Markeboek Markelo 1609-1860 - Hofmarken

Lucret. Stockmans wed. Sertorius Jan Henr. Gorkink.
Ingevolge gedaane kerkenspraaken of publicatie Holtink gehouden in de kerke van Markel
den 15 October 1745.
Erfmarkenrigter de Heer D. van der Wijck
Ass. De Heer Podt Rentmr.
Helmich van Heek
Naa dat de voorige Holtink en resolutie van de Heeren Gedeputeerden voor geleesen waaren
aan de Goedheeren is door de prasente Heeren Erfgenaamen geresolveert wegens de
schikking van ´t schoorsteengeld.
En weegens de aangegraavene landen word de voorige resolutie geinhareerd en in plaats van
wijlen de Heer Keppel tot Stoevelaar versogt en geauctoriseert de Heer Burgermeester van
der Wijck als Erfmarkenrigter van Markel. En worden de voorige markten resolutien
geinhareert en de gesworens gecontinueert en is deese resolutie door de prasente Heeren
Erfgenaamen onderteekent. Actum ut supra.
D. van der Wijck Erfmarkenrigter
Gerh. Podt
Lucret. Stokman wed. Sertorius
H. van Heek
Wilh. Hulsken
Jan Henr. Gorkink
Coenraad ter Swaak
Naa voorgaande kerkenspraake Holtink gehouden in de kerke tot Markelo den 22 Aug. 1748.
Erfmarkenrigter de Hoogwelgeb. Gestr. Heere T.R.E. van der Capellen Heere van den
Boedelhof Rijsselt etc.
Ass. De Heer Rentmr. G. Podt
De Heer Secret. Borgerink namens de stad Deventer.
Prasentibus.
Pr. Nic. Harwig namens de Hooggeb. Heere Graaf van Rechteren Heere van den Oldenhof
etc., Helmig van Heek namens de Hoogwelgeb. Heer van den Sourenberg, Coenraad ter
Swaak namens de Hoogwelgeb. Heer van Hovell, de Heer Pradicant J. Hendr. Meilink
namens sijn grootmoeder de wed. Sertorius.
1. Sijnde geproponeert dat de Heer Secretaris Pothoff de administratie en ontfang van de
aangegraavene gronden gehad hebbende, behoorde te worden gerequireerd dieswegens
behoorlijk rekeninge, bewijs en reliqua te doen.
Is door de Goedheeren geresolveert, exempt Pr. Harwich die sulx ad rapport andum heeft
overgenoomen, dat gem. Secret. Pothof ten eersten sal worden kennis gegeeven, om wegens
sijn administratie als vooren gemeld, voor den Heer Markenrigter en Gecommitterden,
(kunnende de Geerfden sovelent daar bij weesen), ten eersten bewijs, rekeninge en reliqua te
doen en sal ten dien fine van de tijd wanneer bij kerkenspraake nader kennis worden
gegeeven.
2. Door dien sedert de laatste Holtink tegens marken resolutien weder nieuwe aangravinge is
gedaan ende sulke aangraavinge niet behoorde te geschieden. Hebben de Goedheeren goed
gevonden die aangegravene landen door de Heere Markenrigter en Gecommitteerden te
worden getaxeert en daar van op de volgende Holtink te rapporteeren.
Edog ondertussen expresse reserve van de boete waarin die aangraavers sijn vervallen en
word een iegelijk ingesetenen alnog expresselijk gerecommendeert geen de minste
80