11.07.2015 Views

Niveau 2 - Landelijke campagne Alfabetisering Autochtone ...

Niveau 2 - Landelijke campagne Alfabetisering Autochtone ...

Niveau 2 - Landelijke campagne Alfabetisering Autochtone ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De oefening wordt plenair afgesloten. De cursisten noemen de naam van hun samenwerkingspartneren één antwoord van de gegevens die zij hebben uitgewisseld.Doe-opdracht: vraag en antwoordspelElke cursist krijgt een cijfer (van 0 tot 6). De docent gooit met een dobbelsteen en stelt een vraag.Degene die hetzelfde getal heeft als het aantal ogen dat gegooid is, geeft antwoord op de vraagen geeft daarna de beurt aan een ander. Wanneer alle cursisten een antwoord gegeven hebben,gooit de docent weer met de dobbelsteen en stelt dan de volgende vraag.Vragen:1 Hoe lang woon je al in…2 Wat doe je in het dagelijkse leven?3 Welke cursus volg je? Hoe lang?4 Waar denk je aan als je het woord mentor hoort?5 Waarom wil je mentor worden?6 Waar ben je goed in?Zorg dat iedereen antwoord geeft op vraag 4. (Waar denk je aan als je het woord mentor hoort?)Schrijf deze antwoorden op het bord. Zo ontstaat er een beeld gezien door de ogen van decursisten op het mentorschap.Bespreek dit plenair en vul waar nodig aan (zie ook bijlage 1: Voorbeeld woordweb mentor).Neem de verzamelde antwoorden over. Deze worden de volgende bijeenkomst uitgereikt.Uitleg over de taken van de mentor:Elke cursist krijgt een mentorkaartje (bijlage 2). Deze wordt gezamenlijk (voor)gelezen. Waarnodig legt docent woorden en/of begrippen uit.Denk-opdracht: gemakkelijk – moeilijkLaat iedereen voor zichzelf opschrijven:• Welke taken lijken me gemakkelijk en waarom?• Welke taken lijken me moeilijk en waarom?• Plenair uitwisselen en elkaar aanmoedigen om er achter te komen waar de individueleleerpunten liggen.Taken van een mentor:• Cursisten die net zijn begonnen helpen.• Uitleg geven hoe er gewerkt wordt in de groep.• Anderen helpen om het goede materiaal of programma op de computer te vinden.• Het motiveren en stimuleren van anderen.• Hulp geven of informatie over: de cursus, het lesmateriaal, de computer, het huiswerk, de gangvan zaken binnen de groep.• Bespreekbaar maken hoe het vroeger was op school, hoe het voelt om nu weer te leren, hoehet is om nieuw te zijn in de groep, hoe ze het thuis vinden dat je weer naar school gaat.Uitleg over de inhoud van de cursus en het maken van afspraken:• Aantal bijeenkomsten en de data.• Alles kan gezegd en gevraagd worden; wat er in de training wordt besproken blijft binnen degroep.• Er kunnen altijd vragen tussendoor worden gesteld als er iets niet duidelijk is.• Benoem de thema’s van de bijeenkomsten.• Benoem het interactieve karakter; er wordt een actieve bijdrage van de cursist gevraagd.• Spreek uit welke verwachtingen je van de cursisten hebt.16 Zeg het voort

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!