12.07.2015 Views

NJB-1401

NJB-1401

NJB-1401

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Tijdschriftendigd door het bestuur van ‘s Rijksbelastingen of door de inspecteur vanDouane. De regeling van de fiscalestrafbeschikking in de Algemene wetinzake rijksbelastingen (AWR) wijkt(slechts) op onderdelen af van de(algemene) regeling van de strafbeschikkingin het Wetboek van Strafvordering.In deze bijdrage wordtallereerst een algemene beschrijvingvan de fiscale strafbeschikking gegeven.Vervolgens wordt besproken wanneereen fiscale strafbeschikking kanworden opgelegd, waarbij tevens aandachtwordt besteed aan de vraagwaarom de fiscale strafbeschikkingniet (vaker) ten tonele verschijnt.Daarna wordt aandacht besteed aande vraag of een transactie voor fiscaaldelict nog steeds mogelijk is.Mr. P. Kuipers, mr. P.B. GaasbeekACM en informatieverstrekking –een weerbarstige materie– Op 1 april 2013 is de AutoriteitConsument en Markt (ACM) van startgegaan. De Instellingswet (IW) is naenige perikelen aangenomen door deEerste Kamer. Deze wet regelt enkelhet samengaan van de drie autoriteiten(NMa, OPTA en Consumentenautoriteit);de harmonisering van debevoegdheden (Stroomlijningswet) isnog in behandeling bij de TweedeKamer. Een bijzondere constructiewaarbij de organisaties formeel alzijn samengevoegd, terwijl de materielesamenvoeging later volgt. In ditartikel wordt ingegaan op de reikwijdtevan de informatie-uitwisselingbinnen de ACM zoals dit in de IW isvastgelegd, de interne informatie-uitwisseling,en op de vragen die spelenomtrent informatie-uitwisseling metandere autoriteiten, zoals onderandere DNB, AFM, NZa, OM, Belastingdienstetc. en zusterinstellingenvan ACM in andere lidstaten, deexterne informatie-uitwisseling.28GezondheidsrechtTijdschrift voor Religie,Recht en Beleid4e jrg. nr. 3, 2013J. de VriesDe levensbeschouwelijke identiteitvan de ongebonden geestelijkverzorger– Geestelijke verzorgingaan mensen die in eeninstelling verblijven, wasvanouds een taak vankerken, religieuze enlevensbeschouwelijkegemeenschappen. In deintramurale gezondheidszorgzijn steeds meer geestelijkeverzorgers werkzaam wier positieenkel berust op een aanstelling doorde directie en niet tevens op eenopdracht van een zendende instantie.Dit wordt als probleem ervaren,omdat er geen toezicht is op de kwaliteitenvan deze verzorgers. Daaromheeft een commissie onlangs voorgesteldeen Raad voor onafhankelijkespiritualiteit in het leven te roepen,die de bevoegdheid en bekwaamheidvan ongebonden geestelijk verzorgerstoetst en op hun werk toeziet.29Handels- & economisch rechtSEW, Tijdschrift voorEuropees en economischrechtNr. 12, december 2013Mr. dr. P.C. AdriaanseEx-ante- en ex-posttoezicht opgroeps- en de-minimisvrijstellingenin het kader van gemoderniseerdstaatssteunrecht– In de praktijk van steunverleningwordt veelvuldig gebruikgemaakt vangroeps- en de minimisvrijstellingen.Tal van (steun)maatregelen ontsnappenzo aan een preventieve beoordelingdoor de Commissie. Tegen de achtergrondvan de modernisering vanhet staatssteunbeleid die momenteelgaande is, wordt in deze bijdrageonderzocht welke rol de Commissieen overheden en rechters in de EU-lidstaten(kunnen) vervullen bij alternatievevormen van toezicht op hetgebruik van zulke vrijstellingen. Bijwijze van algemeen kader wordt eenoverzicht gegeven van de algemeneontwikkelingen in het toezicht opstaatssteun in de EU door de jarenheen. Tegen die achtergrond wordtnader ingegaan op achtereenvolgenshet toezicht op groepsvrijstellingenen het toezicht op deminimisvrijstellingen.Voor beide categorieën wordtin kaart gebracht welke ex-ante- of exposttoezichtinstrumentenkunnenworden ingezet binnen de huidigejuridische kaders. Daarna wordt meteen blik op de toezichtpraktijk vanachtereenvolgens de Commissie enoverheden en rechters in de lidstatennagegaan in hoeverre er problemenzijn die om een oplossing vragen. Vervolgenswordt bezien welke wijzigingenin het kader van de moderniseringvan het staatssteunrecht op kortetermijn worden doorgevoerd en of diewijzigingen de geconstateerde problemen(kunnen) oplossen.Mr. L. Squintani,prof. mr. dr. H.H.B. VedderDe proceduralisering van hetEuropees milieurecht– Deze bijdrage beschouwt de arrestenin Leth en Krizan vanuit het perspectiefvan de gelaagdheid van hetEuropees recht en concludeert datsprake is van proceduralisering. Hierbijcreëert het EU-recht wel rechtsingangenen een stelsel voor rechterlijkesamenwerking tussen de nationaleen EU-rechter, maar biedt het EU-rechtweinig waarborgen voor de daadwerkelijkebescherming van, in casu, hetmilieu. Beide arresten bieden een goedvoorbeeld van de complexe verhoudingenbinnen de gedeelde rechtsorde dieinmiddels een feit is in de lidstatenvan de Europese Unie. In deze rechtsordebestaan drie onderling verwevenlagen. Ten eerste de internationale laagwaaruit in deze twee zaken het Verdragvan Aarhus naar voren komt. Detweede laag wordt gevormd door hetmilieurecht van de Europese Unie incasu bestaand uit de MER-Richtlijn ende IPPC-Richtlijn. De derde laag wordtgevormd door het nationale (proces)recht van de lidstaten. Centraal in beidearresten en dit artikel staat de vraaghoe deze lagen zich tot elkaar verhoudenen welke rechten kunnen wordenontleend door burgers die zich willenberoepen op het milieurecht, wanneeroptreden van nationale bestuursorganenof rechters onverenigbaar lijktmet milieuregels neergelegd in deEuropese of internationale laag.TvC, Tijdschrift voorConsumentenrecht &handelspraktijkenNr. 6, december 2013Mr. B.B. DuivenvoordeThe future of collective redress inEurope– Op 11 juni 2013 presenteerde deNEDERLANDS JURISTENBLAD – 10-01-2014 – AFL. 1 53

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!