decreeten

SA» 16 MAART 1797.
„ ve intentie zoo lang door uitvlugt op uitvlugt opgehouden
te zyn geweest, ook geene zwarigheid
zouden gemaakt hebben, om de in gereedheid ge-
„ bragte Publicatie, noch op den eerften Maart te
„ doen, offchoon derzei 'er werking reeds tegen den
„ derden daaraanvolgende een aanvang zouden heb-
„ ben moeten neemen.
„ Deeze Vergadering zal ligtelyk opmerken, dat
wy in dit opzicht door eene volftrekte noodzake-
„ lykheid gedrongen wierden, zoude wy de vervulling
van de aan onsopgedrageneCommislienietafhange-
„ lyk hebben gemaakt, van het goedvinden van Hun,
3, wierdoel vanagterenblyktnietandersgeweestte zyn,
„ dan om alle verder onderzoek in deezen geheel en
„ al te verydelen.
En daar wy dus oordeelen ten vollen te hebben
„ beweezen, dat wy zoo veel in ons vermogen is ge-
„ weest, hebben getragt te voldoen aan den Geest
„ en Letter van Uiieder Decreet, van den 6.January
„ 1.1., zoo vermeenen wy ook in deezen te hebben ge-
„ defungeerd, terwyl wy verder aan deeze Vergadering
overlaaten, om als nu zodanig in deeze zaak te
handelen, als dezelve in Haare wysheid zal ver-
„ meenen te behoren.
Heil en Broederfchap!
JAN
VAN STYRUM. j
J. J. BOSÉ.
M. TEMMINCK.
Waar op, ^lelibereerd zynde, is goedgevonden
ea verftaan, dé verrichtingen van de voorn, perfonee«