decreeten

15 MAART 1797. * 401
„ by wettige verhindering, derzelver Plaatsvervan-
„ gers, te doen byeenkomen, op Dingsdag den 2. de-
„ zer, ten einde dezelve procedeeren, ingevolge bet
„ Reglement van 5. February tot verkiezing van een
„ Lid en een Plaatsvervanger voor 't Beftuur van
„ deze Provintie.
„ Insgelyks heeft zich ten fine van ontflag by Mis.-
„ five aan ons geadresfeerd , de Burger J. Konynen-
„ burg, op fundament, dat, hoe zeer anders bereid
„ 't Vaderland van dienst te zyn, zich in dit tegen-
„ woordig geval eene zwarigheid opdeed, voortvloei-
„ jende uit den Post, welke hy als Hoogleeraar by
„ de Broederfchap der Remonftranten bekleed, en
„ dewelke voor hem dusdanig verbindend is, dat hy
„ zich verplicht oordeeld, op dien grond zyn ontflag
„ te verzoeken, daar wy deze reden allezins valabel
„ vinden, zoude wy U!. advifeeren, dat deze Hoog-
„ leeraar, even als den Hoogleeraar Foor da, in den
„ voorleden jaare, zoude behoren te worden ontfla-
„ gen, en hem daar van behoord te worden gegee-
„ ven kennis. Dat wyders deszelfs Plaatsvervanger,
„ de Burger Cornelis Spanjaart, te Swammerdam,
„ van datgegeeven ontflag, behoort te worden geïn-
„ formeert; engewaarfchuwt, om zich gereed te hou «
„ den, ten einde zich aanftaand.m Dingsdag alhier te
„ fisteeren, op die tyd en plaatze, welke hem, van
„ wegens deze Vergadering, nader kennelyk zal wor-
„ den gemaakt.
„ En laatftelyk hebben wy ten fine van ontflag ont-
„ fangen eene Misfive van den Burger .^w Glafekas,
„ tot Lid van dit Beftuur in het 6. Diftriét verkoren,
„ dan hoe zeer in gemelde Misfive wel voorkomen,
„ voor hem uit hoofde zyner affaire zeer gewigtige
„ zwarigheden, zo vinden wy dezelve egter niet van
„ dat belang, dat deszelfs ontflag aan hem volgen*
P a .
» den