Tijdschriftenentiteit deel aan het maatschappelijkverkeer. Dat hierbij geldstromenbestaan, lijkt haast onvermijdelijk.Winst die organisaties behalen, isbelast met de zogeheten vennootschapsbelasting;een belasting dievergelijkbaar is met de inkomstenbelastingdie natuurlijke personen overhun inkomen betalen. Waar sommigelanden een vrijstelling van winstbelastingvoor religieuze organisatieskennen, bestaat deze niet inNederland. Toch lijkt de fiscus eenterughoudende opstelling te hebbenbij de heffing van vennootschapsbelastingover het inkomen van religieuzeinstellingen. In dit artikel wilschr. verkennen of er een formelebasis in de desbetreffende wet- enregelgeving bestaat om (het merendeelvan de) godsdienstige organisatiesuit te zonderen van belastingplicht.Bij gebrek aan een dergelijkeformele basis probeert schr. een verklaringte vinden voor de terughoudendheidvan de fiscus ten aanzienvan religieuze instellingen.Tijdschrift voor sanctierecht& compliance voorondernemingen3e jrg. nr. 5/6, november 2013Themanummer:informatie-uitwisseling– In dit fiscaal themanummerstaatde inlichtingenuitwisselingcentraal.De afgelopen jarenis de fiscale ‘mindset’op dit gebiedgewijzigd van beslotenheidnaar transparantie. Ooitoverheerste de algemene notie datde burger mocht kiezen voor de voorhem meest gunstige belastingheffing,een uitgangspunt dat overigensnog steeds door de Hoge Raad wordtgebruikt. Momenteel klinkt echtersteeds vaker de roep om fair sharebelastingheffing door. Vanwege eenmorele benadering van belastingheffingvervaagt het onderscheid tussenbelastingontduiking en belastingontwijking.Mr. F.H.H. Sijbers, mr. D.M. DrokDe informatiebeschikking, eentussenstand– De Belastingdienst heeft in hetkader van haar taak, het vaststellenen invorderen van de verschuldigdebelasting, behoefte aan informatie.De wetgever heeft in ruime mate indie behoefte voorzien. Artt. 47 tot enmet 53 Algemene wet inzake rijksbelastingen(AWR) geven de Belastingdiensteen ruim arsenaal aan controlebevoegdheden.Art. 52a AWRwaarin de informatiebeschikkingwettelijk is geregeld, voorziet in debehoefte dat een belastingplichtigede juistheid van een informatieverzoekter discussie kan stellen en kanvoorleggen aan de belastingrechterzonder dat zijn ongelijk per definitieleidt tot omkering van de bewijslast.In deze bijdrage wordt stilgestaan bijde informatiebeschikking, meer inhet bijzonder bij de eerste ervaringenin de praktijk met betrekking tot deop 1 juli 2011 in werking getredeninformatiebeschikking.Prof. mr. D.R. DoorenbosHet zwijgrecht van derechtspersoon– Op het terrein van het strafrechtwordt de rechtspersoon erkend als volwaardigrechtsssubject, als een zelfstandigdrager van rechten en plichten.Een rechtspersoon kan in beginselelk denkbaar strafbaar feit begaan endaarvoor worden vervolgd en bestraft.De rechtspersoon kan dus ook als verdachteworden aangemerkt en zich alszodanig verweren tegen de ingebrachtebeschuldigingen: niet alleen terterechtzitting, maar ook in de fase vanhet voorbereidend onderzoek. In datkader is het van belang te weten of enin hoeverre de rechtspersoon eenzwijgrecht heeft. Bij bevestigendebeantwoording rijst de vervolgvraaghoe de rechtspersoon een hem toekomendzwijgrecht moet effectueren.Gezien de actuele tendens dat toezichthouderssteeds vaker verhoren (willen)afnemen van werknemers of ex-werknemersvan ondernemingen die wordenverdacht van wetsovertredingen,zijn de vragen rondom het bestaan ende reikwijdte van het zwijgrecht van derechtspersoon zeer relevant.Mr. T.J. van KoningsveldDe TIEA: een effectief fiscaalslagwapen of een paarse krokodil?– Voor een juiste vaststelling van deformele belastingsaanslag en voorhet opsporen van eventuele belastingfraudedient de belastinginspecteurover juiste en volledige informatiete beschikken met betrekking totde belastingplichtige. Om uitvoeringen juiste nakoming van de Nederlandsebelastingwetten te verzekerenworden overeenkomsten geslotenmet andere landen om voor deinspecteur internationale gegevensuitwisselingte regelen. In deze bijdragegaat het om een specifiekeovereenkomst namelijk een zogehetenTax Information Exchange Agreement(TIEA). Met veel landen bestaanverdragen ter voorkoming van dubbelebelasting, waarin uitwisselingsbepalingenzijn opgenomen. Aan deverzoeken in het kader van TIEA’sworden bepaalde eisen gesteld voordateen verzoek wordt ingewilligd eninformatie wordt verstrekt.Mr. L.C.A. WijsmanGedwongen afgifte vandocumenten en het verbod opgedwongen zelfincriminatie– Boete- en strafoplegging in delenvan het bijzonder (bestuurs)strafrecht(onder meer financieel, economischen fiscaal) pleegt naast verklaringente steunen op documenten. De vraagof de gedwongen afgifte van belastendedocumenten, zoals overeenkomsten,facturen, rapportages, adviezenen belastingaangiften, door de verdachteof boeteling toelaatbaar is inhet licht van nemo tenetur, laat zichniet eenvoudig beantwoorden. Terwijlhet EHRM het in art. 6 EVRM gelezenrecht tegen gedwongen zelfbelastingmeermaals op documenten heeft toegepast,willen de Nederlandse wetgeveren rechter er tot op heden nietaan. In deze bijdrage geeft schr. kortde stand van zaken weer; eerst die inStraatsburg en dan die in Nederland.Mr. A.A. Feenstra, mr. G.H. UlrichHet bankgeheim ontrafeld– De afgelopen jaren zijn zowel opinternationaal als op Europees niveaude ogen gericht op fiscale gegevensuitwisseling.Vanuit alle windstrekenkomen geluiden, waaruit blijkt datinternationale gegevensuitwisselinghoog op de politieke agenda staat ombelastingontduiking, maar ook belastingontwijkingte voorkomen. De laatstemaanden lijken deze ontwikkelingenin een stroomversnelling te zijngeraakt.Mr. S.F. van Immerseel, mr. A.B. VissersDe fiscale strafbeschikking.Beschikt of geschikt?!– De fiscale strafbeschikking is, evenalsde OM-strafbeschikking, een daadvoor vervolging met alle gevolgen vandien. De facto duidt het voorvoegsel‘fiscale’ er slechts op dat het een strafbeschikkingbetreft die is uitgevaar-52 NEDERLANDS JURISTENBLAD – 10-01-2014 – AFL. 1
Tijdschriftendigd door het bestuur van ‘s Rijksbelastingen of door de inspecteur vanDouane. De regeling van de fiscalestrafbeschikking in de Algemene wetinzake rijksbelastingen (AWR) wijkt(slechts) op onderdelen af van de(algemene) regeling van de strafbeschikkingin het Wetboek van Strafvordering.In deze bijdrage wordtallereerst een algemene beschrijvingvan de fiscale strafbeschikking gegeven.Vervolgens wordt besproken wanneereen fiscale strafbeschikking kanworden opgelegd, waarbij tevens aandachtwordt besteed aan de vraagwaarom de fiscale strafbeschikkingniet (vaker) ten tonele verschijnt.Daarna wordt aandacht besteed aande vraag of een transactie voor fiscaaldelict nog steeds mogelijk is.Mr. P. Kuipers, mr. P.B. GaasbeekACM en informatieverstrekking –een weerbarstige materie– Op 1 april 2013 is de AutoriteitConsument en Markt (ACM) van startgegaan. De Instellingswet (IW) is naenige perikelen aangenomen door deEerste Kamer. Deze wet regelt enkelhet samengaan van de drie autoriteiten(NMa, OPTA en Consumentenautoriteit);de harmonisering van debevoegdheden (Stroomlijningswet) isnog in behandeling bij de TweedeKamer. Een bijzondere constructiewaarbij de organisaties formeel alzijn samengevoegd, terwijl de materielesamenvoeging later volgt. In ditartikel wordt ingegaan op de reikwijdtevan de informatie-uitwisselingbinnen de ACM zoals dit in de IW isvastgelegd, de interne informatie-uitwisseling,en op de vragen die spelenomtrent informatie-uitwisseling metandere autoriteiten, zoals onderandere DNB, AFM, NZa, OM, Belastingdienstetc. en zusterinstellingenvan ACM in andere lidstaten, deexterne informatie-uitwisseling.28GezondheidsrechtTijdschrift voor Religie,Recht en Beleid4e jrg. nr. 3, 2013J. de VriesDe levensbeschouwelijke identiteitvan de ongebonden geestelijkverzorger– Geestelijke verzorgingaan mensen die in eeninstelling verblijven, wasvanouds een taak vankerken, religieuze enlevensbeschouwelijkegemeenschappen. In deintramurale gezondheidszorgzijn steeds meer geestelijkeverzorgers werkzaam wier positieenkel berust op een aanstelling doorde directie en niet tevens op eenopdracht van een zendende instantie.Dit wordt als probleem ervaren,omdat er geen toezicht is op de kwaliteitenvan deze verzorgers. Daaromheeft een commissie onlangs voorgesteldeen Raad voor onafhankelijkespiritualiteit in het leven te roepen,die de bevoegdheid en bekwaamheidvan ongebonden geestelijk verzorgerstoetst en op hun werk toeziet.29Handels- & economisch rechtSEW, Tijdschrift voorEuropees en economischrechtNr. 12, december 2013Mr. dr. P.C. AdriaanseEx-ante- en ex-posttoezicht opgroeps- en de-minimisvrijstellingenin het kader van gemoderniseerdstaatssteunrecht– In de praktijk van steunverleningwordt veelvuldig gebruikgemaakt vangroeps- en de minimisvrijstellingen.Tal van (steun)maatregelen ontsnappenzo aan een preventieve beoordelingdoor de Commissie. Tegen de achtergrondvan de modernisering vanhet staatssteunbeleid die momenteelgaande is, wordt in deze bijdrageonderzocht welke rol de Commissieen overheden en rechters in de EU-lidstaten(kunnen) vervullen bij alternatievevormen van toezicht op hetgebruik van zulke vrijstellingen. Bijwijze van algemeen kader wordt eenoverzicht gegeven van de algemeneontwikkelingen in het toezicht opstaatssteun in de EU door de jarenheen. Tegen die achtergrond wordtnader ingegaan op achtereenvolgenshet toezicht op groepsvrijstellingenen het toezicht op deminimisvrijstellingen.Voor beide categorieën wordtin kaart gebracht welke ex-ante- of exposttoezichtinstrumentenkunnenworden ingezet binnen de huidigejuridische kaders. Daarna wordt meteen blik op de toezichtpraktijk vanachtereenvolgens de Commissie enoverheden en rechters in de lidstatennagegaan in hoeverre er problemenzijn die om een oplossing vragen. Vervolgenswordt bezien welke wijzigingenin het kader van de moderniseringvan het staatssteunrecht op kortetermijn worden doorgevoerd en of diewijzigingen de geconstateerde problemen(kunnen) oplossen.Mr. L. Squintani,prof. mr. dr. H.H.B. VedderDe proceduralisering van hetEuropees milieurecht– Deze bijdrage beschouwt de arrestenin Leth en Krizan vanuit het perspectiefvan de gelaagdheid van hetEuropees recht en concludeert datsprake is van proceduralisering. Hierbijcreëert het EU-recht wel rechtsingangenen een stelsel voor rechterlijkesamenwerking tussen de nationaleen EU-rechter, maar biedt het EU-rechtweinig waarborgen voor de daadwerkelijkebescherming van, in casu, hetmilieu. Beide arresten bieden een goedvoorbeeld van de complexe verhoudingenbinnen de gedeelde rechtsorde dieinmiddels een feit is in de lidstatenvan de Europese Unie. In deze rechtsordebestaan drie onderling verwevenlagen. Ten eerste de internationale laagwaaruit in deze twee zaken het Verdragvan Aarhus naar voren komt. Detweede laag wordt gevormd door hetmilieurecht van de Europese Unie incasu bestaand uit de MER-Richtlijn ende IPPC-Richtlijn. De derde laag wordtgevormd door het nationale (proces)recht van de lidstaten. Centraal in beidearresten en dit artikel staat de vraaghoe deze lagen zich tot elkaar verhoudenen welke rechten kunnen wordenontleend door burgers die zich willenberoepen op het milieurecht, wanneeroptreden van nationale bestuursorganenof rechters onverenigbaar lijktmet milieuregels neergelegd in deEuropese of internationale laag.TvC, Tijdschrift voorConsumentenrecht &handelspraktijkenNr. 6, december 2013Mr. B.B. DuivenvoordeThe future of collective redress inEurope– Op 11 juni 2013 presenteerde deNEDERLANDS JURISTENBLAD – 10-01-2014 – AFL. 1 53