05.05.2013 Views

Sicco Roorda van Eysinga - zijn eigen vijand.pdf - Hans Vervoort

Sicco Roorda van Eysinga - zijn eigen vijand.pdf - Hans Vervoort

Sicco Roorda van Eysinga - zijn eigen vijand.pdf - Hans Vervoort

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

16. DE NASLEEP VOOR NIEUWENHUIJZEN EN SLOET<br />

<strong>Roorda</strong> beklaagde zich in <strong>zijn</strong> brochure zachtjes en in <strong>zijn</strong> briefwisseling<br />

met Multatuli wat luider over het gebrek aan steun dat hij<br />

ondervond <strong>van</strong> de resident Nieuwenhuijzen voor wie hij zo ridderlijk<br />

in de bres was gesprongen.<br />

Eigenlijk verwachtte hij dat Nieuwenhuijzen de moed zou opbrengen<br />

om naar voren te treden en een <strong>van</strong> de pilaren v an het banvonnis om<br />

zou duwen, namelijk de in het vonnis geciteerde mededeling <strong>van</strong><br />

Dorrepaal & Cie dat de beschuldiging <strong>van</strong> het geven <strong>van</strong> geld "aan<br />

een `voornaam inlandsch politiehoofd' ten ene male valsch is en dus<br />

als vuige laster moet worden beschouwd."<br />

Maar Nieuwenhuijzen zweeg. Hij moet zich gevoeld hebben als het<br />

bekende oude vrouwtje dat door een àl te ijve rige padvinder geheel<br />

tegen haar wil naar de overkant <strong>van</strong> de straat is gebracht. Als hij in<br />

het openbaar toe zou geven dat hij tegenover <strong>Roorda</strong> Dorrepaal c.s.<br />

<strong>van</strong> omkoping beschuldigd had, dan zou hij a) die beschuldiging ook<br />

waar moeten maken (wat hij vermoedelijk niet kon) en b) duidelijk<br />

moeten maken waarom hij er niets aan gedaan had, wat hij als<br />

resident toch verplicht was. Dat zou <strong>zijn</strong> carrière geen goed doen.<br />

Bleef hij zwijgen dan zakte <strong>zijn</strong> prestige maar zou <strong>zijn</strong> carrière gered<br />

<strong>zijn</strong>. Hij koos voor het laatste, en probeerde <strong>Roorda</strong> te helpen door<br />

een audiëntie bij de minister v an Koloniën voor hem te verzorgen, wat<br />

<strong>Roorda</strong> boos weigerde.<br />

Intussen had Nieuwenhuijzen zich toch te verantwoorden over de<br />

Vloekzang-kwestie. Terwijl men bezig was in Indië na te gaan of<br />

<strong>Roorda</strong> dit gedicht geschreven had en wáár hij het voorgedragen had,<br />

kreeg Nieuwenhuijzen in Nederland enkele schriftelijke vragen te<br />

beantwoorden <strong>van</strong> de minister <strong>van</strong> Koloniën.<br />

Op 15 oktober 1864 beantwoordde hij ze.' Hij ontkende dat de<br />

Vloekzang ooit bij diners of soortgelijke gelegenheden in het Residentie-<br />

huis was voorgedragen en schreef: "dat het strijdende met de<br />

waarheid is, dat gezegd gedicht in den laatsten tijd nog <strong>van</strong> mijn<br />

verblijf in de Residentie Soerakarta vrij algemeen verspreid en gelezen<br />

werd. Is het sedert en na een onbekend — althans zeer weinig<br />

bekend bestaan / zoo ik wel ben onderrigt / <strong>van</strong> ongeveer 5 jaren,<br />

1. Ook de in dit hoofdstuk opgenomen brieven <strong>zijn</strong> door Henri A.<br />

Ett beschikbaar gesteld.<br />

plotseling wereldkundig geworden, ik geloof dat de schuld daa r<strong>van</strong><br />

minder ligt bij hém die het in ligtzinnige dartelheid ve rvaardigde, dan<br />

bij hen die zich geroepen achtten er publiciteit aan te geven. Het

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!