16.09.2013 Views

finalVersion - Erasmus Universiteit Rotterdam

finalVersion - Erasmus Universiteit Rotterdam

finalVersion - Erasmus Universiteit Rotterdam

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

hechten aan de werkgelegenheid.’ 296 Op 9 september werd duidelijk dat de PvdA zich<br />

had gebogen over het zeehavenvraagstuk. Het Vrije Volk schreef over de visie van deze<br />

partij: ‘De pvda wil ontwikkeling van het nieuwe waterweggebied flink gaan afremmen.<br />

(…) Hierin wordt aangedrongen op ontwikkeling van havens in Eemsmond en<br />

Scheldebekken en een rem gezet op ontwikkeling in Amsterdam en <strong>Rotterdam</strong>. Er moet<br />

een scherp en selectief vestigingsbeleid in de Randstad komen volgens de nota’. 297 Deze<br />

visie lijkt geïnspireerd op het spreidingsideaal uit de Zeehavennota van 1966 waarbij de<br />

partij ingaat tegen de lijn van PvdA burgemeester Thomassen. Niet iedereen binnen de<br />

fractie was het eens met deze nota. Directeur Posthuma ontving van een delegatie van de<br />

PvdA fractie, bestaande uit drs. R. den Dunnen, ir. S. Mase, mr. Chr. Van Krimpen, ir.<br />

E.C. Smit en mevr. A. Smits, een kritiek op de zeehavennota van het partijbestuur. 298 Zij<br />

schreven: ‘De hoogste prioriteit werd toegekend aan de verbetering van de leefbaarheid<br />

in <strong>Rotterdam</strong>. De ongenuanceerde stellingname van het partijbestuur v.w.b. het<br />

havenbeleid’ werd door deze fractieleden zinloos gevonden onder meer omdat ‘het<br />

stopzetten van de havenontwikkeling geen cent extra voor de leefbaarheidssectoren zal<br />

opleveren terwijl in de toekomst van deze handelswijze negatieven economische effecten<br />

zijn te verwachten’. De schrijvers concludeerden: ‘De industrie moet meer dan tot nu toe<br />

het geval geweest bijdragen tot de verbetering van het leefklimaat in dit gebeid’.<br />

Voor de directeur van het Havenbedrijf en wellicht ook de burgemeester, hoewel ik<br />

niet heb weten te achterhalen of hij van deze nota op de hoogte is geweest, moet de<br />

wetenschap dat een deel van de fractie zich achter de lijn van bestuur en ambtelijk<br />

apparaat schaarde, toch zeker bemoedigend zijn geweest. Desondanks werd in de media<br />

een ander beeld geschetst. Volgens de Volkskrant leek de verkiezingsstrijd aangebroken<br />

te zijn. Binnen de PvdA was volgens het artikel sprake van een conflict met de<br />

burgemeester over de havenontwikkeling. ‘In PvdA kringen wordt het verschil van<br />

mening met burgemeester Thomassen betiteld als een ‘generatieconflict’. “Hij is<br />

opgegroeid in de werkgelegenheidsconflicten van dertig jaren terug”. Niemand in de<br />

PvdA ontzegt burgemeester Thomassen de goede instelling, er bestaat alleen verschil van<br />

mening over de goede middelen’. De krant vervolgde het verhaal: ‘In deze situatie wreekt<br />

296<br />

M. Bartelsman, Een salighe sotternie van de See – Of waarin een klein volk te groot kan zijn<br />

(<strong>Rotterdam</strong>, 1969) 9.<br />

297<br />

Nota over ruimtelijke ordening, PvdA: ,Geen grotere havens bij <strong>Rotterdam</strong>’, Het Vrije Volk, 9<br />

september 1969.<br />

298<br />

GAR, Toegangsnummer 589.03, map 62, Nota van afdeling 13 van de Parij van de Arbeid te <strong>Rotterdam</strong><br />

geschreven door een commissie bestaande uit: drs. R. den Dunnen, ir. S. Mase, mr. Chr. Van krimpen, ir.<br />

E.C. Smit en mevr. A. Smits.<br />

68

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!