Wederopbouw%20in%20Schiedam%20deel%201
Wederopbouw%20in%20Schiedam%20deel%201
Wederopbouw%20in%20Schiedam%20deel%201
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Donkere schaduwen over Schiedam<br />
Sinds het begin van de jaren dertig kende de stad een periode van armoede<br />
en dagelijkse treurigheid, werkeloosheid en economische crisis. De historische<br />
binnenstad stond tot na de oorlog symbool voor stagnatie en achteruitgang. In de<br />
binnenstad heersten ongezonde woonomstandigheden in vochtige krotten. De<br />
bewoners hadden last van erbarmelijke stank van grachten, onveiligheid in stegen,<br />
het vastlopende verkeer bij de Koemarkt en ziekmakende rioleringssystemen.<br />
Met het werk van de naoorlogse architecten, stedenbouwkundigen en<br />
landschapsontwerpers werd een streep gezet door het somber stemmende<br />
verleden van het vooroorlogse Schiedam. Eindelijk was een nieuwe tijd<br />
aangebroken die hiermee afrekende. De eensgezindheid van het naoorlogs<br />
optimisme en de op volle toeren draaiende wederopbouwmachinerie zorgden in<br />
Schiedam voor een nieuwe periode van welvaart en ongekende groei.<br />
De oorlogsschade in Schiedam was relatief beperkt. De meeste woongebieden<br />
bleven gelukkig gespaard van vernielingen. De schade die er was, ontstond<br />
grotendeels door bombardementen die gericht waren op de industrie langs<br />
de Maasmond. Eerst, in mei 1940, waren het Duitse bombardementen gericht<br />
op de havens. In de jaren daarna voerden vervolgens de Geallieerden gericht<br />
bombardementen uit op Schiedam omdat de metaalindustrie en scheepswerven<br />
werden ingezet ten behoeve van de oorlogsvoering. In de dokken werden schepen<br />
klaargemaakt die in de oorlogsvloot werden ingezet. Veel bombardementen waren<br />
erop gericht om de levering aan de Duitsers een halt toe te roepen. Tijdens deze<br />
acties liepen bedrijven zoals Wilton-Feijenoord en Gusto veel schade op, maar<br />
enkele bombardementen troffen ook woongebieden zoals Schiedam-West en de<br />
Rotterdamsedijk, waarbij doden te betreuren vielen.<br />
Annexatie en toekomstvisie<br />
Het Schiedamse gemeentebestuur maakte direct na de Duitse inval in 1940<br />
plannen om de oorlogsschade te herstellen. Nationaal ontstond een speciaal<br />
stelsel van rijks-, regionale en plaatselijke supervisoren die de bouw ging<br />
coördineren. De overheid stemde in 1941 in met de annexatie van de gemeente<br />
Kethel en Spaland en een deel van Vlaardingerambacht. Daarmee kwam een eind<br />
aan de knellende banden van Schiedams grondgebied, waarvan de bebouwing<br />
in het oosten, zuiden en westen steeds meer de gemeentegrens naderde. Door<br />
grenswijzigingen in 1909 en 19 1 had Schiedam grondgebied langs de Maas<br />
verloren aan Rotterdam. De woonbebouwing en havenactiviteiten van Rotterdam<br />
richting Schiedam, zoals de aanleg van de Merwedehaven in de jaren twintig,<br />
schoven steeds meer op, totdat Oud-Mathenesse uiteindelijk in de naoorlogse<br />
jaren aan Schiedam vastgroeide. Met de annexatie in 1941 werd in één klap het<br />
beschikbare grondgebied ongeveer verdubbeld door de verwerving van noordelijke<br />
gronden. Zo kreeg Schiedam weer ruimte om de concurrentie aan te gaan met de<br />
twee buurgemeenten als aantrekkelijke woon- en winkelstad.<br />
De annexatie viel samen met het opstellen van een toekomstvisie voor Schiedam,<br />
een algemeen uitbreidingsplan, waarvan de contouren tussen 1941 en 1944<br />
op papier zijn gezet. Burgemeester en wethouders van Schiedam stelde dit<br />
‘Algemeen uitbreidingsplan in hoofdzaak’ in 1944 vast. Dit uitbreidings- en<br />
saneringsplan, dat vergezeld ging van een uitgebreide verantwoording, werd<br />
pas in 1949 gepubliceerd, toen het begin van de uitvoering aanstaande was.<br />
De oplossingen voor de ergste materiaalschaarste en gebrek aan financiën<br />
waren op dat moment in zicht. Dit ‘Memorandum over de stedenbouwkundige<br />
ontwikkeling van Schiedam’ (1949), of het Blauwe Boek zoals het ook genoemd<br />
werd, is zeer invloedrijk geweest voor de naoorlogse stedelijke ontwikkeling. Aan<br />
dit Memorandum ligt een survey ten grondslag, een wetenschappelijk onderzoek<br />
naar de historische en feitelijke ontwikkeling van de stad, met veel nadruk<br />
op de sociaal-economische aspecten. De survey resulteerde in een degelijk<br />
onderbouwde toekomstvisie. De concrete plannen worden door burgemeester J.W.<br />
Peek daarnaast met aan ‘onze grote Berlage’ ontleende woorden aangeprezen als<br />
het aangewezen middel om van de stad een ‘kunstwerk in opperste openbaring’ te<br />
maken.<br />
5