Markeboek Markelo 1609-1860 - Hofmarken

Jan Dikkers namens Oldenhave
Hendrik Jan Hargeerds namens Loeninck
Arnoldus Johannes Nijhuis namens Wessels.
De vergadering geopend en daarbij gereclameerd zijnde, dat:
1. Gerrit Hendrik Wissink als eigenaar van de Sanderie of Sanderman het regt van eene
whare in deze marke Markelo op grond van een koopcontract van den 12 September 1717,
waarbij de toenmalige markerigter van Markelo de Heer van Keppel tot Stoevelaar krachtens
eigene authorisatie van de Goedsheeren en erfgenamen van zijne bouregten van welke hij zijn
regt verklaart heeft, verkocht de Sanderije met de whare en geregtigheid.
2. De Heer Houck voornoemd in zijne voormelde betrekking van het St. Geertruiden Gasthuis
te Deventer eene whare bij het erve Nijland.
3. Roelof Bouwhuis eene whare op of namens Snels.
4. Gerrit Kleinheerdink een vierde whare gekocht van Morsjans in Beusbergen.
5. Jan Sligman de whare van het erve Wiemerink wordt voor Wolter Kistemaker
aangeteekend.
6. Berend Teunis Stoelhorst het regt van een vierde whare.
Is de convocatie op zondagen den 24 September en 1 October geplubiceerd blijkens daarvan
aan den voet derzelve gesteld was voorgelezen en zijn vervolgens de notulen der vorige
vergadering na gedane voorlezing geadvisteerd en door de tegenwoordig zijnde leden der
vergadering geteekend, het lid Reurslag echter met opmerking dat hij de onderteekening ter
vorige vergadering niet heeft geweigerd omdat het te omslagtig was, maar omdat hij een plan
van verdeeling heeft ingeleverd dat niet in aanmerking is gekomen.
Daarna is door de fungerende secretaris voorgelezen een besluit van den Heer Gouverneur
dezer provincie van den 18 Augustus dezes jaars, houdende kennisgeving van een
Koningklijk Besluit van 28 July te voren, waarin het plan van verdeeling dezer markte wordt
goedgekeurd betreffende het voorstel en verzoek in art. 22 vervat welke stukken hier zijn
voorgelezen.
Waarna is overgegaan tot het benoemen van eene commissie tot de verdeeling en vooraf
bepaald dat de commissie zal bestaan uit drie leden en dat ieder lid zal genieten over de
werkzaamheden eene gulden per dag en tot de stemming overgegaan zijnde tot leden dier
commissie benoemd Gerrit Hendrik Reurslag, Jan Dikkers en Gerrit Jan Zwiers, welke deze
commissie hebben aangenomen.
Voorts doet het bestuur verslag dat hetzelve aan G.H. Lodeweges een titel en bewijs van
eigendom heeft gegeven van het plaatsjen de Potsen op den Borkelt als vroeger door hem
gekocht en betaald zijnde, hetgeen aangenomen wordt.
Verder geeft het markebestuur te kennen dat de Roosdommerdijk moet worden verbeterd en
in orde gebragt en deelt een voorstel mede van den heer Markenrigter van Stokkum en Herike
om aldaar een nieuwe brug te leggen en waarbij de leiding van die werkzaamheden aan
gezegden heer Markenrigter zoude worden overgelaten als over vertrouwde en deskundige
personen, zoo van de keuring der materialen als voor het houden van een nauwkeurig toezigt
over de te verrigten werkzaamheden kunnende beschikken.
Het bestuur evenwel van mening zijnde, dat geene brug nodig is maar een beter verloop,
waarna het water zich ontlast, moet worden verbreed en bestraat en dat de werkzaamheden,
alzoo de weg zelve bij aanbesteding moet worden gemaakt, is hierover gedelibereerd en
gestemd en is het eerste punt van het bestuur aangenomen, behalve door Hendrik Zwiers die
van mening is, dat geene bestrating nodig is, terwijl het tweede punt eenparig is goedgekeurd
en aangenomen.
Eindelijk doet het markebestuur verslag dat hetzelve een advies heeft ingewonnen van den
heer Mr. Houck, alhier tegenwoordig, houdende dat diegeene welke hutten hebben
322