Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ste! (41-53). En dan? De landgoederen, door Caesar aan zijn troepen<br />
beloofd? Is hij voornemens deze toewijzing te doen met Siciliaanse<br />
of Italische gronden?” (55-56). Men merkt hoe Horatius enkele hinderlijke<br />
inconveniënten beschrijft, die verbonden zijn aan zijn uitzonderlijke<br />
positie bij Maecenas. Maakt hij zijn beklag, dan is dit eerder<br />
„pour la galerie”. Inderdaad hij prijst zich gelukkig om zijn<br />
vriendschap met Maecenas.<br />
Intussen blijft toch dat de zon weer verdwenen is en meteen zovele<br />
kansen! „Ondertussen trekt het zonnelicht weg voor mij, arme stakkerd,<br />
niet zonder dat ik wensen uit als deze: „O buiten, wanneer zal<br />
ik je weer aanschouwen? Wanneer zal het me vergund zijn zoet te<br />
genieten, mijn jachtig bestaan te vergeten, nu eens door lectuur van<br />
boeken van oude schrijvers, dan weer met slapen of uren van zalig<br />
niets doen?” (59-62).<br />
Daar op de buiten voelt Horatius zich gelukkig, want bevrijd van<br />
onzinnige drankwetten, gevoed door eenvoudige, hoewel niet armtierige<br />
spijzen. Binst het symposion verliest men zijn tijd niet met zinloos<br />
gepraat over onbenullige dingen. Luister zelf naar Horatius: ,,Dan<br />
komt de dialoog op gang, niet over andermans villa’s of huizen en<br />
ook niet over een modevraag of Lepos al dan niet slecht danst. Neen,<br />
wij behandelen wat ons directer aangaat en waarover we onder geen<br />
beding onwetend mogen zijn nl. of rijkdom of deugd voor de mensen<br />
de bron van geluk uitmaakt; of eigenbaat of streven naar het goede<br />
ons tot vriendschap brengt en wat de eigen natuur van het goede is<br />
en wat het hoogste goed is? (70-76).<br />
Als gematigde epicurist beoordeelt Horatius de buiten op basis van<br />
deze filosofie: maat houden en redelijke eenvoud met daarbij nuttige,<br />
de mens veredelende gesprekken. Plinius van zijn kant, humanist en<br />
litterator, prijst het otium van de buiten, dat studie veroorlooft en de<br />
kans biedt om wandelend „langs het strand van de luidbruisende zee”,<br />
dat ware muzenoord, inspiratie op te doen; studie en inspiratie leiden<br />
volgens hem tot een ware existentiële bestaansbeleving. In Rome<br />
met zijn drukte is men wellicht een gevierd of gezocht personage,<br />
doch dan louter om bepaalde diensten of invloeden. Op de buiten is<br />
men vrij van dat depersonaliserend rollenspel: men kent en speelt<br />
er slechts één rol nl. deze van de eigen onvervalste persoonlijkheid.<br />
Juvenalis’ Satura III is één grote invective tegen het leven in de<br />
grootstad Rome. Heel de satire ware hier verdiend aangehaald, doch<br />
zulks zou een speciale studie vergen. Ik beperk me tot een aangave<br />
van de redenen, waardoor Juvenalis’ vriend Umbricius zich genoopt<br />
237