Wederopbouw%20in%20Schiedam%20deel%201
Wederopbouw%20in%20Schiedam%20deel%201
Wederopbouw%20in%20Schiedam%20deel%201
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4<br />
dus sprake van een poging tot een typologisering van de hele woning, maar dan<br />
wel per streek.<br />
Een veel verdere doorvoering van dit principe, maar dan zonder het ‘streekeigene’<br />
en op veel grotere schaal, was vanaf 1960 de introductie van de keuzewoning.<br />
Voor alle typen (etagebouw, eengezinshuizen, hoogbouw, voor kleine en grote<br />
gezinnen) werden keuzewoningen ontwikkeld en verzameld in boekjes uitgegeven,<br />
die overal verspreid werden. Het waren dus een soort cataloguswoningen, die<br />
onafhankelijk van een bepaalde omgeving ontworpen waren. Een dergelijke<br />
uniformering ging wel erg ver maar architecten werkten er toch aan mee. (...) Er<br />
was echter maar een beperkt aantal architecten dat door de selectie kwam en dus<br />
verantwoordelijk was voor een groot aantal identieke woningen.<br />
De Stichting Ratiobouw hield zich aanvankelijk voornamelijk bezig met<br />
de systeembouw. Ze initieerde de ontwikkeling van nieuwe systemen,<br />
adviseerde daarin, liet proefwoningen bouwen en gaf keurmerken voor door<br />
haar goedgekeurde systemen af. Alleen goedgekeurde systemen konden<br />
bij de bouwproductie worden ingeschakeld. Deze stichting ontwikkelde zich<br />
langzamerhand (halverwege de jaren vijftig) tot een machtig adviesorgaan voor<br />
gemeenten en bouwbedrijven, zowel op technisch als op organisatorisch gebied.<br />
(...) Vanuit dit perspectief bemoeide de stichting zich ook met het stedebouwkundig<br />
plan, voorzover zij een zo rationeel mogelijke verkaveling – mede afhankelijk<br />
van het bouwsysteem – eiste. (...) Keerzijde van de medaille was dat in de<br />
volkshuisvesting andere belangen dan de kwantiteit ondergesneeuwd raakten. (...)<br />
Al deze rationaliseringsmaatregelen werden vanaf ongeveer 1950 doorgevoerd,<br />
terwijl er op bestuurlijk niveau gedecentraliseerd werd. De gemeenten kregen<br />
formeel een groot deel van de bevoegdheden terug, die Ringers hen in en kort<br />
na de oorlog ontnomen had. Maar dat betekende niet dat zij in werkelijkheid<br />
meer zeggenschap kregen over de volkshuisvesting. Omdat de volkshuisvesting<br />
meer dan ooit afhankelijk werd van subsidieregelingen, die aan bepaalde normen<br />
gebonden waren en de meeste gemeenten wel moesten bouwen, was het in feite<br />
in versterkte mate de overheid die bepaalde wat en hoe er gebouwd werd.’<br />
Systeembouw<br />
‘De ontwikkeling van systeembouw was een belangrijke factor in de algemene<br />
rationaliseringsoperaties. Het begrip ‘systeembouw’ is sinds 1970 de gebruikelijke<br />
benaming voor alle niet-traditionele woningbouw. Traditionele woningbouw<br />
verwijst naar de ambachtelijke arbeid op de bouwplaats: in het werk vervaardigde<br />
gemetselde draagwanden, gecombineerd met (meestal) houten vloerconstructies.<br />
Het gebruik van beton werd ook nog tot de traditionele bouw gerekend. Voorzover<br />
er geen gebruik wordt gemaakt van standaardbekistingen. (...) De traditionele<br />
woningbouw was nog ambachtelijk, wat ervaren werd als een technische<br />
achterstand. Het beeld dat men bij de geïndustrialiseerde bouwmethode voor ogen<br />
had was dat van het lopende-bandsysteem, de montagebouw (...) Maar in 1959<br />
waarschuwde de directeur van Ratiobouw, J.P. Mazure, dat een woning iets anders<br />
was elk ander industrieel vervaardigd product, vanwege het grote volume, de<br />
ingewikkelde structuur en de veelzijdige functies. De industriële woningbouw bleek<br />
in het algemeen ook niet goedkoper (...) Het waren specifieke maatschappelijke<br />
omstandigheden die noopten tot het omzien naar niet-traditionele bouwsystemen:<br />
een groot tekort aan geschoolde arbeidskrachten en – vlak na de oorlog – een<br />
tekort aan bouwmaterialen, voornamelijk baksteen. (...) De eerste systemen die na<br />
de oorlog werden toegepast bestonden vrijwel alle uit gestapelde betonblokken van<br />
een groter formaat dan baksteen, in feite nog dicht staand bij de traditionele bouw.<br />
(...)<br />
Er bestond weinig ervaring met systeembouw en vrijwel alle systemen moesten<br />
van de grond af worden ontwikkeld. Meestal kwamen ze uit het buitenland<br />
(Engeland, Frankrijk) en moesten dan aangepast worden aan de Nederlandse<br />
voorschriften. De overheid stimuleerde deze ontwikkeling krachtig en gaf daarbij<br />
de Stichting Ratiobouw een centrale positie. (...) In 1947 werd door de overheid<br />
zelf het uit Engeland afkomstige systeem Airey geïntroduceerd en de ontwikkeling<br />
ervan opgedragen aan de maatschappij NEMAVO, die de architecten J.F. Berghoef<br />
en H.T. Zwiers daarbij betrok. Het bedrijf kreeg van het Rijk financiële steun<br />
in de vorm van belastingfaciliteiten. Belangrijke figuren in de top onderhielden