decreeten

C » )
rant haatlyke, dat is, berispelyke en onwaars voordragten,
nopens de Franfche of onze Revolutie gedaan
waren, dan ten minften hadden ze, door hem te
hooren, moeten onderzoeken, of hy bepaaldelyk erkende,
Auteur van die voordragten te zyn, 't geen hy
ondertusfchen zegt te kunnen ontkennen , offchoon
hy anderzints geene reeden voor zig vinde, om die
zelfde Voordragten te desavouecren; of zal men liaande
houden, dat niet alleen omtrent de qualificatie der
deliéten, maar ook omtrent hunne realiteit, dat is,
omtrent de waarheid van 't geïmputeerde fait eene
zedelyke overtuiging genoegzaam is, die in het gemoed
biflaat van hem, die de politicque maatregel neemt?
Het is niet te denken noch te hoopen, dat deze
flelregel, die 'r grootfte grondbeginzel van 't Schrikbewind
in Vrankryk heeft uitgemaakt, immer tot (laving
der Bataaffche Revolutie, ten verderve der Natie,
zal aangenomen worden.
Eindelyk moet het Committé, ten refpecte van dit
poinct, 'er nog by voegen, dat, voor zoo veel het
Committé kan nagaan, nimmer tot de jongde Revolutie
toe, eenige dispofitie tegens een Profesfor aan
de Leydfche Univerfiteit, zelfs niet ten overdaan der
toenmalige Souveraine Vergadering, of door derzelver
Coramisfarisfen, genomen is, zonder hem te hooren.
Zulks heeft inzonderheid in de zoo ongelukkige jaaren
van 1618 en 1619 plaats gehad, zoo ten opzichte der
dadelyk afgedelde Profcsforen, als der anderen, die
ee.iige onaangenaamheden ondergaan moesten : Dit
had plaats by de remotie van den Profesfor Abraham
Heydanus: Dit had plaats in 't zeer recente geval
van den Profesfor Bavius Voorda.
En het Committé is van oordeel, dat niemand, die
de Eer eener Revolutie, tot herdel der Vryheid drekkende,
ter harte neemt, gaarne zien zoude, dat dezelf-