Zilver Magazine - zomer 2020
Het zomernummer van Zilver Magazine, het inspiratiemagazine voor de Twentse 65-plusser
Het zomernummer van Zilver Magazine, het inspiratiemagazine voor de Twentse 65-plusser
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
dat zelfde ideaal. Dat je door bestuurlijke verantwoordelijkheid
te nemen soms ook vuile handen krijgt en populariteit
verspeelt, hoef je mij niet uit te leggen. Nee, wat dat betreft
ben ik een trouwe hond, ik ben nooit geswitcht’.
Vanaf toen ging het crescendo met zijn carrière: vier jaar
wethouder in Breda, daarna adjunct-gemeentesecretaris
in Maastricht, binnen twee jaar Statenlid en toen naar zijn
droombaan: burgemeester. ‘Ik zat op die stoel in Meerssen
en het ging me meteen gemakkelijk af. Of ik nooit iets
anders had gedaan, zeiden mensen, en zo voelde het ook’.
Na zes jaar volgde Kerkrade en na weer vijf jaar lonkte
Enschede. ‘Ik was er eerlijk gezegd nog nooit geweest. Het
had ook Almere kunnen worden, daar eindigde ik
als tweede. Toen ze mij tipten voor Enschede,
ben ik meteen in de trein gestapt en heb
er heel veel rondgelopen en de regionale
krant gelezen om goed beslagen ten ijs te
komen. En dat lukte’.
ENSCHEDE
Van bourgondisch Brabant en Limburg
naar Twente was een overgang. ‘Niet
wat het vak betreft, want dat is overal
wel vergelijkbaar. Je moet meteen aan de
slag, vanaf dag één zit je er tot je oren in. En
het brengt ook meteen een massa sociale contacten
met zich mee. Maar de mensen waren aanvankelijk wel
kat-uit-de-boom-kijkerig, ingetogen’, herinnert hij zich. Het
verschil tussen de strengzakelijke Macher Ko Wierenga en
zijn charmante opvolger was wennen voor de stad. ‘Ik was
natuurlijk ook van een nieuwe generatie qua bestuursstijl,
meer manager. Maar uiteindelijk werd ik echt gewaardeerd,
als mens en als bestuurder. Er kwamen mooie dingen tot
stand, onder andere door het Masterplan van de binnenstad’.
Zo had Mans rustig op zijn pensioen kunnen afrollen, al
speelde wel eens door zijn hoofd dat een nieuwe standplaats
ook nog een optie was. Maar dat veranderde allemaal
op 13 mei 2000, de dag van de vuurwerkramp, de dag
dat de ziel van Mans voor altijd vastklonk aan die van de
stad. ‘Ik zat op een feestje in Carelshaven in Delden. Het
was prachtig weer en eigenlijk was ik liever thuis gebleven
om de vijver in de tuin af te maken. Dus ik zei tegen mijn
chauffeur: Karel, om half vier graag hier. Maar ik zag hem tien
minuten eerder al op ons afkomen. Hij vroeg of ik gebeld
of opgepiept was, maar dat was niet zo. Later ontdekten we
pas dat het totale telefoonverkeer was lamgelegd. Omdat
‘Die beelden
zijn in mijn lijf
gaan zitten en er
nooit meer
uitgegaan’
Karel vertelde dat er iets was gebeurd, probeerde ik brandweer
en politie te bereiken maar ik kreeg nergens gehoor.
Op de snelweg zagen we die immense zwarte rookwolken
al. Vredestein, dacht ik nog, maar het bleek vele malen
groter en verschrikkelijker dan dat’.
ÉÉN GROTE CHAOS
De dienstauto kwam tot aan de Lasondersingel, de buitenste
schil van het rampgebied. Mans en zijn vrouw stapten
uit en renden naar het stadhuis. ‘Politieauto’s en ambulances
die af en aan reden, mensen die in paniek wegrenden,
gewonden: we konden niet zien wat er achter die singel gebeurde
maar het was verschrikkelijk. Eén grote chaos, alsof
er een bom was ontploft. In de hal van het stadhuis
pakte Anny mij vast en zei: Jan, blijf jezelf. Dat
advies heeft me die weken en maanden erna
door alles heen geholpen’.
Als Mans de gruwelen van die dagen oprakelt,
praat hij ineens een stuk minder
kalm en overwogen, alsof de beelden
hem nu nog najagen. En op die 13e mei
had hij de volle omvang van de ramp
nog niet eens gezien. ‘De volgende dag
kwam koningin Beatrix en gingen we te voet
de wijk in. Mijn eerste confrontatie met dat
totaal verwoeste gebied. Het was heel emotioneel.
Die beelden zijn in mijn lijf gaan zitten en er nooit meer
uitgegaan, buiten kijf het ergste wat ik ooit heb gezien. Als
we nu nog wel eens in Enschede komen en we rijden door
Roombeek worden we beiden nog emotioneel’.
De beelden van Jan Mans met Beatrix aan zijn zijde, wandelend
door een oorlogsdecor wat we in Nederland slechts
van journaals kennen, iedereen die ze zag kan ze nog voor
de geest halen. ‘Ik hoorde van al onze hulpdiensten uit hun
eigen waarneming dat er 21 doden waren. De pers twijfelde
daar openlijk aan en ik heb zelf eerlijk gezegd ook gedacht:
dat moeten er veel meer zijn. Uiteindelijk waren het er 23
en duizend gewonden’.
Mans besloot meteen meerdere persmomenten per dag
in te lassen, om indianenverhalen in de kiem te smoren.
‘Daar heb ik geleerd dat crisismanagement voor het grootste
deel crisiscommunicatie is. Bij de corona-crisis zag je
dat ook. Toen de boodschappen niet helder en eenduidig
waren, ontstond meteen gerommel. Toen Rutte de regie
nam en duidelijk vertelde: dit wel, en dat niet, kwam er
weer rust’.
Johannes Henrikus Hubertus (Jan) Mans werd op
9 april 1940 geboren in Heerlen. Studeerde sociologie in
Nijmegen en werd in 1970 docent aan de Koninklijke Militaire
Academie in Breda. Werd in die gemeente lijsttrekker van de
combinatie PvdA/PPR en haalde genoeg zetels om vier jaar
wethouder te worden. Toen de partij bij de volgende formatie
buitenspel werd gezet, werd hij adjunct-gemeentesecretaris
van Maastricht. In 1982 kreeg Mans zijn eerste
burgemeesterspost, in Meerssen. Zes jaar later vertrok hij
naar Kerkrade en weer zes jaar later naar Enschede, waar hij
van 1994 tot zijn pensionering in 2011 burgemeester bleef. Na
zijn 65e vervulde hij nog enkele jaren de functie van interimburgemeester:
in Venlo. Zaanstad, Maastricht, Moerdijk en
Gouda, Ook was hij in 2013 nog informateur in zijn oude
gemeente Meerssen, waar hij nu ook woont. Hij is nog volop
actief, onder andere als voorzitter van de Muziekgieterij (een
groot poppodium in Maastricht), van de stichting die de
opdracht heeft de ENCI-groeve te ontwikkelen en van de
integriteitscommssie van het Waterschap Limburg. Ook wordt
hij veel gevraagd voor lezingen.
54 zilver magazine