Markeboek Markelo 1609-1860 - Hofmarken

Vergadering van Goedsheren en Eigengeerfden der marke Markelo gehouden ten huize van
den kastelein A.J. Nijhuis te Markelo den 25 Maart 1847.
Tegenwoordig
J.H. Ooms president }
G. Schorfhaar } }
J. Roelvink } leden } van het bestuur der marke Markelo
G.H. Heilsersig } }
Mr. de Schepper secretaris }
Verder
A.J. Nijhuis T. Breukink
J.R. Janssen als speciaal ten dezen gemagtigd door J. Dikkers blijkens vertoond bewijs dd 24
Maart j.l.
H.W. Birkenhäger E. Klumpers Dz.
G.J. Zwiers W. Stoelhorst (Hiddink)
J. Leeftink G.J. Driezes
G.J. Lonink G. Benthem als generaal gemagtigde van D.H.
Meengs en voor J.H. Loos bij verleend en teruggegeven bewijs dd 25 Maart 1847.
H.A. Warmelink T. Gorkink
A. Warmelink A. Lodeweges
A. Lammertink G. Stegeman
H.J. Hargeerds B.T. Schottink
T. Elkink.
De namen der stemgeregtigden volgens de lijst als vroeger afgeroepen zijnde en daarbij
gebleken dat de wharen of stemmen als bij die lijst omschreven, voor zoo verre
tegenwoordig, door de voormelde personen werden gepresenteerd, is door den president de
vergadering geopend verklaard en zijn daarna de notulen der vorige vergadering van den
vijfden December des jongst afgelopene jaar achttien honderd zes en veertig door den
secretaris voorgelezen, door de onderteekenaars en die niet onderteekend hebben, zooverre
daarvan konden getuigen, goedgekeurd en ten blijke daarvan, zoo mede dat daarop door
niemand eenige aanmerking is gemaakt, geteekend met uitzondering van Jan Leeftink, A.
Lammertink en T. Elkink die zulks weigerden, de eerste om reden hij tegen de betaling voor
de opbranding is, de tweede zonder reden op te geven en de laatste als reden bijbrengende dat
hij de vorige vergadering niet had bijgewoond.
De publicatie gedagteekend den 11 Maart 1847 houdende kennisgeving van een uitnodiging
tot deze vergadering met opgave zoo veel mogelijk der te behandelen punten als hierna op
zondagen den 14 en 21 deze lopende maand Maart aan de kerk te Markelo afgelezen, volgens
daarvan aan den derzelve gesteld bewijs geteekend G. Benthem en alnu wederom
voorgelezen zijnde, is men overgegaan tot de daarbij vermelde en hier volgende punten:
1. Door de commissie daartoe bij markeresolutie van de 5 December l.l. ingesteld en
bemand, rapport zijnde uitgebragt over de door sommigen nog gepretendeerd houdende
gewaardheid in deze marke, waarbij dezelve tot grondstellingen heeft aangenomen, eerstelijk
om zich niet te bemoeyen met de onderscheidene geschillen van personen die beweren op
hetzelfde gehele of gedeeltelijk whaartal regt te hebben, daarover alleen te zeggen wat de
markeboeken opgeven en de zulken te verwijzen naar die personen die thans en ook reeds
sedert langeren of korteren tijd als eigenaar dier whaartallen bij het bestuur dezer marke
bekend staan en ten tweeden om bij de aangifte van nog niet erkende whaartallen met alle
mogelijke voorzichtigheid te werk te gaan en daarbij de deugdelijkheid der bewijzen te
toetsen en vooral om daarbij de oude markeboeken dezer marke, die in deze zaak als
wetboeken moeten verstrekken, met alle omzigtigheid te raadplegen;
357