprefentanten, van den 27. Oótober
» 1 795' onledig hielden, met de overwecging, van
„ alle die poinéten, welke betrekking hadden tot de
„ verbetering van den Waterllaat in het Noordelyk
„ gedeelte dezer Provintie, en wel bepaaldelyk van
„ Raaxmaats- en Schermeers - Boezems, oordeelden
wy, dat deze verbetering in de allereerfte plaats
„ gezogt moest worden in de vermeerdering van uit-
„ watering, dat is gezegt, in het neemen van zodanige
maatregulen, waar door van de thans exteerende
uitwateringen het best mooglyk gebruik gemaakt
zoude kunnen worden.
Wy begrepen derhalven, dat, ten aanzien van
„ Schermeers - Boezem, voornaamlyk onzen aandagt
verdiende, de wel eer geprojecteerde verwyding
Ï, of vergrooting der capaciteit van het Zyperfluisje,
„ ten einde in gelyke tyden eene grootere hoeveel-
„ heid Waters van Schermeers - Boezem, door de zoo
„ gunftig gefitueerde Oude-Sluis in Zee te kunnen
ontlasten.
„ Inmiddels behaagde het uwer Vergaderinge, om
„ by Decreet van den 16. Juny des voorleden jaars,
„ niet alleen onze Commisfie te continueeren; maar
„ ook