Markeboek Markelo 1609-1860 - Hofmarken

J.H. Heilersig G.J. Drezes
G. Benthem A. Warmelink
J. Roelvink J. Maag
A.J. Altena
de Schepper secret.
Vergadering van Goedsheren en Eigengeerfden der marke Markelo gehouden ten huize van
den kastelein A.J. Nijhuis te Markelo den 6 Mei 1846.
Tegenwoordig
J.H. Ooms president }
W. Stoelhorst } }
G. Schorfhaar } leden } van het bestuur der marke Markelo
Mr. de Schepper secretaris }
Verder
A.J. Nijhuis H. Dikkers
J. Leeftink G.J. Driezes
J.H. Hidders G.H. Reurslag
G. Benthem A. Warmelink
J. Roelvink H. Pongers
J. Maag A.J. Altena
Nadat de namen der stemgeregtigden volgens de lijst als vroeger waren afgeroepen en daarbij
gebleken dat de wharen of stemmen als bij die lijst omschreven door de voormelde personen
waren vertegenwoordigd, is door den president de vergadering geopend verklaard en zijn
daarna de notulen der vorige vergadering van den achttienden April laatstleden door den
secretaris voorgelezen, door de onderteekenaars, zoo verre daarvan konden getuigen,
goedgekeurd en door dezelve ten blijke daarvan, zoo mede dat daarop door niemand eenige
aanmerking is gemaakt, geteekend met uitzondering van Harmen Pongers, die verklaarde niet
te kunnen schrijven.
Hierna mede ter vergadering verschenen zijnde H.W. Birkenhäger, W. Kistemaker en H.
Sanderman, is de publicatie gedagteekend den 25 April 1846 houdende kennisgeving van een
uitnodiging tot deze vergadering, met opgave zoo veel mogelijk der te behandelene punten
als hierna op zondagen den 26 April en 3 Mei j.l. aan de kerk te Markelo afgelezen volgens
aan den voet van dezelve gesteld bewijs geteekend G. Benthem en thans weder voorgelezene
zijnde, is men overgegaan tot de behandeling van de daarbij vermelde en hiervolgende
punten:
1. Over een voorstel van den landmeter den heer de Vries Hoffman ter verlenging van den
tijd tot verdeeling dezer marke, zoo wordt voorgesteld, of voor het geval dat de landmeter
mogt worden opgeroepen om voor het gouvernement werkzaamheden te zijn, deze zich dan
door eenen deskundige mag doen vervangen om zich voor risico van den landmeter met de
verdere verdeeling bezig te houden en waarover gedelibereerd, is dit voorstel eenstemmig
aangenomen, met uitzondering van A.J. Nijhuis en A. Warmelink welke zich hadden
geabsendeerd, evenwel onder uitdrukkelijke voorwaarde en bepaling dat ook dan die
deskundige zich uitsluitend met de verdeeling bezig houde.
2. Over de daarstelling eener waterleiding van uit het Groenland tot aan de Schipbeek, door
de commissie advis en rapport zijnde uitgebragt en daarbij tevens te kennen gegeven dit ter
vermindering van het verschil der marke Holten eene som van eenhonderd en vijftig guldens
wil contribueren, zoo is op voorstel van die commissie voorgesteld, alvorens hieromtrent een
bepaald besluit te nemen, de daartoe betrekkelijke stukken aan de commissie van verdeeling
ter hand te stellen ter fine van zulks met den landmeter na te gaan en in eene volgende holtink
daarover verslag uit te brengen.
345