NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD ... - Gemeente Utrecht
NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD ... - Gemeente Utrecht
NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD ... - Gemeente Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Avondvergadering van 27 april 2006 33<br />
De VOORZITTER: Zo!<br />
Dames en heren! Door de heer Oldenborg is de volgende motie ingediend:<br />
"Motie 28<br />
Waar halen we het geld weg?<br />
De gemeenteraad van de gemeente <strong>Utrecht</strong> in vergadering bijeen op donderdag 27 april 2006 ter<br />
bespreking van het collegewerkprogramma ‘<strong>Utrecht</strong> voor elkaar’<br />
Overwegende dat<br />
- In voornoemd programma voor EUR 12 miljoen aan oud beleid dient te worden ver¬vangen<br />
door nieuw beleid<br />
- In het programma geen aanwijzingen staan met betrekking tot bestaande beleidsvoornemens<br />
die in dit verband dienen te worden geschrapt<br />
- Bij de behandeling van de voorjaarsnota de uitgangspunten voor de komende begroting door<br />
de raad worden vastgelegd<br />
Draagt het College op om voor de behandeling van de voorjaarsnota, op 1 juni 2006, aan de raad<br />
inzicht te verschaffen over de beleidsonderdelen die in het kader van oud voor nieuw beleid zullen<br />
worden geschrapt.<br />
En gaat over tot de orde van de dag.”<br />
Deze motie is ondertekend door de heren Oldenborg, Jansen, Zijlstra, mevrouw Van Rooij en de<br />
heer Verhoef.<br />
De heer VERHOEF (Burger en Gemeenschap): Mevrouw de voorzitter! Het is niet gebruikelijk dat<br />
ik achter het spreekgestoelte ga staan, want ik vind het veel beter om op mijn vaste plaats te zitten. Daar<br />
hoor ik namelijk alles wat er gezegd wordt, hier hoor ik het slechts beperkt.<br />
Als niet meer één van de jongsten in deze raad heb ik ervan genoten dat drie jonge meiden en een<br />
jongeman het voor elkaar gekregen hebben om een coalitie bij elkaar te praten! Proficiat, want dat<br />
jeugdige elan is leuk.<br />
Het debat van vanavond heeft het gebruikelijke verloop gehad. Dat wil zeggen: de coalitie prijst het<br />
collegeprogramma de hemel in en de oppositie verkettert het de hel in. Ofschoon wij niet tot de coalitie<br />
behoren, willen wij toch een andere insteek nemen. Dat betekent niet dat wij het overal mee eens zijn,<br />
maar dat wij het nieuwe college op zijn daden zullen beoordelen.<br />
Inmiddels hebben wij begrepen dat 300 vragen over het collegeprogramma gesteld zijn. Hiervan<br />
zouden er -dat heb ik in de wandelgangen gehoord, dat is niet hier verteld- 290 beantwoord kunnen<br />
worden met het gebruikelijke antwoord: Wacht maar totdat wij de zaken SMART gemaakt hebben. Echter,<br />
ook vorige colleges hebben hun producten SMART gemaakt, in die zin dat hun verrichtingen op papier<br />
heel positief afgeschilderd werden. Ik hoop niet dat dat ook nu de bedoeling is, want dat is de methode<br />
van knollen voor citroenen verkopen. Wij hopen in ieder geval dat het SMART maken de raad meer<br />
instrumenten zal geven. Daarmee bedoel ik dat er duidelijke afspraken komen over de prestaties die<br />
verwacht worden en dat wij daar de betrokken instellingen, maar ook het college, op kunnen afrekenen.<br />
Wij hopen niet dat dat zal leiden tot bureaucratisering.<br />
Dan kom ik nu bij het collegeprogramma zelf. Het is vandaag niet onze bedoeling om alle zaken<br />
daaruit door te nemen; daar hebben wij nog vier jaar de tijd voor. Wel constateer ik dat in het collegeprogramma<br />
de neerslag van de besprekingen door de onderhandelaars -de jeugd dus- duidelijk terug te<br />
vinden is, in die zin dat de jeugd een heel prominente plaats in het stuk gekregen heeft. Goede<br />
voorzieningen en goede opleidingen zijn heel belangrijk voor de jeugd. Het is een goede zaak dat die<br />
opgenomen zijn. In deze tijd, waarin gesproken wordt over het verplichten van ouderen/senioren om<br />
langer door te werken, is het volgens ons een goede aanpak om ervoor te zorgen dat alle jongeren aan de<br />
slag komen, zodat niet een groot deel daarvan thuis zit. Het is immers vreemd als heel jonge mensen<br />
thuis zitten. Het is niet goed voor de anderen, maar ook niet voor de jeugd zelf, wanneer zij zich niet<br />
kunnen inspannen voor onze gemeenschap/samenleving. Wij hopen dat het college er via zijn aanpak<br />
voor gaat zorgen dat de elementaire sociale vaardigheden welke de werkgevers heel belangrijk vinden,<br />
veel meer en prominenter in het onderwijs terechtkomen.