Markeboek Markelo 1609-1860 - Hofmarken

daartoe betrekkelijke lijsten of kohieren na vooraf gaande publikatie geteekend eene week
hebben ter visie gelegd en tevens door het bestuur zijn geteekend.
Art. 23
Er zullen vier schutters zijn waarvan telken jaare twee zullen aftreden zoodanig als telkens
oprecht de leden en het bestuur bij art 10 is bepaald, op welke nieuwe benoeming die altijd
uit een gewaarde zal moeten geschieden, de bepaling van art 13 niet van toepassing is en
welke niet zullen mogen bedanken dan met betaling eener boete van een gulden op de wijze
en met de bepaling als bij art 15 is vastgesteld.
Deze schutters zullen belast zijn met het opzicht der marke en het helpen handhaven van alle
marke bepalingen. Zij zullen verder zorgen dat er geen nadeel van de markegronden
geschiede en bij ontrekking van een of ander daartoe onbevoegd met opgave der dader aan
het bestuur of een van deszelfs leden kennis geven.
Zij zullen al het vremde en onopgebrande vee opschutten en aan de eigenaren niet eerder
mogen terug geven dan na vertoonde kwitantie der betaalde kosten. Zij zullen eindelijk twee
malen per jaar, en wel in de maanden January en Mei, eene algemeene telling van het vee in
de marke dadelijk na aanzage van het bestuur doen en daartoe eene behoorlijk geteekende
lijst van hetzelve overleggen, welke alsdan na eene voorafgaande bekendmaking gedurende
acht dagen ter visie zal liggen, zullende het aan het bestuur bijstaan, zich zowel bij de telling
als de opbranding door een of meer derzelver leden te doen beste goedvindinge en daarbij
alzoo te adsisteren.
Art. 24
Indien mogt bevonden worden dat door een of meerder schutters aan hunne verpligting niet
word voldaan, zullen dezelve telken reize verbeuren ieder eene boete van eene gulden en
terstond kunnen ontslagen worden.
Art. 25
Ieder gewaarde zowel als ongewaarde zal binnen acht dagen na het ter visie gelegene, zijne
reclame inbrengen aan het bestuur, hetwelk daaromtrent na voorafgaand overleg zal beslissen
zonder hooger beloop.
Art. 26
De bij vroegere marke resolutie vastgestelde verordeningen en bepaalde beste blijven kracht
van wet hebben.
Art. 27
Ieder lid van het bestuur zal genieten voor elke vergadering eenen gulden en voor iedere dag
buitenwerk eene gulden, zullende beider per jaar genieten de secretaris vijfendertig guldens
en de penningmeester vijf procent van de gewone ontvangst. Benevens ieder schutter drie
guldens en voor het opbranden van iedere koe een en een halve cent en voor ieder paard tien
cents.
Art. 28
Het bestuur zal uit hun midden een of meer leden kunnen benoemen, ten einde zoo nodig
namens de marke omtrent gewone overtredingen in regten te ageren en zoodanig de marken
regten te vertegenwoordigen.
Art. 29
Het verhandelde in eene vergadering zal in de daarop volgende vergadering na goedkeuring
door de alsdan presenten worden geteekend.
Art. 30
Dit reglement zal gerekend worden kracht van wet te hebben vanaf den dertiende Mei dezes
jaars 1839.
3. Is ter tafel gebragt om eenige bepaling daar te stellen omtrent het weiden van beesten van
knechts en om daarin handeswijze zoals behoorende en ook van ganzen.
Hierover gedelibereerd zijnde, is met meerderheid van stemmen verstaan en bepaald:
292