Sicco Roorda van Eysinga - zijn eigen vijand.pdf - Hans Vervoort
Sicco Roorda van Eysinga - zijn eigen vijand.pdf - Hans Vervoort
Sicco Roorda van Eysinga - zijn eigen vijand.pdf - Hans Vervoort
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Generaal <strong>van</strong> 1866 tot 1871.<br />
98<br />
"Als griffier der Provinciale Staten <strong>van</strong> Gelderland was de baron<br />
driemalen bij den Minister Thorbecke op audientie gegaan om verhooging<br />
<strong>van</strong> traktement te verk rijgen, maar te vergeefs. Hij had toen<br />
getracht rijk te worden door een spoorweg-concessie en een onbekookt<br />
plan <strong>van</strong> ijzeren banen in Nederland voorgesteld. Stieltjes had<br />
dit bestreden. Maar de baron was nooit ten einde raad. Als een<br />
richting dwars door den modder niet beviel, was hij gereed met een<br />
richting dwars door de heide. Stieltjes toonde ook het dwaze hie r<strong>van</strong><br />
aan en durfde te spotten met den m an , die, gelijk de scheikundigen,<br />
<strong>zijn</strong> oplossingen beurtelings zocht langs den natten en den drogen<br />
weg. De baron kreeg geen concessie. Vandaar de veete. Men had<br />
verwacht, dat het onderkoninklijk inkomen v an meer dan anderhalve<br />
ton gouds 's jaars <strong>zijn</strong> wrok zou doen insluimeren, maar men rekende<br />
daarbij buiten <strong>zijn</strong> aard."<br />
Reitsma:<br />
"Vandaar dat een stille strijd tusschen Sloet en Stieltjes over het<br />
toekomstige tracé <strong>van</strong> den Vorstenlandschen spoorweg ontstond,<br />
waarbij Sloet <strong>van</strong> de Beele zich onderhands <strong>van</strong> de diensten <strong>van</strong> den<br />
met de geheele commissie in onmin levenden hoofdingenieur Dixon<br />
en den kapitein <strong>van</strong> den Topografischen dienst W. Beyerink bediende,<br />
om een derde lijn te concedeeren, de z.g. `gewijzigde richting <strong>van</strong><br />
den Gouverneur-Generaal', ook wel de `Oostelijke bergbaan' genoemd."<br />
<strong>Roorda</strong> besch rijft ook dit wat uitvoeriger:<br />
"De landvoogd Sloet wachtte het onderzoek <strong>van</strong> het spoorweg-vraagstuk<br />
door de Commissie tot de Vervoermiddelen niet af. Met een<br />
verdachte haast verleende hij reeds in 1862 voorloopig concessie,<br />
niet in zuidelijke richting, noch in ooste lijke, maar in een zuidoostelijke.<br />
Dit verbeeldde zeker la politique du juste milieu. Deze richting<br />
had bijna al de nadeelen <strong>van</strong> de twee andere en miste bijna al de<br />
voordeelen. Zij doorsneed een onvruchtbaar, onbewoond terrein,<br />
waar tamelijk beduidende hellingen de trekkracht bezwaarden en de<br />
zeepachtige bodem kostbare voorzorgen eischte. In de oogen <strong>van</strong><br />
hen, die op losse gronden geld uit de staatskas vragen of geven, had<br />
zij het groote voordeel, niet nauwkeu rig onderzocht te <strong>zijn</strong> en dus<br />
den grondslag voor een juiste begrooting te missen. Toch had er<br />
eenig onderzoek plaats gehad. Door de ingenieurs der Commissie tot<br />
de Vervoermiddelen was met fijne waterpas-instrumenten de hoogte<br />
boven de zee <strong>van</strong> enkele punten bepaald geworden. Door de korporaals