Discord Consensus

41 De Pater, Leeuwendaal hersteld, 15.
42 See Henk Duits, ‘Vondel en de Vrede van Munster: ambivalente gevoelens’, De zeventiende
eeuw 13 (1997), 183–​92; Karel Porteman and Mieke B. Smits-​Veldt, Een nieuw vaderland
voor de muzen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur, 1560–​1700 (Amsterdam: Bert
Bakker, 2008), 502–​3.
43 ‘Daar hoort men Frisoos naam tot aan ’t gesternte reyzen/Dog dat hy sulks verdient dat
kan geen mensch bewyzen’. Uit Vriendschap, ‘Op het zinspel genaamt Leeuwendaal, hesteld
door de vrede, door den digter Lucas Pater’, in Dichtkundig Praal-​Tooneel van Neerlands
wonderen, vol. 1, 109–​10.
44 Elaine Scarry, The Body in Pain: The Making and Unmaking of the Modern World (New York
and Oxford: Oxford University Press, 1985), 142.
Chapter 2
1 This chapter is based on a lecture for the ALCS conference on Discord and Harmony and on
Inger Leemans and Gert-​Jan Johannes, Worm en Donder. Geschiedenis van de Nederlandse
literatuur: de Republiek. 1700–​1800 (Amsterdam: Bert Bakker, 2013).
2 Lambert Bidloo, Panpoëticon Batavum, kabinet, waar in de afbeeldingen van voornaame
Nederlandse dichteren, verzameld, en konstig geschilderdt door Arnoud van Halen, en onder
uytbreyding, en aanmerkingen, over de Hollandsche rym-​konst (Amsterdam: A. van Damme,
1720) .
3 J. I. Israel, Radical Enlightenment: Philosophy and the Making of Modernity, 1650–​1750
(Oxford: Oxford University Press, 2001). See for the war of the poets: T. van Strien, ‘Normen
en waarden –​Letterpesten! Ellendige prulpöeten! Verwaande vitters! De poëtenoorlog
(1713–​1716)’, Literatuur. Tijdschrift over Nederlandse letterkunde 20 (2003), 23–​5.
4 After R. van Stipriaan gave a compelling description of the Panpoëticon in his textbook on
Dutch early modern literary culture (R. van Stipriaan, Het volle leven. Nederlandse literatuur
en cultuur ten tijde van de Republiek (circa 1550–​1800) (Amsterdam: Prometheus, 2002)),
the cabinet has received more attention. Recently, T. van Strien published a comprehensive
description: ‘De schatkist. Lambert Bidloo’s Panpoëticon Batavûm’, Tijdschrift voor
Nederlandse Taal-​en Letterkunde 130 (2014), 237–​60. In the annex to this article, L. van
Deinsen and T. van Strien published a summary of Bidloo’s poem: L. van Deinsen and
T. van Strien, ‘Lambert Bidloo, Panpoëticon Batavûm (1720) Samenvatting met annotaties’
.
5 This is one of the main theses of J. Kloek and W. Mijnhardt, IJkpunt 1800: Blauwdrukken
voor een samenleving (The Hague: SDU, 2001). One might state that current reactions
towards the financial crisis are comparable to those of the eighteenth century. Since people
have trouble grasping the highly complex wizardry of the world of finance, they tend to
focus on moral issues such as bonuses, guilt and greed. Or, as the recent movie The Wolf of
Wall Street aptly demonstrates, the actions of traders and brokers are mostly explained in
terms of excessive drug and alcohol abuse.
6 G. P. M. Knuvelder, Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde, vol. 3
('s-​Hertogenbosch: Malmberg, 1979).
7 Ph. de Vries, ‘De Nederlandse cultuur in de eerste helft van de 18e eeuw’, in J. A. van Houtte
et al. (eds.), Algemene Geschiedenis der Nederlanden, vol. 7 (Utrecht, Antwerp, Brussels,
Ghent, Leuven: W. De Haan, 1954), 248–​76.
8 This thesis of the Dutch Republic as a moderate enlightened culture is for instance put forward
in Kloek and Mijnhardt, IJkpunt 1800. See also E. G. E. van der Wall and L. Wessels
(eds.), Een veelzijdige verstandhouding. Religie en Verlichting in Nederland 1650–​1850
(Nijmegen: Vantilt, 2007).
9 G. J. Johannes, ‘The Development of the Literary Field and the Limitations of “Minor”
Languages: The Case of the Northern Netherlands, 1750–​1850’, Poetics 28 (2001),
349–​76.
10 One of the staunch advocates for this radical re-​reading of Dutch literature was A. Hanou.
See his Nederlandse literatuur van de Verlichting (Nijmegen: Vantilt, 2002), or C. van
Heertum, T. Jongenelen and F. van Lamoen (eds.), De andere achttiende eeuw. Opstellen voor
André Hanou (Nijmegen: Vantilt, 2006).
Notes
193