Kennisgevingsnota plan-MER - Waterwegen en Zeekanaal

More documents

Recommendations

Info

5. ALGEMENE METHODOLOGISCHE ASPECTEN5.1 Ruimtelijke afbakening van het studiegebiedHet plangebied van de studie kan gedefinieerd worden als het gebied waarbinnen deingrepen voor de realisatie van Seine-Schelde West worden gepland. Het betreft hier deonmiddellijke omgeving van zowel het kanaal Gent-Brugge als het Afleidingskanaal van deLeie, inclusief de omgeving van de achterhaven van Zeebrugge.Figuur 5-1:Afbakening van het plangebiedDe ruimtelijke invloed van de te bestuderen effecten blijft in de regel echter niet beperkt totdit plangebied. Het studiegebied (gebied waarbinnen de effecten relevant wordenbeschouwd en dus bestudeerd) kan niet eenduidig gedefinieerd worden, aangezien het voorelke discipline verschillend kan zijn. Per discipline wordt het studiegebied omschreven inhoofdstuk 7.Omdat het studiegebied erg omvangrijk is zal het bij de bespreking worden opgedeeld in 6deelgebieden. Elk deelgebied heeft een eigen karakter of verdient speciale aandacht omwillevan de aanwezigheid van bv. bijzondere knelpunten.• Deelgebied 0 is het studiegebied waarbinnen de effecten van de uitvoering van de0-alternatieven zich situeren;• Deelgebied 1 omvat de aansluiting met het kanaal Gent-Brugge en de doortocht vanZomergem;Kennisgeving Plan-MER Seine-Schelde West 24
• Deelgebied 2 omvat het Afleidingskanaal van de Leie tussen Zomergem enBalgerhoeke;• Deelgebied 3 omvat het gebied van Balgerhoeke tot Strobrugge;• Deelgebied 4 is het gebied waar het Afleidingskanaal van de Leie en hetLeopoldkanaal parallel lopen;• Deelgebied 5 tenslotte omvat de achterhaven van Zeebrugge.Er worden in het kader van de Seine-Schelde West geen grensoverschrijdende effectenverwacht. De geplande ingrepen wijzigen niets aan de huidige afwatering en het peilbeheerin de polders. Eventuele wijzigingen dienaangaande vallen buiten het bestek van dehaalbaarheidsstudie.Mocht in de loop van de studie blijken dat dit studiegebied te eng is gekozen (b.v. doordat derechtstreeks aan het plan te relateren mobiliteits- of waterhuishoudingseffecten zichvoordoen op een relevante afstand buiten de afbakening), dan zal de definitie vanstudiegebied uiteraard aangepast worden.5.2 Definitie van de begrippen nulalternatief, autonome evolutie enreferentiejaarIn een milieueffectrapport wordt het relatieve belang van de effecten van de verschillendealternatieven ingeschat door de situatie die ontstaat als de alternatieven worden uitgevoerdte vergelijken met de situatie die ontstaat als het plan niet wordt uitgevoerd. Het alternatiefwaarbij het plan niet wordt uitgevoerd wordt het “nulalternatief” genoemd. Dit nulalternatiefvormt dus de vergelijkingsbasis voor de andere alternatieven. In dit plan-MER is ervoorgeopteerd om naast het 0-alternatief, ook nog te werken met een 0+ en een 0++-alternatief.Dit zijn zogenaamde benuttingsalternatieven, waarbij men door relatief beperkte ingrepen ophet kanaal Gent-Brugge een betere benutting van de bestaande infrastructuur nastreeft.De beschrijving van de effecten van het plan moet echter gebeuren in de context van deomgevingssituatie die zich voordoet op het moment dat het plan is afgewerkt (2020).Immers, zolang het plan niet is afgewerkt komen ook niet alle effecten op het milieu totuiting. Het jaar waarin de effecten worden verondersteld tot uiting te zijn gekomen en dat dusals basis van de vergelijking dient, wordt het referentiejaar genoemd. Om een correctevergelijking mogelijk te maken moet het nulalternatief op een zelfde manier gedefinieerdworden als de andere alternatieven. De situatie die in het nulalternatief beschreven wordt, isdus niet de huidige situatie maar wel de situatie in het referentiejaar, zonder uitvoering vanhet plan- of de bijhorende actieplannen.Ook zonder uitvoering van een plan verschilt de situatie in het referentiejaar uiteraard van dehuidige situatie. Er moet in het nulalternatief immers ook rekening gehouden worden met deimplementatie van maatregelen die deel uitmaken van of voortkomen uit beslist beleid, enwaarvan de uitvoering, los van het plan voor Seine-Schelde West, te verwachten is.Voorbeelden hiervan zijn de aanleg van de Seine-Scheldeverbinding of de aanleg van deAX.Daarnaast moet voor de verschillende alternatieven ook rekening gehouden worden met deautonome evolutie van de omgevingsfactoren. Het kan hier zowel gaan om fysische als omsociaal-economische of beleidsmatige ontwikkelingen. Gemeenschappelijk kenmerk is datdeze omgevingsfactoren buiten de invloed van de initiatiefnemer liggen. Een beschrijvingvan hoe wordt omgegaan met de evolutie van deze omgevingsfactoren en met de evolutieervan o.i.v. gestuurde ontwikkelingen wordt gegeven onder paragraaf 5.3.Kennisgeving Plan-MER Seine-Schelde West 25
Page 1 and 2: PLAN-MER VOOR DEBINNENVAARTVERBINDI
Page 3 and 4: INHOUD1. Inleiding.................
Page 5 and 6: 8.4.1 Afbakening van het werkveld..
Page 7 and 8: AFKORTINGENAOTBSCEMTDOVEEGEUGIS(G)R
Page 9 and 10: 1. INLEIDING1.1 Waarom deze kennisg
Page 11 and 12: aanvullingen te geven over de benod
Page 13 and 14: Tabel 2-1:Overzicht van het team er
Page 15 and 16: In het decreet worden volgende defi
Page 17 and 18: Voorfase: de kennisgevingAan de han
Page 19 and 20: 11. Aanleg van waterwegen en havens
Page 21 and 22: De op het gewestplan ingetekende re
Page 23 and 24: Het kanaal Brugge - Oostende is ove
Page 25 and 26: • de Zeeschelde en Boven-Schelde;
Page 27 and 28: Het globale verloop van de MaIS-stu
Page 29 and 30: Figuur 4-5:De Seine-Scheldeverbindi
Page 31: Figuur 4-7:Het Seine-Nord project4.
Page 35 and 36: dat geval volstaat een evaluatie op
Page 37 and 38: der Brugse Zeevaartinrichtingen (he
Page 39 and 40: gewichten ingeschat worden en kan d
Page 41 and 42: Afleidingskanaal van de Leie (vak S
Page 43 and 44: 6.2.3 SluizenSluisAfhankelijk van d
Page 45 and 46: 6.2.5 Waterhuishouding: het globale
Page 47 and 48: Katelijnepoort wordt een bakprofiel
Page 49 and 50: Figuur 6-4:Kanaalpanden en mogelijk
Page 51 and 52: (Schipdonk en Zeebrugge). Voor de l
Page 53 and 54: Afleidingskanaal van de Leie (vak S
Page 55 and 56: Figuur 6-10: Aansluiting achterhave
Page 57 and 58: • De wegverbinding tussen het zui
Page 59 and 60: eide opties economisch haalbaar zij
Page 61 and 62: • Integrale vergelijking en beoor
Page 63 and 64: 8. EFFECTEN, CRITERIA EN METHODE VA
Page 65 and 66: 8.1.2.2 SchemaExploitatie van infra
Page 67 and 68: Hoofd- en deelingrepenWeginfrastruc
Page 69 and 70: de onmiddellijke omgeving van het k
Page 71 and 72: Lokale verbindingenDe lokale verbin
Page 73 and 74: Figuur 8-3BinnenvaartverbindingenDe
Page 75 and 76: +++ Het effect is sterk positief8.3
Page 77 and 78: gemaakt worden van input uit de ver
Page 79 and 80: gewestplanbestemming nieuwe waterwe
Page 81 and 82: 8.4 Water8.4.1 Afbakening van het w
Page 83 and 84:
Figuur 8-4:Overzichtskaart: situeri
Page 85 and 86:
WaterstandenDe waterstanden op het
Page 87 and 88:
Verder zijn er waterbehoeften van a
Page 89 and 90:
• Deklagen (HCOV 0150): Deze sube
Page 91 and 92:
Figuur 8-8:Regionaal hydrogeologisc
Page 93 and 94:
• Gestuurde ontwikkeling:− Vanu
Page 95 and 96:
vroeger niet had. Dit kan leiden to
Page 97 and 98:
8.5 Discipline Bodem8.5.1 Afbakenin
Page 99 and 100:
odemvervuiling te veronderstellen.
Page 101 and 102:
Tabel 8-8:Significantiekader voor d
Page 103 and 104:
8.6 Discipline Lucht8.6.1 Afbakenin
Page 105 and 106:
Tevens wordt aandacht besteed aan e
Page 107 and 108:
Hiertoe is een afzonderlijke beoord
Page 109 and 110:
In het plan-MER worden de geluidsef
Page 111 and 112:
8.8.2 Beschrijving van de bestaande
Page 113 and 114:
Figuur 8-12: VEN-gebieden aan het k
Page 115 and 116:
De waterplassen gelegen in de nabij
Page 117 and 118:
Figuur 8-15: VEN-gebieden ter hoogt
Page 119 and 120:
Figuur 8-17: Vlaams natuurreservaat
Page 121 and 122:
Ten oosten van het Afleidingskanaal
Page 123 and 124:
insecten, zoogdieren en vogels word
Page 125 and 126:
8.8.2.4 Europese Speciale Beschermi
Page 127 and 128:
Figuur 8-25: Habitatrichtlijngebied
Page 129 and 130:
8.8.3 Effecten en effectbepalingDe
Page 131 and 132:
Voor de beoordeling van de effecten
Page 133 and 134:
de Cuesta 19 van Zomergem Oedelem.
Page 135 and 136:
lintbebouwing zijn de dorpen nu zo
Page 137 and 138:
gekenmerkt worden door een bijzonde
Page 139 and 140:
Rond de 10e en 11e eeuw lag dit geb
Page 141 and 142:
Het oorspronkelijke landschap wordt
Page 143 and 144:
Tabel 8-15:Beoordelingskader Landsc
Page 145 and 146:
8.10 Discipline Mens - Gezondheid e
Page 147 and 148:
Figuur 8-34: Dosisresponscurve tuss
Page 149 and 150:
GeluidIn Vlaanderen bestaat er voor
Page 151 and 152:
Richtlijn 92/72/EEG inzakeverontrei
Page 153 and 154:
Ruimtelijk StructuurplanVlaanderenG
Page 155 and 156:
ehalen.Nationaal Actieplan voorMili
Page 157 and 158:
Kennisgeving Plan-MER Seine-Schelde
Page 159 and 160:
Page 161 and 162:
Page 163 and 164:
Page 165:
show all

Kennisgevingsnota plan-MER - Waterwegen en Zeekanaal

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?