15.11.2013 Views

Eigentijds rapport - Faculteit Geowetenschappen - Universiteit Utrecht

Eigentijds rapport - Faculteit Geowetenschappen - Universiteit Utrecht

Eigentijds rapport - Faculteit Geowetenschappen - Universiteit Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

was echter grover, bimodaler en hoekiger, terwijl de concentraties soms veel lager waren, dus de<br />

gemeten transportwaarden bij de IJsselkop zouden eigenlijk gecorrigeerd moeten worden voor<br />

deze sediment- en concentratieverschillen. Dit was echter niet mogelijk bij gebrek aan goede<br />

ijkcurves. Er is evenmin gecorrigeerd voor het slibgehalte van het water, maar er wordt verwacht<br />

dat de invloed van slib verwaarloosbaar is.<br />

Om informatie te krijgen over de samenstelling van het zwevend transportmateriaal is gebruik<br />

gemaakt van een ‘Pomp Filter Systeem’ op alle meetdagen (behalve 16 januari). Bij de onderste<br />

metingen in een verticaal is via een slang aan het AZTM-meetframe rivierwater opgezogen, dat<br />

vervolgens over een filter is geleid (foto 4). Van het sediment dat op het filter achterbleef is in het<br />

Fysisch Geografisch Laboratorium van de <strong>Universiteit</strong> <strong>Utrecht</strong> de korrelgrootteverdeling bepaald<br />

door middel van valbuisanalyse. Hiervoor is door Rijkswaterstaat RIZA een aparte opdracht<br />

verstrekt (nrs. 8041388, 8041672).<br />

3.3.3 Integratie van de metingen over de waterkolom en over de rivierbreedte<br />

De meest eenvoudige methode om het totaal transport in een meetverticaal te bepalen is een<br />

functie te fitten door de gemeten transporten en deze functie te integreren over de hele<br />

waterkolom. Kleinhans (1996, 2002) gebruikte verschillende functies waaronder de volgende:<br />

q = b ln(z) + b<br />

z,AZTM 0 1<br />

met q z,AZTM [g/m 2 s] de door de AZTM weggeschreven waarde voor het zwevend transport gemeten<br />

op hoogte z [m] en b 0 en b 1 regressiecoëfficiënten. Deze functie was echter niet geschikt voor de<br />

IJsselkopmetingen, omdat het zwevend transport op de IJsselkop geen lineaire functie was van<br />

ln(z) (fig. 21). Ook andere functies bleken niet te voldoen.<br />

Daarom is voor de IJsselkopmetingen het totaal transport in een meetverticaal bepaald door<br />

een discrete integratie van de transporten per hoogte-interval. Daarbij is ervan uitgegaan dat het<br />

transport lineair varieerde tussen twee meetpunten, wat in werkelijkheid ongetwijfeld niet zo was,<br />

maar door het grote aantal meetpunten zal dit nauwelijks fouten opgeleverd hebben. Als<br />

ondergrens voor de integratie is de bovenkant van de vangopening van de Delft Nile Sampler<br />

aangehouden (5 centimeter boven de bodem). Alle sedimenttransport onder deze hoogte is<br />

beschouwd als bodemtransport.<br />

Alvorens de integratie kon worden uitgevoerd, moest de grootte van het zwevend transport aan<br />

het wateroppervlak en nabij de bedding geschat worden, omdat hier geen metingen zijn verricht.<br />

Dit was vanzelfsprekend niet mogelijk door een functie te fitten door de gemeten transporten en<br />

deze functie te extrapoleren, omdat het transport geen eenvoudige functie van de meethoogte was<br />

(fig. 21). In plaats van het zwevend transport te extrapoleren, is daarom besloten de watersnelheid<br />

en de sedimentconcentratie te extrapoleren en uit het product van die twee waarden het zwevend<br />

transport te berekenen aan het wateroppervlak en bij de bedding.<br />

3<br />

a<br />

3<br />

b<br />

2<br />

2<br />

ln(z) (m)<br />

1<br />

0<br />

ln(z) (m)<br />

1<br />

0<br />

-1<br />

-1<br />

-2<br />

0 50 100 150<br />

-2<br />

0 20 40 60<br />

Zwevend transport (g/m 2 s)<br />

Zwevend transport (g/m 2 s)<br />

Figuur 21.<br />

Het niet-lineaire verband tussen het zwevend transport in het Pannerdensch Kanaal en de<br />

hoogte boven de bodem (z), a) 16 januari 2004, 4 meter links van de rivieras; b) 19 januari<br />

2004, 29 meter links van de rivieras.<br />

Er bestaat een groot aantal theoretische relaties dat gebruikt zou kunnen worden om de<br />

stroomsnelheid te extrapoleren, maar de meeste van deze relaties houden geen rekening met<br />

oeverwrijving en duinvoorkomens en zijn daarom niet geldig nabij het rivieroppervlak en nabij de<br />

rivierbedding. Het geringe aantal formules dat wél rekening houdt met oeverwrijving en<br />

duinvoorkomens vereist teveel invoerparameters en was dus ook ongeschikt voor de extrapolatie<br />

18

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!