11.07.2015 Views

Niveau 2 - Landelijke campagne Alfabetisering Autochtone ...

Niveau 2 - Landelijke campagne Alfabetisering Autochtone ...

Niveau 2 - Landelijke campagne Alfabetisering Autochtone ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Spreek af wie begint, dit is degene die de kookinstructie geeft (A). De ander (B) luistert goed, steltvragen als hij het niet begrijpt. Na de kookinstructie probeert B in zijn eigen woorden te vertellenhoe het recept klaargemaakt dient te worden.Nabespreken:Voor A: Hoe is het om instructie te geven? Wat ging er gemakkelijk en wat was moeilijk? Heeft decursist er aan gedacht om duidelijk en niet te snel te spreken, niet te veel in eens te zeggen, stapjevoor stapje uit te leggen?Voor B: Hoe ging het actief luisteren? Hoe ging het samenvatten?Deel de tips instructie (bijlage 2) uit. Neem deze gezamenlijk door.Iets aan elkaar uitleggen 6 uit: methode: “Angerenstein”Bij deze oefening voeren twee cursisten een gesprek en zal de rest van de groep observeren.Vraag een cursist die iets wil uitleggen over zijn werk of hobby naar voren te komen. Zijntegenspeler (B) is een nieuwe collega. A vertelt aan B wat hij moet doen.De rest van de groep observeert.De ene helft van de groep observeert A:• Zit er logische opbouw in het verhaal?• Vertelt A met name de hoofdzaken?• Kijk naar de non-verbale communicatie.• Let op de verbale communicatie.De andere helft observeert B:• Stelt hij vragen? Welk soort vragen?• Luistert hij actief?• Controleert hij of hij A goed heeft begrepen?Na plus minus 5 á 10 minuten wordt het gesprek afgerond. Daarna wordt B gevraagd dewerkzaamheden in één minuut samen te vatten.Nabespreking:Laat A en B eerst vertellen hoe zij vinden dat het gegaan is.Bespreek daarna plenair beide rollen.Voor A:• Heeft hij de werkzaamheden duidelijk uitgelegd?• Heeft hij met name de hoofdzaken verteld?• Zat er logische opbouw in zijn verhaal?• Wat is er te zeggen over zijn non-verbale communicatie?• Wat is er te zeggen over de verbale communicatie?Voor B:• Stelde B vragen als hij meer informatie wilde?• Welke gesloten en open vragen stelde B aan A?• Nodigde B A non verbaal uit om door te vertellen? Waaraan kon je dat zien?• Controleerde B of hij/zij A goed begrepen had? Waaraan kon je dat merken?• Klopte de samenvatting die B maakte van A’s verhaal?Wat heb je geleerd van deze oefening?6 Let wel, deze oefening is vooral gericht op het geven van de instructie. De oefening leent zich echter ook goed voor het herhalenvan eerder geoefende vaardigheden, vandaar dat dit gecombineerd wordt.58 Zeg het voort

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!