13.09.2013 Views

(2001) nummer 1 januari/februari - Nemesis

(2001) nummer 1 januari/februari - Nemesis

(2001) nummer 1 januari/februari - Nemesis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De vorderingen van de benadeelde<br />

partijen worden als niet eenvoudig<br />

van aard niet ontvankelijk verklaard.<br />

Nr. 1279 (RN-kort)<br />

President Rechtbank Utrecht<br />

12 september 2000<br />

Nr. 116539 KGZA 00-625<br />

Mr. Quik-Schuijt<br />

X, eiseres, procureur mr. de Vries, advocaat<br />

mr. van Driem, tegen Y, gedaagde,<br />

procureur mr. Vermeer.<br />

Straatverbod na seksueel misbruik;<br />

onrechtmatigheid; belangenafweging<br />

X is van haar zevende tot haar<br />

twaalfde jaar ernstig seksueel misbruikt<br />

door Y. X heeft hierdoor psychische<br />

schade geleden. In een eerdere<br />

procedure tussen partijen is Y<br />

veroordeeld tot betaling van een<br />

(voorschot) op de immateriële en<br />

materiele schade. X werkt sinds enkele<br />

jaren als wijkverpleegkundige.<br />

Tijdens haar werk is zij Y, die bij de<br />

plantsoenendienst werkt, regelmatig<br />

tegengekomen. Dit heeft opnieuw<br />

psychische spanningen bij X veroorzaakt,<br />

welke uiteindelijk hebben geleid<br />

tot ziekmelding van X. X heeft de<br />

werkgever van Y gevraagd Y elders<br />

te werk te stellen. De werkgever<br />

heeft dit geweigerd, omdat Y het verzoek<br />

niet zelfheeft gedaan. Y weigert<br />

om overplaatsing te vragen. Eiseres<br />

vordert thans dat het Y verboden<br />

wordt zich tijdens haar werktijden te<br />

bevinden in de dorpen waar zij als<br />

wijkverpleegkundige werkt. Aan<br />

haar vordering legt zij niet een reële<br />

dreiging van toekomstig onrechtmatig<br />

handelen ten grondslag, maar het<br />

niet in acht nemen door Y van vermijdingsgedrag,<br />

hierin bestaand dat<br />

Y weigert zijn werkgever om overplaatsing<br />

te vragen. De president<br />

overweegt dat voor de beantwoording<br />

van de vraag of het weigeren<br />

overplaatsing aan te vragen onrechtmatig<br />

is, de belangen van partijen<br />

tegen elkaar afgewogen moeten worden.<br />

Ook X kan immers overplaatsing<br />

aanvragen. De president is van<br />

oordeel dat het misbruik op zeer jonge<br />

leeftijd dat vele jaren heeft geduurd<br />

een dermate grote aantasting<br />

is geweest van het recht van X op een<br />

ongestoorde ontwikkeling dat van Y<br />

een hoge mate van vermijdingsverdrag<br />

kan worden gevergd. Of dit<br />

werkelijk een verbod om te werken<br />

I RECHTSPRAAK<br />

in de betreffende dorpen rechtvaardigt<br />

kan niet beoordeeld worden omdat,<br />

door de weigering van Y overplaatsing<br />

te vragen, niet is komen<br />

vast te staan in hoeverre hieraan tegemoet<br />

kan worden gekomen. De<br />

nadelen die Y zou kunnen ondervinden<br />

van een overplaatsing wegen niet<br />

op tegen het nadeel dat X ondervindt<br />

van de traumatische herbelevingen<br />

die een confrontatie met Y bij haar<br />

oproepen. Indien echter een verbod<br />

als gevraagd neer zou komen op een<br />

algeheel verlies van werk voor Y,<br />

dan zou dit bij de afweging beider<br />

belangen zwaar wegen. Nu Y door te<br />

weigeren overplaatsing aan te vragen<br />

een behoorlijke belangenafweging<br />

onmogelijk heeft gemaakt is deze<br />

weigering onrechtmatig jegens X.<br />

Het gevraagde verbod wordt toegewezen<br />

voor een periode van drie<br />

jaar.<br />

Hoger beroep ingesteld<br />

Deze zaak is gegarandeerd door het<br />

Proefprocessenfonds Clara Wichmann<br />

(voorheen Rechtenvrouw).<br />

Belaging<br />

Nr. 1280<br />

Rechtbank Alkmaar (Kort Geding)<br />

26 oktober 2000<br />

Nr. 362/2000 AD<br />

Mr. Warnink<br />

B., eiseres, procureur mr. van Dijk, tegen<br />

R., gedaagde, procureur mr. Boll<br />

Seksuele intimidatie; belaging; contactverbod<br />

Art. 3:162 BW<br />

Gedaagde wordt - na langdurige belaging<br />

van eiseres - verboden om een<br />

internetpagina te (laten) openen<br />

waarin eiseres wordt genoemd. Tevens<br />

wordt aan gedaagde een contact-verbod<br />

opgelegd, waaronder<br />

mede begrepen het contact per email<br />

en internetverkeer.<br />

(...)<br />

De uitgangspunten<br />

1.1. Eiseres is sedert 1990 werkzaam<br />

bij de gemeente X. Gedaagde is werkzaam<br />

geweest bij de gemeente X.<br />

1.2. Op of omstreeks 29 september<br />

1997 heeft eiseres tegen gedaagde een<br />

klacht ingediend bij de Klachtencommissie<br />

Seksuele Intimidatie wegens intimidatie<br />

door gedaagde jegens haar.<br />

Bij rapportage van 19 <strong>februari</strong> 1998<br />

heeft deze commissie geoordeeld dat<br />

de klacht niet-ontvankelijk is, aangezien<br />

eiseres nadrukkelijk had verklaard<br />

zich geïntimideerd te voelen, maar niet<br />

seksueel geïntimideerd, en de klachtenregeling<br />

slechts van toepassing is bij<br />

seksuele intimidatie.<br />

1.3. Gedaagde is door de gemeente X<br />

ontslag verleend met ingang van (uiteindelijk)<br />

1 april 1999.<br />

1.4. Bij brief van 21 juli 1999 heeft gedaagde<br />

aan eiseres onder meer meegedeeld<br />

voornemens te zijn diverse<br />

klachten over haar bij het college van<br />

Burgemeesters & Wethouders (hierna:<br />

B & W) van de gemeente X in te dienen.<br />

Bij brieven van 4,11,18, 22 en 23<br />

augustus 1999 en 2 oktober 1999 heeft<br />

gedaagde op grond van diverse redenen<br />

klachten over eiseres bij B & W van de<br />

gemeente X ingediend. Van deze brieven<br />

heeft gedaagde steeds een afschrift<br />

naar het privé-adres van eiseres gestuurd.<br />

Een aantal van deze klachten<br />

heeft gedaagde tevens per fax naar de<br />

gemeente X gezonden. Bij brief van 7<br />

november 1999 aan B & W van de gemeente<br />

X heeft gedaagde gereageerd<br />

op de weigering van B & W om de<br />

klacht van 22 augustus 1999 in behandeling<br />

te nemen. Van deze brief heeft<br />

gedaagde een afschrift naar het privéadres<br />

van eiseres gestuurd.<br />

1.5. Eiseres heeft gedaagde op 22 december<br />

1999 en op 1 maart 2000 gesommeerd<br />

om op geen enkele wijze,<br />

mondeling of telefonisch en/of schriftelijk<br />

contact te zoeken met eiseres<br />

en/of haar echtgenoot. Voorts is gedaagde<br />

gesommeerd de correspondentie<br />

over eiseres naar de gemeente X -<br />

de werkgever van eiseres - te staken.<br />

1.6. In juli 2000 heeft gedaagde de teksten<br />

van de volledige correspondentie<br />

tussen hem en de gemeente X over eiseres<br />

alsmede alle processtukken die<br />

zijn gewisseld in de diverse procedures<br />

die gedaagde tegen de gemeente X<br />

voert of heeft gevoerd in een eigen homepage<br />

op het Internet gezet. Onder<br />

deze teksten bevinden zich vertrouwelijke<br />

stukken en persoonlijke stukken<br />

van eiseres.<br />

1.7. Bij brief van 28 september 2000<br />

heeft eiseres gedaagde gesommeerd de<br />

homepage binnen 24 uur van het Internet<br />

te verwijderen. Gedaagde heeft de<br />

homepage op 11 oktober 2000 verwijderd,<br />

nadat zowel eiseres als de gemeente<br />

X aangifte bij de politie hadden<br />

gedaan in verband met smaad en laster<br />

en de gemeente X gedaagde had meegedeeld<br />

dat zijn handelwijze consequenties<br />

zou hebben voor zijn recht op<br />

wachtgeld.<br />

NEMESIS <strong>2001</strong> nr. 1 11

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!