Discord Consensus

On the contrary, some reviewers express a peculiar unawareness
of rigid ‘colonialist’ categories and seem to return to the colonial past.
I find the use of the passive form strikingly revealing in a review by
Vullings –​as if no individuals in particular were engaged in the reality
of ‘colonial relations’:
Het was een tijd van standsverschil en koloniale verhoudingen,
waarin het verschil tussen de totok en Indo scherp geregistreerd
werd. Anders dan in Haasse’s debuut Oeroeg (1948), waarin de twee
vrienden uit tegengestelde werelden komen, verkeren de twee in
Indië geboren meisjes in hetzelfde milieu. Al zijn er verschillen, want
Dee heeft een kleurtje. En toen kwam de oorlog, de Japanse bezetting,
het Indonesische nationalisme, later de militaire staatsgreep. 34
It was a time of social inequality and colonial relations, where differences
between totoks and Indos were carefully registered. In
contrast to Haasse’s debut Oeroeg (1948) in which the two friends
are from opposing worlds, the two girls, who were born in the
Indies, move in similar social circles. However, there are differences,
because Dee has a hint of colour. And then the war arrived,
the Japanese occupation, Indonesian nationalism and, later, the
military coup.
For critics like Vullings and Pam, see below, racism and violent independence
wars simply existed. They do not embed the fictional events
as discussed in Haasse’s Sleuteloog in a political and societal reality that
was endorsed by Dutch colonials:
Sleuteloog beschrijft de gelukkige Indische jeugd van de beide
meisjes. Over dat geluk trekt echter een schaduw als Dee er achter
komt dat zij, anders dan Herma, niet voor honderd procent
blank is, maar dat er ook enkele druppels getint bloed door haar
aderen stromen. Door die wetenschap wordt haar plaats binnen de
Indische klassenmaatschappij opnieuw bepaald. 35
Sleuteloog describes the happy ‘Indische’ childhood of the two girls.
However, happiness turns into sorrow, once Dee finds out that she,
contrary to Herma, is not a hundred percent white, but has a few
drops of coloured blood streaming through her veins. Because of this
knowledge, her position within the Indische society is redefined.
Whereas Haasse draws attention to ‘Indische’ stereotypes in Sleuteloog
and critically adjusts them, Pam’s and Vullings’s responses to the
‘A sort of wishful dream’ 131