HIER - Congress Company
HIER - Congress Company
HIER - Congress Company
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
eduRAD syllabus 69<br />
44<br />
Als het brein ouder wordt<br />
Prof. dr. M.A. van Buchem<br />
Afdeling radiologie, LUMC, Leiden<br />
Inleiding<br />
Op gevorderde leeftijd kan de invloed van de tijd op de<br />
hersenen zich op verschillende manieren manifesteren. Die<br />
verschillende manifestaties kunnen hand in hand gaan, maar<br />
ze kunnen zich ook onafhankelijk van elkaar manifesteren.<br />
Cerebrale manifestaties van veroudering zijn ook niet<br />
obligaat: er zijn mensen die verouderen zonder zichtbare<br />
veranderingen in de hersenen. Helaas zijn die mensen in<br />
de meerderheid. Het merendeel van de mensen veroudert<br />
met cerebrale afwijkingen. In het vervolg van deze tekst zal<br />
een overzicht gegeven worden van de meest gebruikelijke<br />
veranderingen die bij de verouderende mens gezien kunnen<br />
worden.<br />
Atrofie<br />
Atrofie bij veroudering beschrijft het proces van geleidelijk<br />
optredend volumeverlies van hersenparenchym. Dit proces<br />
is gebaseerd op twee gebeurtenissen: volumeverlies van<br />
individuele cellen en het verdwijnen van cellen. Atrofie is<br />
niet een proces dat zich gelijkmatig in de hersenen afspeelt;<br />
sommige gebieden, zoals de hippocampus en de frontaalkwabben,<br />
worden er sterker door getroffen dan andere. De<br />
witte stof is vaak atrofischer dan de grijze stof. Atrofie treft<br />
mannen in sterkere mate dan vrouwen en het speelt zich af<br />
na het vijftigste levensjaar. Radiologische manifestaties van<br />
atrofie zijn verwijding van de pericerebrale liquorruimte en<br />
de ventrikels. In groepsgewijze analyses worden associaties<br />
gevonden tussen atrofie en cognitieverlies.<br />
Witte stofafwijkingen<br />
Witte stofafwijkingen met een verhoogde signaalintensiteit<br />
op PD, T2 en FLAIR opnames komen frequent bij ouderen<br />
voor; bij mannen vaker dan bij vrouwen. Witte stofafwijkingen<br />
worden in de periventriculaire en in de diepe witte stof<br />
gezien. Deze afwijkingen gaan niet gepaard met massawerking<br />
en ze kunnen een lagere signaalintensiteit hebben<br />
dan het omringende hersenparenchym. Periventriculaire<br />
witte stofafwijkingen kunnen de contour van de ventrikels<br />
volgen; meestal is dat het geval als de omvang beperkt is.<br />
De oorzaak van dergelijke afwijkingen in onduidelijk en de<br />
histologische veranderingen zijn aspecifiek. Als periventriculaire<br />
afwijkingen echter een onregelmatige contour hebben<br />
dan wijst het histologisch substraat op een ischemische<br />
oorsprong, waarschijnlijk veroorzaakt door een aantasting<br />
van de kleine hersenvaten (“small vessel disease”). Diepe<br />
witte stofafwijkingen hebben een zelfde oorsprong als de<br />
irregulaire periventriculaire afwijkingen. De functionele<br />
I n s c h r i j v e n v i a w w w . c o n g r e s s c o m p a n y . c o m<br />
o f w w w . r a d i o l o g e n . n l<br />
gevolgen van witte stofafwijkingen zijn beperkt en als ze<br />
al gevonden worden dan worden ze meestal gezien bij<br />
irregulaire periventriculaire afwijkingen.<br />
IJzer<br />
Met het klimmen der jaren treedt er een toenemende ophoping<br />
van ijzer op in de hersenen. IJzer is noodzakelijk voor<br />
basala hersenprocessen, zoals DNA synthese, genexpressie,<br />
myelinisatie en neurotransmissie. De hoeveelheid ijzer in de<br />
hersenen wordt echter strikt gereguleerd, omdat zowel een<br />
tekort als een overschot schadelijke gevolgen kan hebben.<br />
IJzer is een element dat goed detecteerbaar is met MRI.<br />
Tijdens de eerste twintig levensjaren treedt er al een geleidelijk<br />
toenemende, waarschijnlijk fysiologische ijzerophoping<br />
op die zichtbaar is op MRI-beelden: in de globus pallidus, het<br />
part reticulata van de substantia nigra, in de nucleus rubus<br />
en in de nucleus dentatus van het cerebellum. Tot op oudere<br />
leeftijd blijft dit patroon van ijzerophoping in de hersenen<br />
gelijk, waarna er ijzerophoping in andere gebieden zichtbaar<br />
wordt: in het putamen en de nucleus caudatus. De betekenis<br />
van deze tweede fase van ijzerophoping is onduidelijk. Wel<br />
zijn er aanwijzingen dat de mate waarin deze ophoping<br />
plaatsvindt gerelateerd is aan andere afwijkingen in de<br />
hersenen, zoals atrofie en witte stofafwijkingen.<br />
Microbloedingen<br />
Met MRI-technieken die gevoelig zijn voor bloedafbraakproducten<br />
zoals hemosiderine kunnen bij oudere mensen vaak<br />
kleine, nodulaire gebiedjes met signaalverlies aangetroffen<br />
worden. Dergelijke afwijkingen worden microbleeds genoemd<br />
en ze zijn het gevolg van kleine, beperkte bloedinkjes<br />
in het hersenparenchym. Afhankelijk van de gevoeligheid<br />
van de gebruikte techniek varieert de prevalentie van deze<br />
afwijking van 11 tot 25% bij ouderen. Microbleeds met<br />
een lobaire distributie (d.w.z. gelocaliseerd in de cortex of<br />
de cerebrale witte stof) zijn geassocieerd met cerebrale<br />
amyloid angiopathie (CAA), terwijl microbleeds in het basale<br />
kernencomplex geassocieerd zijn met een andere “small<br />
vessel disease”: arteriolosclerose ten gevolge van arteriële<br />
hypertensie. Microbleeds worden vaak aangetroffen bij<br />
ouderen met een hemorrhagische beroerte, en de aanwezigheid<br />
van microbleeds is geassocieerd met een hogere kans<br />
op een herbloeding.<br />
Onzichtbare veranderingen<br />
Met behulp van kwantitatieve MRI-technieken zoals DWI en<br />
MRS is aangetoond dat de hersengebieden die er normaal