Markeboek Markelo 1609-1860 - Hofmarken

Vergadering van Goedsheeren en Eigengeerfdens dezer mark gehouden den 17 October 1837
Op deze vergadering waren tegenwoordig
W. Kistemaker president
G.H. Lammertink }
H. Zwiers } leden van het bestuur
G.J. Zwiers }
H.A. Warmelink secretaris
Verdere Eigengeerfden:
J. Dikkers G. Stegeman
G.J. Drezes A.J. Oongs
J.H. Wissink D. Stoelhorst
G. Rommelaar als gevolmagtigde van de erven Meilingh
Wolt. Stoelhorst G.H. Reurslag
J. Roelvink T. Elkink
A.J. Nijhuis J. Leeftink
L. Capelle B. Enterman
H. Zwiers Egb. Klumpers
G.H. Lammertink D. Klumpers
H.A. Warmelink B.T. Schottink
W. Kistemaker A. Holstege
A. Warmelink W. Ikkink
G.J. Zwiers namens Bode en Brinkers G.H. Lammertink als president kerkvoogd
H. Schorfhaar J. Dijkink
Ant. Ooms.
Zoo evenwel hiervoor mogten zijn aangetekend waarvan later mogt blijken geen regt op eene
wahre of stemming te hebben, zal hun deze aanteekening geene de minste aanspraak daarop
geven.
De vergadering geopende zijnde, wordt gelezen de publikatie tot uitschrijving van deze
holtink, waarna er word overgegaan tot de deliberatie als volgt:
Den president gaf aan de vergadering kennis dat hem van wege het gemeente bestuur de
navolgende missive en afschrift (elke daarna aan de vergadering werd voorgelezen) was
geworden.
Afschrift
Bevaarbaarmaking der Schipbeek en der Regge.
Markelo den 2 October 1837.
Aan den heer president en het bestuur der markte Markelo.
Ik heb de eer UEd hier te doen toekomen afschrift van ene bij bestuur dezer gemeente
ingekomen aanschrijving van Zijne Excellentie den Heere Gouverneur dezer provincie dd 26
September nr 287 inzake de bevaarmaking der Schipbeek en der Regge en aangezien de
kanalisatie dezer riviertjes niet alleen in het belang van koophandel en scheepvaart, maar ook
in dat van goedsheeren en erfgenamen der markte kan geacht worden, die immers door het
leggen van kadijken langs dezelve hunne respective broekgronden voor overstroming
beveiligd krijgen, hetgeen voor weide- en hooilanden onberekenbaar is en waarvan ik de
hooge wettigheid wel niet breeder zal behoeven te betoogen, daar de ondervinding dikwijls
genoeg geleert heeft, welke nadeelige gevolgen het water van de Schipbeek voor de
landbouw heeft opgeleverd; zoo zij het mij vergund UEd bij dezen te verzoeken goedsheeren
en erfgenamen der markte met den inhoud van opgebrachte aanschrijving bekend te maken en
mij voor of op den 18 dezer maand te willen doen kennis dragen in hoeverre het
gemeentebestuur zal kunnen rekenen op de medewerking van goedsheeren en erfgenamen ter
267