decreeten

«6*3 17 MAART 1797.
„ Iaboreerd, derzelver heevigheid Is zodanig dat zy
„ myn phyficq geliel geheel zouden overmeesteren.,
„ wanneer het my niet gelukt de dispofitie tot dit onj,
gemak te boven te komen. Gy zult my derhalven
„ toefiaan dat myn plicht jegens myn Huisgezin van
M my vorderd dat ik daar toe niets onbeproefd laaten.
ff De middelen die ik daartoe zal moeten aanwenden,
tf zullen my tot eene buitenlandfche reize noodzaken,
M
waartoe ik het Zomer -faifoen zal moeten waarneef,
men en derhalven al mogt myne herftelling volgen,
ff ik my niet van de aan my door het 44/fe Diftrift
tf van deeze Provintie opgedragen post als Lid in 't
ff Provinciaal Befiuur, voor September zoude kunff
nen acquiteeren. Ik vinde my dus verpligt, hoe
ff zeer ook myn geheele hart aan het Vaderland geff
wyd zy, my voor het tegenwoordige aan deszelfs
ff dienst te ontrekken en om bovengemelde redenen,
» die niet van myne keuze afhangen, gedwongen
ff Ulieden te verzoeken by het Provinciaal Beftuur
ff deezer Provintie te willen bewerken, dat ik van de
ff op nieuw my opgedragen post werde geëxcufeerd,
„ daar ik dezelve toch niet kan waarneemen 5 ten zy
f, de Vergadering mogt goedvinden mynen Plaatsver-
M vanger opteroepen tot dat de aantewenden middelt
len myne gezondheid zullen herfteld hebben."
Heil en Broederfchap.
's Haage den 17.
Maart 1797.
Het derde jaar der
Bataaffche Vryh.
J. F. H O F F M A N ,
Waar op, gedelibereerd zynde, is goedgevonden
en verftaan ?
den Burger Hofman -uit hoofde van de
zie-