decreeten

30» *o MAART 1797.
hem niet toe te laaten tot eenig verhoor of eenige defenfie
hoegenaamd, zelfs niet over de faiten tot grond
daar van gelegt, en die gedeeltelyk door hem ontkend
worden, als . quoad materiam, door het vague, onbefternde
, onbewezene , irrelavante en geheel arbitraire
der befchuldiging zelve, in allen opzigten laboreert
aan radicaak gebreken — dat dit vitieufe, ook zelve
in gevalle eene zo genoemde politique dispofitie in
volle kragt blyft ftand houden, en door geene approbatoire
refolutie der Hoogstgeconftitueerde macht kan
worden weggenomen; maar die remotie uit eigenen
aart doet zyn, nul en wederrechtelyk; •— dat zodanige
arbitraire en wederrechtelyke handelwyze allezins
aanloopt tegen die rechten van den Mensch en Burger,
welke gelyk zy zyn, in alle tyden de grondflagen behooren
te weezen van alle Beftuur, zo-ook door de
provifioneele Reprefentanten zeiven tot regels van hun
gedrag openlyk zyn aangenomen — dat op deeze gronden
niet alleen termen gevonden worden , om Mr. J.
Luzac, als Profesfor in de Vaderlandsfche Historie aan
's Lands Hooge School, te herftellen, maar ook dat
die herftelling, hoe eer, hoe liever dadelyk behoort te
gefchieden. — Mitsgaders dat de dimisfie door voorn.
Mr. J. Luzac, zelve als Profesfor in de Griekfche
Taaie verzogt en genomen, zo wegens de fietrifure,
hem wederrechtelyk aangedaan, als wegens die hoonende
bezwarende en onuitvoerlyke voorwaarden, waar
mede het behoud dier profesfie, by de refolutie van
.remotie verbonden was, niet anders kan b.;fchouwd
worden dan. te zyn één notoir gevolg dier zelve remotie
, en alzo met het in ftand blyven of vernietigen van
deeze, te moeten kracht hebben ofniet; Is, dienvolgende
goedgevonden en verfiaan, de gemelde demisfie
van den Burger J. Luzac, als Profesfor in de Vaderlandfche
Historie te conüdereeren als niet gedaan, en
meer-