Sicco Roorda van Eysinga - zijn eigen vijand.pdf - Hans Vervoort
Sicco Roorda van Eysinga - zijn eigen vijand.pdf - Hans Vervoort
Sicco Roorda van Eysinga - zijn eigen vijand.pdf - Hans Vervoort
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
dat tot een werk dat millioenen zal kosten bovendien niet behoort te<br />
worden besloten, zonder het opperbestuur vooraf daarin te kennen."<br />
Enz. enz, en dit alles met grote voorspelbaarheid leidend tot het<br />
besluit dat de zaak nog maar eens grondig bekeken moet worden. Of<br />
<strong>Roorda</strong> de formule ringen <strong>van</strong> dit besluit ooit onder ogen gehad<br />
heeft, blijkt niet uit <strong>zijn</strong> publikaties, dat de zaak stagneerde wist hij<br />
natuurlijk wèl.<br />
Zelfs bijna 120 jaar na dato valt uit deze lange opsomming <strong>van</strong><br />
overwegingen nog moeiteloos te achterhalen hoe weinig lust de<br />
Oost-Indische regering had om dit dure kunstwerk te laten aanleggen.<br />
Dat er al begonnen was met het graven <strong>van</strong> een geultje, nou ja,<br />
dat kon men best als een aalmoes aan de hongerige bevolking<br />
beschouwen, die immers met dit werk wat geld verdiende, en dan<br />
even uit de nood was.<br />
Maar om er nu echt in ernst vèrder mee te gaan, nee, dat trok de<br />
heren toch duidelijk niet aan. Weliswaar had <strong>Roorda</strong> kennelijk hevig<br />
<strong>zijn</strong> best gedaan, maar bij een zo gewichtige zaak kon je natuurlijk<br />
niet afgaan op één man. Het voorstel <strong>van</strong> <strong>Roorda</strong>'s chef om 20<br />
ingenieurs in te huren om de opnamen nog eens dunnetjes over te<br />
doen viel echter evenmin in goede aarde: dat moest maar eens beter<br />
onderbouwd worden.<br />
Er gebeurde dus niets.<br />
"Op de begrooting voor 1867 komt de ellendige som <strong>van</strong> drieduizend<br />
gulden voor aan vloeiingswerken in de residentie Samarang,<br />
waarin de regentschappen Demak en Grobogan gelegen <strong>zijn</strong>! "<br />
(<strong>Roorda</strong> in een voetnoot <strong>van</strong> <strong>zijn</strong> brochure "Een andere waarheid<br />
dan de officiëele").<br />
Pas in een brief <strong>van</strong> 8 januari 1880 (! ) aan Multatuli noteert hij<br />
vooruitgang: "Wij hebben toch eindelijk wat voldoening: 10 millioen<br />
gld. voor kanalen in Demak. Heerlijk! "<br />
DE EERWAARDIGHEID DER ADAT<br />
"De resident Potter — schrijft ons een vriend — antwoordde eens aan<br />
een vroeger directeur der cultures: "Wanneer ik een jaar lang groene<br />
sloffen draag, volgen al de inland'sche hoofden mij na, en de bevolking<br />
noemt die gewoonte dadelijk adat."<br />
Ik heb lang geaarzeld met zooveel ligtzinnigheid als de heer Potter<br />
over eene zaak te spreken, waaraan, volgens den minister <strong>van</strong> Koloniën,<br />
het behoud onzer heerschappij verbonden is. Het was eerst<br />
voor weinige maanden, dat mijn geloof aan de heiligheid der adat<br />
den genadeslag kreeg.<br />
Ik was in eene hofstad. In den kraton <strong>van</strong> den Vorst werd het