Rotterdam - Zuid - Els Bet Stedebouwkundige
Rotterdam - Zuid - Els Bet Stedebouwkundige
Rotterdam - Zuid - Els Bet Stedebouwkundige
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
158<br />
thema: superblok en dubbele rand<br />
De superblokken bestaan uit middelhoge bebouwing langs doorgaande wegen met verborgen werelden daarachter<br />
in de polderkommen. In de schillen en het binnenwerk zijn samenhangende eenheden te onderscheiden zoals de<br />
experimentele woningbouwcomplexen in de betondorpen, de traditionele woningbouw in de tuindorpen en de monumentale<br />
straatwanden langs de hoofdstructuur.<br />
Vaak werden de lager gelegen polderkommen eerst bebouwd. De dijken bleven vooralsnog landwegen met bomenrijen.<br />
Pas later volgde de bebouwing langs de dijken. De verschillende bouwstromen van schil en binnenwerk zijn<br />
rug-aan-rug en vaak zeer dicht tegen elkaar aan gebouwd. De bebouwing op de dijk ligt hoger en heeft meestal<br />
een grotere bouwhoogte dan de lager gelegen bebouwing van het binnenwerk. Vanuit de ‘kom’ gezien werkt de<br />
achterkant van de schil daardoor als coulisse voor de lagere bebouwing van het binnenwerk. Samen vormen zij<br />
een dubbele rand, die hoe dan ook een stedenbouwkundige en architectonische eenheid vormt. Ter plaatse van<br />
de doorgangen door de dubbele rand ervaar je het hoogteverschil en het contrast tussen schil en binnenwerk het<br />
sterkst. Vaak staan boven- en onderbebouwing koud op elkaar zonder bemiddeling van een ‘tussenbebouwing’. In de<br />
beste gevallen gebeurt dat wel door het omtrekken/om de hoek trekken van de bebouwing op de dijk en het verlagen<br />
van de goothoogte. Meestal wordt dit tussenstuk beëindigd met een blinde kopgevel. Het is dit vlak dat wederom de<br />
achtergrond vormt voor de ontmoeting met de lager gelegen bebouwing/binnenrandbebouwing. De verschijningsvorm<br />
van de tussenbebouwing heeft dan ook een doorslaggevend effect ter plaatse van de ‘doorgang’ van de dubbele<br />
rand en zou daarom afgestemd moeten worden op die van de binnenrand. Materiaal- en/of kleurcontrasten zijn hierbij<br />
belangrijke aandachtspunten. (zie de foto’s op de rechterpagina)<br />
Waar doorgaande wegen niet op de dijken liggen maar door de polderstructuur heen snijden zoals bij de Mijnsherenlaan<br />
is de dubbele randbebouwing soms in één keer ontwikkeld. Er is geen hoogteverschil in de ondergrond, alleen<br />
in bouwhoogte. Langs de doorgaande wegen is de bebouwing het hoogst, om de hoek wordt de goothoogte omlaag<br />
getrokken, en vervolgens aan de binnenkant nog een keer. Zo ontstaat in de dakcontour een getrapte overgang van<br />
buiten naar binnen, terwijl de gevelvlakken zich naadloos de hoek omvouwen. (zie foto onder aan de pagina)