decreeten

lp8 15 MAART 1797.
i t
micté Word gevraagt, en daar in beftaande: of hèÊ
„ Gemeeneland, de voor deeze werken benodigde
„ kosten, zoude moeten dragen, oftewel dac dezel-
„ ven op eenige andere wyze zouden kunnen worden
„ gevonden, is moeijelyker te decideeren, dan de
„ vorige; in den eerften opflag, zoude men nacuur-
„ lyker wyze , Zeggen moeten , dat gedeelte der
„ Provincie, het geene hier gevaar loopt, van, door
„ het verlies zyner natuurlyke Bolwerken, door de
„ Zee overftroomc te worden, moet de kosten van
„ deszelfs beveiling draagen; maar daar, wanneer
„ dit principe in den ftrikften zin wierd toegepast, 'er?
„ eene groote öngelykheid en hardigheid voor het
„ eene deel der Provincie , boven het andere, uit
„ zou geboren worden; zoude mogelyk een middel-
„ weg in dezen veiligst konnen voorgeflagen worden ,
„ en geadvifeerd, dat, en het Gemeeneland, en het
„ Hoogheemraadfchap van Delfland, de te impen-
„ deerene kosten gezamentlyk droegen; de 19. Stee-
„ nen Hoofden die tusfehen Ter Heide en 's Graven-
„ zande op de Delliandfche Zeeftrand leggen, en door
„ gebrek aan goede diredtie eene zeer aanmerkelyke
„ fomme gelds (veel meer dan behoorde) gekost
„ hebben, zyn door de matige belasting van eenen
„ gulden per morgen over alle de Landeryen vati
Delfland, voor een aanmerkelyk gedeelte reeds vol-
„ daan en het Eigendom van Delfland geworden; ert
,\ de jaarlykfche onkosten van dat gedeelte van het
„ Delliandfche Zeeftrand en Zeeweering zyn zedert
„ het leggen der Hoofden van ruim 20,000 Guldens
's jaars verminderd op 16. a 18. honderd Guldens
„ 's jaars: zoo da> dit aanzienlyk uitfehot van penniri-
„ gen, ongevoelig zal te rug bekomen, en een zeer
„ aanmerkelyk menagement in de jaarlykfche kosten
by Delfland verkreegen worden; en deze confideracie,