Markeboek Markelo 1609-1860 - Hofmarken

En nimmer zou den ondergeschrevene dit werk begonnen hebben, soo hen hiervan slegs de
minste aanzage of oppositie, hetzij mondeling of door een missive, aan een gewaard
Goedsheer was gedaan. Dit nu is hier niet geschied.
Gelijk den ondergeschr. ten eenenmaal ignoneert.
En in valle dit door de een of ander mogt voorgewend worden, zoo word zulks bij desen als
valsch en puur verdagt ten kragtigsten ontkent.
Oversulks het den ondergeschr. zeer volsind voorkomt en in de daad spijt van ter zijde te
vernemen.
Dat deeze voor hem niets waardigen opworp van eenige schepel lands aan de Schipbeek
enkel en alleen het voorwerp uwer deliberatien moet zijn en der aan deze vergadering
nodeloze kosten worden veroorsaakt, die door een enkel woord missive of op sijn hoogst
gevonden gerigtelijke insinuatie en afvraginge van een gewaard Goedsheer hadde kunnen
worden geprovenieert.
Dan om door deeze mijne Heeren wat langer op te houden.
En om dit onweer daar ik thans hoor dat een leven om is, niet of het een point is, dat
weerheyd tegens de ingebeelde veruitsigten van een Markeler hospes of tegens het gewigtig
belang van een selfs ongewaarde visser.
Maar of de welvaard op onherstelbare ruine van ons geheele lieve vaderland daaraan
onafscheidbaar verknogt was, spoedig tot bedaren te brengen, heeft den ondergeschrevene de
eer aan deze vergadering te declareren, dat hij van de opwerpinge hem bij resolutie van den
31 Mey 1775 geaccordeert en opgemelde resolutie door hem in het werk gestelt met veel
plaisier afziet.
En dat hij wijders de schikkingen omtrent den vergoedinge wegens zijne gedane onkosten
hetzij aen land of restitutie in gelde overlaat aan de wijse decitie van deze vergadering.
´T welke is doende. Was getekent.
J.B. Aufmorth.
Hier volgt de verkopinge der gronden van de Heer Verwalter Landrentmr. H.J. Bos met
desselfs rekening.
Conditien en voorwaarden
waarop de Heer Marken Rigter en gecommitteerde Goedheeren van Markel op heden den 26
July 1763 ingevolge resolutie der gesamentlijke Erfgenamen van den 25 Mey 1763 en
afgegane kerken spraken tot aankoop van een brandspuite, een nieuw uurwerk en betalinge
der verdere marken schulden in het openbaar aan de meestbiedende gedenken te verkopen de
volgende uitgebaakte gemene marken gronden en onberegtigde nieuwe woningen.
1.
De verkopinge zal geschieden bij inzate en verhoginge waarna den percelen weder
opgehangen zullen worden en die dan eerst meynt zal van het opgehangen perceel koper zijn
en blijven.
2.
De koopspenningen zullen zijn guldens van 21 st. het stuk, die zonder eenige hande kortinge
en twee stuiver aan handen van den Verw. Landrentmr H.J. Bos, zullen deze betaalt worden
als den 1sten 1 November aanstaande en den 2den op den 1 February 1764.
Zullende de kopers alles wat na die tijd onbetaalt blijft eene stuiver op ieder gulden moeten
geven en des onvermindert voor de restante schuld paratelijk geexecuteert of gerigtlijk
aangesproken worden, waartoe de Verw. Landrentmr. H.J. Bos word gequalificeert bij
deesen.
118