03.09.2013 Views

Bronnenboek LVN Natuurbrandbeheersing - BrandweerKennisNet

Bronnenboek LVN Natuurbrandbeheersing - BrandweerKennisNet

Bronnenboek LVN Natuurbrandbeheersing - BrandweerKennisNet

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

5.3.4 Jonge/oude beplanting<br />

Bij een jonge opstand staan de bomen relatief dicht tegen elkaar aan en is de brandhaard relatief<br />

moeilijk bereikbaar voor de brandweer. Vroeger waren dit grote aaneengesloten vlakten (ha tot<br />

meerder hectares). Tegenwoordig vindt vaak natuurlijke verjonging plaats in kleinere groepen (o,25<br />

– o,5 ha) vaak verspreid tussen een oude bestaande opstand met een meer open structuur. Door<br />

“dunning” wordt uit de vroegere aaneengesloten opstand met dezelfde boomsoorten, een x aantal<br />

bomen weggenomen waardoor de achterblijvende bomen de ruimte krijgen om door te groeien.<br />

Voor deze oude begroeiing geldt dus dat de bomen verder uit elkaar staan, maar dat de kronen<br />

elkaar vaak wel overlappen. In een loofhoutopstand is er sprake van een tak vrije zone tot een<br />

bepaalde hoogte vanwege het beperkte licht dat door de boomkronen kan komen. Een<br />

naaldhoutopstand is vaak binnenin dichter vertakt, donkerder, doordat deze relatief minder licht<br />

nodig heeft en dus vaak moeilijker toegankelijk is. In deze vakken kan door dunning een grotere<br />

hoeveelheid (brandbaar) tak- en top hout liggen. Afhankelijk van het aantal jaren zal dit dode hout<br />

minder brandbaar worden vanwege het rottingsproces dat in gang komt (veelal één tot enkele<br />

jaren). Mede afhankelijk van de ondergrond (humuslaag) en indien het langer heeft gebrand op één<br />

bepaalde plek, ook het na smeulende tak- en top hout of stronkresten, kan het zijn dat langdurige<br />

nablussing noodzakelijk is.<br />

5.4 Gevolgen “nieuwe” natuurbeheer<br />

Doordat het risico op het ontstaan van een onbeheersbare natuurbrand naar verwachting af zal<br />

nemen naarmate de verloving van de bossen toeneemt lijkt er een eerste aanzet gemaakt te zijn<br />

door het reeds in gang gezette geïntegreerde natuurbeheer. Er is echter nog enige decennia te gaan<br />

voordat de complete omvorming naar natuurlijk bos- en natuurbeheer een feit is. Tot die tijd zal er<br />

rekening moeten worden gehouden met een periode waarin er sprake is van aanwezigheid van tak-<br />

en top hout dat nog niet in de verrottingsfase terecht is gekomen en restanten van opstanden met<br />

exoten. Met als kanttekening dat er niet in alle ‘vakken’ gelijktijdig wordt gedund ieder jaar, maar<br />

slechts op ongeveer 1/5 van het totale gebied, zodat het risico evenredig hoog/laag is. Naast deze<br />

‘natuurlijke’ risico’s moet er ook rekening worden gehouden met het toenemende aantal mensen<br />

dat gedurende natuurbrandgevaarlijke periodes in de natuur verblijft.<br />

De verscheidenheid in functies die tegenwoordig worden toegekend aan de natuur, leiden ertoe dat<br />

ook de natuurbrandbestrijding anders georganiseerd moet worden. Risico-inventarisatie, -analyse en<br />

-communicatie dienen aandacht te krijgen om een onbeheersbare natuurbrand te voorkomen of te<br />

beperken. In samenspraak met betrokkenen zullen, in goed overleg, beheersmaatregelen<br />

afgesproken moeten worden.<br />

Naast het feit dat er steeds minder ingegrepen wordt in het beheer en onderhoud van<br />

natuurterreinen worden deze zelfde natuurterreinen met elkaar “gekoppeld” (Ecologische<br />

Hoofdstructuur). Deze koppelingen worden vaak fysiek tot stand gebracht door het aanleggen van<br />

verbindingstroken en soms ook ecoducten. De achterliggende gedachte is dat (grof) en (rood) wild<br />

via deze verbindingsstroken naar andere natuurterreinen kunnen trekken , zodat op deze wijze<br />

gezonde populaties in stand worden gehouden.<br />

Een bijkomstigheid bij het ontstaan van natuurbranden is dat deze branden via zgn. loopvuur over<br />

dezelfde verbindingszones kunnen uitbreiden naar andere natuurterreinen en zo nog verder<br />

bijdragen aan het ontstaan van onbeheersbare natuurbranden. In dit kader is het wenselijk dat er<br />

13

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!