Discord Consensus

Te Brussel vergaderden de Flaminganten in het Vlaamsch Huis. Niet alleen was daar de
groote zaal door een uitgelezen publiek geheel bezet [. . .]. Achille Brijs sprak de feestrede
uit, waarin hij in scherpe bewoordingen de anti-​Vlaamsche politiek der Belgische regering
van Le Havre veroordeelde. De bijval was buitengewoon. [. . .]
50 Gazette van Detroit, 22 September 1916, p. 2.
Mijnheer de Hoofdopsteller van de Volkstem [sic], De Pere, Wis.
Waarde Heer,
In Uw geëerd weekblad van 9den dezer maand, heb ik het artikel gelezen over ‘De Nationale
Beweging in Vlaanderen’ aangaande de herinneringsfeesten in het bezette België van den
Guldensporenslag. Laat mij toe U mijne verwondering uit te drukken over de onervarendheid
en de blindheid dezer Vlamingen die de Moffen aanzien als de verdedigers onzer
Moedertaal. Gelukkiglijk het grootste getal, om niet te zeggen alle de oudere en beter-​
gekende leiders der Vlaamsche Beweging hebben wel verstaan dat het eenige doel onzer
vijanden is twist en tweedracht te zaaien tusschen Vlamingen en Walen om gemakkelijker
heer en meester in ons land te blijven. [. . .]
ALBERT MOULAERT
Consul Generaal van België.
51 Gazette van Detroit, 22 September 1916, p. 2.
Mijnheer de Hoofdopsteller van de Volksstem, De Pere, Wis.
Waarde Heer,
[. . .] Ongelukkiglijk zijn er Belgen, wiens anti-​fransche hartstochten zoo vurig laaien, dat zij
alles tot den taalstrijd terugleiden en zelfs in dezen laatsten krijg tusschen vrijheid en dwingelandij,
tusschen democratie en aristocratie, denken zij alleenlijk aan den eeuwenlangen
kamp tusschen de Fransche koningen en de Vlaamsche gemeenten.
‘T is beklagenswaardig dat zij niet beseffen hoe zij de Moffen helpen. Laat mij toe U aan
te duiden dat de Chicago Journal van 22sten dezer, in eenen editorial verklaarde dat alwie
de bestuurlijke verdeling van België wenscht te weeg te brengen, uitsluitelijk ten voordeele
der duitschers [sic] werkt. [. . .]
Met aller achting:
[. . .] ALBERT MOULAERT
Consul Generaal van België
52 Gazette van Detroit, 22 September 1916, p. 2.
Mijnheer Adolph B. Suess, opsteller van de Volksstem, De Pere, Wis.
Mijnheer,
[. . .] Mag ik u vragen waarom gij artikels verhandigt die Vlamingen en Walen zouden kunnen
ophitsen en waarom gij mijne brieven niet drukt die op deze artikels antwoorden? [. . .]
ALBERT MOULAERT
Consul Generaal van Belgie
53 De Volksstem, 10 April 1918, p. 8.
ANTWERPEN. –​De vorige week is een aanvang genomen met het uitschilderen van de
Fransche straatbenamingen. Voortaan worden nog alleen de Vlaamsche straatnamen
geduld.
54 Gazette van Detroit, 10 November 1916, p. 2.
LICHTVAARDIG OORDEEL
De oorlog heeft het Belgische volk in ‘n eigenaardigen toestand gesteld. [. . .] Laat ons bedenken
dat er tegenwoordig geen grootere beleediging bestaat voor 'n Belg dan als verrader
te worden uitgemaakt; [. . .] laat ons bedenken dat het belang der nationale eenheid vergt
dat misverstand en verbittering zooveel mogelijk wordt voorkomen, en dat men ook nooit
zonder volstrekte zekerheid de nationale trouw van wien ook mag verdenken.
55 Verthé, 150 Years of Flemings in Detroit, 109–​11.
56 Nancy Derr, ‘The Babel Proclamation’, The Palimpsest 60.4 (1979), 98–​115 (106).
57 Sioux Center Nieuwsblad, 13 June 1918, p. 1.
Wij geloven niet dat de gouverneur eenige autoriteit heeft om deze proclamatie te handhaven,
maar zelfs al had hij dit, waarom zou hij er al de bevriende naties bij insluiten en
ze gelijkstellen met de Hun? [. . .] Het spreken van Fransch, Boheemsch, Hollandsch,
Italiaansch of Vlaamsch te beletten zou een onvriendelijke daad zijn tegen vele van de beste
Amerikanen, zoowel als tegen de naties die onze bondgenooten zijn in dezen oorlog.
58 Peter L. Petersen, ‘Language and Loyalty: Governor Harding and Iowa’s Danish-​Americans
during World War I’, The Annals of Iowa 42 no. 6 (1974), 405–​17.
202
NOTES