Sicco Roorda van Eysinga - zijn eigen vijand.pdf - Hans Vervoort
Sicco Roorda van Eysinga - zijn eigen vijand.pdf - Hans Vervoort
Sicco Roorda van Eysinga - zijn eigen vijand.pdf - Hans Vervoort
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
waar in de plaats <strong>van</strong> de overheid één (of enkele) particulier<br />
het voor het zeggen had.<br />
Dankzij <strong>zijn</strong> goede bedoelingen was dat een zegen voor de bevolking<br />
(op dat punt heeft niem and <strong>Roorda</strong> ooit bestreden), maar een<br />
minder idealistische ondernemer zou in zo'n situatie de bevolking<br />
compleet kunnen tiranniseren. Het is merkwaardig dat <strong>Roorda</strong> dit<br />
<strong>eigen</strong>lijk nooit heeft willen erkennen. Ook in 1878 schreef hij in<br />
Oost en West nog:<br />
"De resident Bekking heeft, als overgangsmaatregel, een weinig dwang<br />
gemengd in veel vrijheid. Zulk een handelwijze is volmaakt te verdedigen.<br />
Ik beschouw het Javaansche volk als een veertien-jarigen<br />
pupil, wien men reeds eenige vrijheden gunnen, maar andere nog<br />
onthouden moet."<br />
Zoals gebruikelijk bij <strong>Roorda</strong> liep het voor hem zelf slecht af. In<br />
april 1857 keerde De Mol terug en hij was allerminst tevreden. "Tot<br />
mij zeide hij: Gij hadt dezelfde resultaten kunnen k rijgen, zonder<br />
meer uittegeven dan ik". Maar op dat moment zag het er toch nog<br />
even naar uit dat <strong>Roorda</strong> kon blijven:<br />
"Toen de heer d.M. in Dec. 1855 Java verliet, wilde hij <strong>zijn</strong> kontrakt,<br />
dat nog zes jaren liep, verkoopen voor f 180,000. Niemand durfde<br />
die som te geven dan ik. Maar het zal onnoodig <strong>zijn</strong> te betoogen, dat<br />
er geen moord en doodslag heerschte onder de geldmannen om mij<br />
die som te mogen leenen. Ik bleef er dus nuchter <strong>van</strong>. Toen hij<br />
vijftien maanden later terugkeerde, wilde de firma Schimmelpenninck<br />
hem voor zes oogsten f 400,000 betalen. Ik zou voor een<br />
derde mede-<strong>eigen</strong>aar worden en administrateur blijven. Maar de heer<br />
d.M. eischte vijf tonnen gouds. De onderhandeling sprong af. Die<br />
cijfers <strong>zijn</strong> welsprekend. Wel was er meer animo op de markt maar<br />
men wijze mij één enkel tabaks kontrakt op Java, dat in hetzelfde<br />
tijdstip gelijke waarde-vermeerdering onderging. Men bedenke tevens,<br />
dat het moeilijker valt in vijf jaren de schade <strong>van</strong> één of meer<br />
misgewassen in te halen dan in zes."<br />
Uiteindelijk ontsloeg De Mol <strong>zijn</strong> bewindvoerder, en diende een<br />
verzoek in bij GG Pahud om de zo onhandig ver <strong>van</strong> <strong>zijn</strong> buffet<br />
geplaatste schuren weer te mogen verplaatsen. Maar bij besluit <strong>van</strong><br />
26 augustus 1857 wees Pahud <strong>zijn</strong> verzoek af, aangezien gebleken<br />
was dat de door <strong>Roorda</strong> tot stand gebrachte verplaatsing der schuren<br />
in het belang geweest was <strong>van</strong> de orde en rust in het gewest (gegevens<br />
ontleend aan het artikel <strong>van</strong> W.F. Wertheim).<br />
De ontslagen <strong>Roorda</strong> begon een proces om f 15.000 gulden aandeel<br />
in de winst, waarover hij in Oost en West schreef: