Eigentijds rapport - Faculteit Geowetenschappen - Universiteit Utrecht
Eigentijds rapport - Faculteit Geowetenschappen - Universiteit Utrecht
Eigentijds rapport - Faculteit Geowetenschappen - Universiteit Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Massafractie (-)<br />
0.3<br />
35 cm hoogte<br />
75 cm hoogte<br />
0.2<br />
0.1<br />
0.0<br />
0.1 1<br />
Korreldiameter (mm)<br />
a<br />
Mediane korrelgrootte (mm)<br />
b<br />
0.50<br />
0.25<br />
0.00<br />
-60 -30 0 30 60<br />
Afstand t.o.v. rivieras (m)<br />
Figuur 44<br />
Ruimtelijke variatie in de samenstelling van het zwevend transportmateriaal in het Pannerdensch<br />
Kanaal gemiddeld over de afvoergolf van januari 2004. a) variatie in verticale richting binnen een<br />
waterkolom (de weergegeven korrelgrootteverdelingen zijn representatief voor de onderste 50<br />
cm van de waterkolom en voor de daarbovenliggende 50 cm). b) variatie over de rivierbreedte.<br />
4.4 Bodemschuifspanning<br />
De bodemschuifspanning in het Pannerdensch Kanaal was tijdens de laagwatercondities van<br />
september 2004 erg laag (fig. 45a). Wel was er een duidelijk patroon aanwezig, met relatief hoge<br />
waarden waarden in het centrum van de rivier (2 N/m 2 ) en lage waarden aan de rand. In deze<br />
periode waren de stuwen in de Nederrijn gesloten en de bodemschuifspanning in de Nederijn<br />
verschilde nauwelijks van nul. In de IJssel waren de schuifspanningen hoger dan in het<br />
Pannerdensch Kanaal en de Nederrijn, met name in de linkerrivierhelft (de buitenbocht).<br />
Desondanks waren de schuifspanningen veel lager dan tijdens de afvoergolf van januari 2004.<br />
De hoogste schuifspanningen tijdens de afvoergolf van januari 2004 (circa 15 N/m 2 ) kwamen<br />
voor in de linkerrivierhelft van het Pannerdensch Kanaal (de binnenbocht!). Vanaf daar nam de<br />
schuifspanning geleidelijk af tot een waarde van circa 5 N/m 2 aan de randen van de rivier (fig.<br />
45b). De onzekerheid van de berekende schuifspanningen bedraagt 20%. Opvallend in figuur 45b<br />
zijn twee grote uitschieters, die sterk afwijken van de andere metingen.<br />
Informatie over de schuifspanning in de Nederrijn en de IJssel tijdens de afvoergolf van januari<br />
2004 kan alleen verkregen worden door inspectie van de globale schuifspanningskaarten die zijn<br />
gemaakt op basis van de waterstandsmetingen (bijlage 16). Slechts twee trends komen duidelijk<br />
naar voren. In de eerste plaats blijkt dat de schuifspanning groter was in de diepe buitenbochten<br />
(terwijl bij hoogwater de schuifspanning het hoogste was in de binnenbocht van het Pannerdensch<br />
Kanaal). In de tweede plaats blijkt dat de schuifspanning in het begin van de IJssel zeer groot was.<br />
Dit is het gevolg van het grote verhang aan het begin van de IJssel. (Dit bedroeg gemiddeld 21<br />
cm/km, terwijl het verhang in de rest van het studiegebied gemiddeld 11 cm/km bedroeg!)<br />
Schuifspanning (N/m 2 )<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
Pan. Kanaal<br />
Nederrijn<br />
IJssel<br />
0<br />
-60 -30 0 30 60<br />
Afstand t.o.v. de rivieras (m)<br />
a<br />
Schuifspanning (N/m 2 )<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
16-1-2004<br />
19-1-2004<br />
22-1-2004<br />
26-1-2004<br />
0<br />
-60 -30 0 30 60<br />
Afstand t.o.v. de rivieras (m)<br />
b<br />
Figuur 45<br />
Laterale variatie in bodemschuifspanning op de IJsselkop. a) Pannerdensch Kanaal, Nederrijn<br />
en IJssel tijdens de laagwatercondities in september 2004, b) Pannerdensch Kanaal tijdens de<br />
hoogwatercondities in januari 2004. De twee waarden die sterk afwijken van de algemene<br />
trend, zijn aangegeven met een sterretje.<br />
32