Markeboek Markelo 1609-1860 - Hofmarken

Is geexaminiert een afrekeninge wegens d´oncosten van den gemaeckten Dijck an den
Gelckinck steen, als mede een concept contract over het maecken en onderholden denselven
dijck tusschen Gecommittierden van Stockum en Marckell ter prasentie van Marckenrichter
opgestelt en hier nae van woort tot woort geinscriert tot welcke angenomen en getendiert is.
Is goetgevonden en geresolviert dat die costen ten wederzijden van die Stockumer en
Marckeler Marckte voor die halfscheyt sullen gedraegen worden en sullen voort an die noch
te doene costen, reparatien, verhogingen, als mede meliratien totten voornoemden dijck ten
halve schaede en profijt van beyde marckten vallen, die particulieren sullen voor haer
afgegraeven lant mede van de wederzijds marckten vergoedet worden nae behooren, waer toe
geauctorisiert worden die wederzijts Gecommitteerden uytte marckten om die estimatie en
satisfactie daer van te doen, sall mede op den Holtinck te Stockum geresolviert worden over
het graeven en becadinge tusschen die van Gelseler en Stockum, t´welck bij die van Marckell
sal worden gesecundiert, actum den 25 Juny 1662.
Sijn mede geexamineert die rekeninge der oncosten van verteeringe ten huyse van de schulte
van Marckell als andersins gedaen, daer van die registratie en slott gestelt is in het
reeckenboeck van die marckte quotisatie.
Is mede gevisiteert volgens dieselve commissie die wehme van Pastoor welcke reparatie aen
deser zijde wort geconsentiert voor soo veele des quota van deese marckte sall bedraegen.
Jacob van Coeverden A.J. Haersolte
Henr. Nilant Johan die Wilde
Hendrick Kuyper.
Reeckeninge van de opkumpsten uytgaeve der Marckeler marckte voorgevallen voor die
Erfmarckenrichter d´ Heer Jacob van Coverden toe den Stuvelaer.
Volgens afrekeninge op den 16 May 1660 geholden op eenen gemenen holtinck tot Marckel
is die marckte aan den Heer Erfmarckenrichter schuldich gebleven die sa. van 88 gl. en 19 st.
Verteringe opten holtinck in 1660 den 16 May voorgevallen volgens rekeninge van die
schultz Jan Brant bedraegent ter sa. van twie en seeventich car. gl. en 4 st.
Ingevolge resolutie van den 14 July 1659 is die straete toe Marckelo gelecht welcke costen
door die Heeren Gecommittierden sin opgenoemen die sich bedraegen ter summa van
driehondert vijfftich car. gld.
Volgens resolutie bij die Goetheeren Ao 1659 genoemen over het verdiepen en becaeden der
Bullixbecke langs het Hiddinx en Lavelinx broeck, brengt d´Heer Erfmarckenrichter in van
hondert roeden becadinge tot laste der saementlicke Erfgenaemen acht en twintich gl., voor
het nije marckenboeck f 3-3-, voor den marcken schrijver van 1660 f 6-0-, voor bellecijne an
die schulten huys tot Marckel f 4-0-.
Hyer comt noch bij een jaer verto van 88 gl. en 19 st. wesende verschot van ´t jaer 1660 ad
f 4-8- .
Is een jaer interest van drie hondert vijfftich car. gl. voor het maecken van straete tot Marckel
ad f 17-10-.
Waer tegens ontfangen die opkumpsten van Marckeler marckte bedraegende voor ´t jaer 1660
ter sa. van 34 gl. en 18 st., soo afgetrocken van uytgave blijft die marck verschuldich
vijffhondert seeven en dertich gl. en 6 st.
Van dese 537 gl. en 6 st. mach die marckten vrij aftrecken draegen de selve oncosten en
interest van straete van Marckel bedraegende f 183-13-.
Hyer bij gedaen d´inkompsten van Martini 1661 ad f 34-14-.
Welcke afgetrocken van 537 gl. en 6 st. blijft die marcke alhyer schuldich f 318-13-.
54