dat zelfde ideaal. Dat je door bestuurlijke verantwoordelijkheidte nemen soms ook vuile handen krijgt en populariteitverspeelt, hoef je mij niet uit te leggen. Nee, wat dat betreftben ik een trouwe hond, ik ben nooit geswitcht’.Vanaf toen ging het crescendo met zijn carrière: vier jaarwethouder in Breda, daarna adjunct-gemeentesecretarisin Maastricht, binnen twee jaar Statenlid en toen naar zijndroombaan: burgemeester. ‘Ik zat op die stoel in Meerssenen het ging me meteen gemakkelijk af. Of ik nooit ietsanders had gedaan, zeiden mensen, en zo voelde het ook’.Na zes jaar volgde Kerkrade en na weer vijf jaar lonkteEnschede. ‘Ik was er eerlijk gezegd nog nooit geweest. Hethad ook Almere kunnen worden, daar eindigde ikals tweede. Toen ze mij tipten voor Enschede,ben ik meteen in de trein gestapt en heber heel veel rondgelopen en de regionalekrant gelezen om goed beslagen ten ijs tekomen. En dat lukte’.ENSCHEDEVan bourgondisch Brabant en Limburgnaar Twente was een overgang. ‘Nietwat het vak betreft, want dat is overalwel vergelijkbaar. Je moet meteen aan deslag, vanaf dag één zit je er tot je oren in. Enhet brengt ook meteen een massa sociale contactenmet zich mee. Maar de mensen waren aanvankelijk welkat-uit-de-boom-kijkerig, ingetogen’, herinnert hij zich. Hetverschil tussen de strengzakelijke Macher Ko Wierenga enzijn charmante opvolger was wennen voor de stad. ‘Ik wasnatuurlijk ook van een nieuwe generatie qua bestuursstijl,meer manager. Maar uiteindelijk werd ik echt gewaardeerd,als mens en als bestuurder. Er kwamen mooie dingen totstand, onder andere door het Masterplan van de binnenstad’.Zo had Mans rustig op zijn pensioen kunnen afrollen, alspeelde wel eens door zijn hoofd dat een nieuwe standplaatsook nog een optie was. Maar dat veranderde allemaalop 13 mei 2000, de dag van de vuurwerkramp, de dagdat de ziel van Mans voor altijd vastklonk aan die van destad. ‘Ik zat op een feestje in Carelshaven in Delden. Hetwas prachtig weer en eigenlijk was ik liever thuis geblevenom de vijver in de tuin af te maken. Dus ik zei tegen mijnchauffeur: Karel, om half vier graag hier. Maar ik zag hem tienminuten eerder al op ons afkomen. Hij vroeg of ik gebeldof opgepiept was, maar dat was niet zo. Later ontdekten wepas dat het totale telefoonverkeer was lamgelegd. Omdat‘Die beeldenzijn in mijn lijfgaan zitten en ernooit meeruitgegaan’Karel vertelde dat er iets was gebeurd, probeerde ik brandweeren politie te bereiken maar ik kreeg nergens gehoor.Op de snelweg zagen we die immense zwarte rookwolkenal. Vredestein, dacht ik nog, maar het bleek vele malengroter en verschrikkelijker dan dat’.ÉÉN GROTE CHAOSDe dienstauto kwam tot aan de Lasondersingel, de buitensteschil van het rampgebied. Mans en zijn vrouw staptenuit en renden naar het stadhuis. ‘Politieauto’s en ambulancesdie af en aan reden, mensen die in paniek wegrenden,gewonden: we konden niet zien wat er achter die singel gebeurdemaar het was verschrikkelijk. Eén grote chaos, alsofer een bom was ontploft. In de hal van het stadhuispakte Anny mij vast en zei: Jan, blijf jezelf. Datadvies heeft me die weken en maanden ernadoor alles heen geholpen’.Als Mans de gruwelen van die dagen oprakelt,praat hij ineens een stuk minderkalm en overwogen, alsof de beeldenhem nu nog najagen. En op die 13e meihad hij de volle omvang van de rampnog niet eens gezien. ‘De volgende dagkwam koningin Beatrix en gingen we te voetde wijk in. Mijn eerste confrontatie met dattotaal verwoeste gebied. Het was heel emotioneel.Die beelden zijn in mijn lijf gaan zitten en er nooit meeruitgegaan, buiten kijf het ergste wat ik ooit heb gezien. Alswe nu nog wel eens in Enschede komen en we rijden doorRoombeek worden we beiden nog emotioneel’.De beelden van Jan Mans met Beatrix aan zijn zijde, wandelenddoor een oorlogsdecor wat we in Nederland slechtsvan journaals kennen, iedereen die ze zag kan ze nog voorde geest halen. ‘Ik hoorde van al onze hulpdiensten uit huneigen waarneming dat er 21 doden waren. De pers twijfeldedaar openlijk aan en ik heb zelf eerlijk gezegd ook gedacht:dat moeten er veel meer zijn. Uiteindelijk waren het er 23en duizend gewonden’.Mans besloot meteen meerdere persmomenten per dagin te lassen, om indianenverhalen in de kiem te smoren.‘Daar heb ik geleerd dat crisismanagement voor het grootstedeel crisiscommunicatie is. Bij de corona-crisis zag jedat ook. Toen de boodschappen niet helder en eenduidigwaren, ontstond meteen gerommel. Toen Rutte de regienam en duidelijk vertelde: dit wel, en dat niet, kwam erweer rust’.Johannes Henrikus Hubertus (Jan) Mans werd op9 april 1940 geboren in Heerlen. Studeerde sociologie inNijmegen en werd in 1970 docent aan de Koninklijke MilitaireAcademie in Breda. Werd in die gemeente lijsttrekker van decombinatie PvdA/PPR en haalde genoeg zetels om vier jaarwethouder te worden. Toen de partij bij de volgende formatiebuitenspel werd gezet, werd hij adjunct-gemeentesecretarisvan Maastricht. In 1982 kreeg Mans zijn eersteburgemeesterspost, in Meerssen. Zes jaar later vertrok hijnaar Kerkrade en weer zes jaar later naar Enschede, waar hijvan 1994 tot zijn pensionering in 2011 burgemeester bleef. Nazijn 65e vervulde hij nog enkele jaren de functie van interimburgemeester:in Venlo. Zaanstad, Maastricht, Moerdijk enGouda, Ook was hij in 2013 nog informateur in zijn oudegemeente Meerssen, waar hij nu ook woont. Hij is nog volopactief, onder andere als voorzitter van de Muziekgieterij (eengroot poppodium in Maastricht), van de stichting die deopdracht heeft de ENCI-groeve te ontwikkelen en van deintegriteitscommssie van het Waterschap Limburg. Ook wordthij veel gevraagd voor lezingen.54 zilver magazine
zilver magazine55