decreeten

ÏOO ii MAART 1797.
legueerd, verzoekende, ontflag van Fideïcommis der
erfportie, aan den Requestrant, uit kragt van de daarby
gemelde testamentaire dispofitie van wylen Willem
Berghuis en Hendrina van Beest opgekomen.
Waar op, na deliberatie, is goedgevonden , de
Erfportie, aan den Requestrant, uit kragte van de
bovengemelde testamentaire dispofitie van wylen Willem
Berghuis en Hendrina van Beest opgekomen,
uit den band van Fideïcommis, daarop by hetzelve
Testament gelegd, te ontflaan ; mits eene voldoende
cautie ten genoegen van de^Municipaliteit van Amfterdam
worde gefteld, dat ingeval de Requestrant op
zyn overlyden, Kinderen uit eene wettige geboorte
mogt nalaten, en alzoo alsdan het cafus Fideïcommisfi
mogt exteeren, de bovengemelde Erfportie, ten behoeve
van die zyner Fideïcommisfaire gefubftitueerdens
naar behooren zal worden opgeleverd; en mitsdien
de Adminiftrateurs van bovengemelde Erfportie
te qualificceren, na dat de voorfz. cautie zal zyn
gefteld, die erfportie aan den Requestrant, vry en
zonder eenig verband overtegeven en te laten volgen,
ten einde hy daar mede zal kunnen doen en handelen,
als met zyne andere vrye eige goederen; en hiervan te
doen depecheeren het nodige Odtroy.
Ontfangen eene Misfive van Prefident en Raaden
in den Hove van Holland en Zeeland van den 24.
February 1. 1.; houdende tot voldoening aan het appointement
dezer Vergadering van den 17. December
1796, derzelver advis op de daar nevens teruggaande
Requeste van Hendrik Koster, thans in 'sLands dienst
van Oorlog, woonende te Amfterdam, aan deze Vergadering
geprefenteerd, ten einde twee Huizen en Erven
aan hem uit den Boedel van wylen zyne Grootmoeder
onder het verband van Fideïcommis opgekomen,
als