decreeten

t 4° 3
ieder deugdelyk proheeren zouJë , daar aan betaald te h
len.
Dan dat, ingevalle 'er Gelden genegotieerd waren, t
betaling van welkers Capltaalen of Interesfen het prov
van 'die by Octroy te heffen lasten verbonden was, men
het oog houdende het hier voren bepaalde omtrent de ve
lendheid van Godsdienftige Genootfchappen , jaarlyks
de Huizen en Landeryen by omflag het mindere zoude
den i tot extinctie van de Schuld, volgens eene bepaling d
van door de Municipaliteit der Plaats, na voorafgedaan
Oproeping der Stemgerechtigde Burgers, ter approbat
als boven, te ftellen.
Eri dat voor het overige, even als van ouds , voor het
begraven in de Kerken of de Kerkhoven , aan dezelve toe
behoorende, door allen even eens betaald zoude worden,
zonder onderfcheid tot welk Kerkgenootfehap de overledene
behoort had.
En zoude vervolgens van dit te neemen Decreet by Publicatie
aan den Volks kennis kunnen worden gegeven,
waar door dus in eens aan alle verzoeken , tot deze materie
fpecleerende, zal worden' beantwoord ; terwyl aan
die geenen, Welke eenig verzoek tot heffing van eenige
belasting deed, op dezelfde voorwaarde hun 't verzoek
zoude kunnen worden geaccordeerd.
Met opzigt tot het tweede ftuk ik deze Memorie behandelt
, zoude het Committé op de hier bovengelegde gronden
, zonder in eenige deelen Uwl. deliberatien ten willen
preoccuperen, in confideratie geeven , om voor als nog te volharden,
met de zogenaamde Geestelyke Goederen en Com
te gebruiken en te doengebruiken,tot het effectueer en van
de betalingen , die daar uit tot nog toe gedaan zyn ; immers
, tot zoo lange , dat by de vast te ftellene Conftltutié voor
de geheele Bataaffche Republiek eene generaale bepaling
zal gemaakt wezen, het zy door het vastftelien van zekere
Fondfen , waaruit de Godsdienst-oeffening van alle
Gezindten, zonder onderfcheid welke, als een fchuld,
den Staat betamende, word betaalt, of op zoodanige andere
wyze, als de Nationale Vergadering in haare wysheid
als het gefchiktfte middel, tot het doen beftaan dier Burgers
, die Neerlands Volk, die lesfen infeherpen, welke
overeenkomstig de zedelyke Zielsvermogens van den
Mensch g